| |
| |
| |
Tijdschriftenrevue
De tafelronde
24ste jrg., nr. 2-3, dec. 1981
Paul de Vree publiceert een serie nagelaten notities van de schilder Jan Cox: een indrukwekkend document. ‘De camping aan het eind van de wereld’ is een wat magisch-realistisch verhaal van Patrick Bernauw. Ander goed proza is van Ludo Frateur. Renaat Ramon stelt de Turkse dichter Nazim Hikmet voor, en Paul de Vree schrijft over Gaston Burssens n.a.v. het Verzameld Proza. Verder stelt hij de ‘performance’-kunst van Piet van Dijk en Robert Joseph voor. Gedichten van Renaat Ramon, Willem Kuiter, en visueel werk van Jan van der Hoeven, L. Frateur, Alighiero e boetti en Franco Verdi. Michel Oukhow herdenkt Paul Snoek.
| |
Appel
7de jrg., nr. 1, maart 1982
Appel wordt van nu af aan door een heuse uitgeverij (Peeters, Leuven) uitgegeven, en pakt meteen uit met een aflering van bij de 100 blzn. Marc de Smet schrijft even verward als intelligent over de figuur van Carel Peeters als criticus. Etienne Bastiaenen geeft een visie op hedendaags toneel, tussen ‘krisis of herleving?’, en Rudi Knaepen stelt de Engelse dichter Philip Larkin voor in de context van de ‘Movement’. Bij de dichters die in dit nummer publiceren, vallen vooral Erik Spinoy en Dirk van Bastelaere in lichtelijk positieve zin op. Hans Inne brengt in nietszeggende telegramstijl verslag uit van een vraaggesprek met Hugo Brems. Hans Vermeer had een gesprek met de Nederlandse dichter Pieter-Jan Mellegers. Voor de Hendrik Prijs-kortverhalenwedstrijd van het blad werden bekroond Lina Desto, Romain John van de Maele, Marc Meekers en Hugo Heylen. Het eerste, inderdaad, goede, verhaal wordt hier gepubliceerd: ‘Uw wil is wet’. Ten slotte heel wat kritische bijdragen, mengwerk, een tijdschriftenrubriek en wat korte berichten.
| |
Hollands Maandblad
23ste jrg., nrs. 410 en 411, jan. en febr. 1982
In het januarinummer publiceert Dirkje Kuik een heel mooie gedichtencyclus, ‘Het zwart konijn’. Ook de prachtige konijnentekeningen die dit nummer en de omslag sieren, zijn van haar. Bernard Sijtsma schrijft een verhaal - herinnering over de cabaretière Uut Huising. Verder een verhaal van Biesheuvel, een romanfragment van Andreas Burnier en niet al te originele natuurgedichten van Renée van Riessen.
In de aflevering van februari onderzoekt Helen Vendler de evolutie van de Amerikaanse dichter Robert Lowell. Jaap T.
| |
| |
Harskamp distilleert uit de rijke briefwisseling van Flaubert zijn cultuurkritische standpunten, en Willem Otterspeer speurt naar de filosofische achtergrond in het werk van Iris Murdoch. Niet kwade, wat overpeinzing-achtige gedichten van Geldolph Stuyling de Lange, goede verzen van Cees van Hoore en mij minder overtuigend werk van Dana Hokke, Sjoerd M. Dijkstra, Jan Blokker en Wim Brands. Karel van het Reve is er weer met rake en flauwe observaties en bedenkingen.
| |
Maatstaf
30ste jrg., nr. 1, 1982
Jeroen Brouwers stelt de weinig bekende ‘Rooms-Joodse’ auteur Jacob Hiegentlich voor, die in mei 1970 zelfmoord pleegde. Henk Romijn Meijer schrijft over Minneapolis en Scott Fitzgerald, terwijl Joyce & Co de Franse auteur Jacques Laurent voorstellen. In ‘Portfolio’ commentarieert Leo van Maris het werk van de fascinerende Slovaakse graficus Vladimir Gazovic. Lodewijk Brunt schrijft over ‘Vrouwen en liefdadigheid in het negentiende-eeuwse Engeland’ en Louis Smit heeft het over reisverslagen van de Tsjechische schrijver Karel Capek (1890-1938). Goede gedichten van Eva Gerlach en draaglijke verzen van Rob Schouten, Anton Ent en Boudewijn Büch. René Stoute schrijft een navrant junkieverhaal: ‘Op reis en nergens heen’. Rob Schouten bespreekt in zijn poëzierubriek bundels van Benno Barnard, Marcel Koopman, Toon Teilegen en Oda Blinder.
| |
Ons Erfdeel
25ste jrg., nr. 1, jan.-febr. 1982
Ons Erfdeel jubileert. Een groot applaus komt hier van pas. Dat jubileum wordt gevierd met een voortreffelijk nummer. Coenraad Tamse onderzoekt hoe in de eerste jaren na de Belgische onafhankelijkheid de wederzijdse beeldvorming in België en Nederland groeide. Wam de Moor schets met veel verve een profiel van onze vriend Jeroen Brouwers en Gaby Gyselen stelt de schilder Godfried Vervisch voor. Van uw tijdschriftenkronikeur is een stukje over ‘open versus gesloten poëzie’: een ietwat combattieve stellingname. Aansluitend daarbij enkele zeer goede gedichten, van Roland Jooris, Hugues C. Pernath, Maurice Gilliams en Rutger Kopland. Niet minder controversieel is een bijdrage van Aldert Walrecht over Maarten 't Hart als bestsellerfenomeen. Carolina de Maegd-Soëp onderzoekt de receptie van het werk van Anton Tsjechov in België. Verder opstellen over ‘Pluriformiteit in de Nederlandse dagbladpers’ (F. Oudejans) en ‘Anderstaligen in het Nederlandstalig onderwijs te Brussel’. In de culturele kroniek staan kritische stukken over werk van o.m. J.M.A. Biesheuvel, Anton van Wilderode, Hugo Brems, A.L. Boom, J. Greshoff, Maria de Groot, Anton Constandse, Ivo Michiels.
| |
De revisor
9de jrg., nr. 1, febr. 1982
Vanaf deze jaargang wordt De Revisor uitgegeven door Querido. Bij deze gelegenheid wordt de redactie nog maar eens gewijzigd. Ze bestaat nu uit Jan Fontijn, Anton Haakman, Frans Kellendonk, Dirk Ayelt Kooiman en Piet Meeuse. ‘Verantwoording’ is een fascinerend verhaal van Hedda Martens, over de relatie van een personage tot zijn verleden, over
| |
| |
schuld en verantwoording van het bestaan. ‘De nieuwe jongen’ van Kees Verheul is een zoveelste romanfragment over jeugdervaringen. In ‘Oh! kapitein te zijn’ vertelt Biesheuvel over zijn lectuur van Moby Dick. T. van Deel vergelijkt een aantal Nederlandse beeldgedichten bij Brueghels ‘Val van Icarus’. Jan Fontijn schrijft over Louis Couperus en Ralph Waldo Emerson en Robert Anker begint een ‘drieluik over poëzie’: heel lezenswaardig. Maarten van Buuren vertaalde twee opstellen van Roland Barthes over literatuur en kritiek. Van de talrijke dichters in dit nummer vermeld ik Cees Nooteboom, Eva Gerlach en Robert Anker.
| |
R.I.P.
1ste jrg., nr. 1, maart 1982
Vandaag verschijnt dit nieuwe ‘Driemaandelijks Tijdschrift voor Literatuur en Stijl’. Redactie: Eelen, Spinoy, Van Bastelaere. Adres: Van Hardenberg, Leopoldstraat 33, 3000 Leuven. Een abonnement kost 280 fr., te storten op rekening 736-4033015-13. In een proloog worden enkele vage beginselen verkondigd in een zwaar-ironische stijl. Die beginselen zijn twee in getal. Primo: het kunstwerk gaat uit van een visie. Secundo: ‘De visie dient uitgewerkt zodat het meest verfijnde van alle perverse genoegens wordt opgewekt: de esthetische gewaarwording.’ Wat nog meer te zeggen om het blad te karakteriseren? De lay-out is verzorgd, in ironische retrostijl. Eelen stelt de zanger Ian Curtis en de cineast Werner Herzog zo'n beetje als beschermheiligen voor. Iets dergelijks doet Van Bastelaere met de muziek van Joy Division. En de redactie had een interview met Nic van Bruggen. Ergens tussen al die coördinaten zal de koers van dit blad wel moeten gesitueerd worden. Verder nog gedichten van Frank Pollet, Armand van Assche, Leopold M. van den Brande en Dirk van Bastelaere, proza van Spinoy en een opstel van Bedert over ‘Narcisme en gelatenheid bij Leo Pleysier’. Op zijn minst een geluid dat benieuwd maakt naar meer.
| |
Varia
- In De nieuwe taalgids (75 ste jrg., nr. 1, jan. 1982) schrijft P. Krak over ‘Ruimte bij Couperus en Flaubert’. Carola Henn bestudeert de biografieën van Henriette Roland Holst tussen ‘historische werkelijkheid en literaire waarheid’.
- In Kultuurleven (49ste jrg., nr. 2, febr. 1982) bespreken Dirk de Geest en Stefaan Evenepoel nieuwe dichtbundels van resp. Gwij Mandelinck en Herwig Hensen. Marc van Kerckhoven commentarieert de Brusselse Spilliaert-tentoonstelling en Lenie Lauwers stelt de Estlandse dichter Aleksis Rannit voor.
Streven (49ste jrg., nr. 6, maart 1982) brengt een opstel van J. van Coillie over de kinderpoëzie van Hans Andreus. C. Tindemans stelt ‘Theater in Israël’ voor.
- Bzzlletin (10de jrg., nr. 92, jan. 82) brengt een boeiend en gevarieerd nummer over sprookjes.
Vlaanderen (30ste jrg., nr. 185, nov-dec. 1981) brengt onder de titel ‘Actu- | |
| |
ele Vlaamse dichters’ een korte voorstelling van een 23-tal dichters die na 1960 debuteerden. Zij kozen elk een representatief gedicht en leverden daar een kort commentaar bij.
- Nieuw - denk ik - is Duizend Dromen, ‘het grootste poëzietijdschrift voor jonge mensen’: een piepklein blaadje dus, dat kennelijk meer met bezinning, sfeer en ‘duizend dromen’ te maken heeft dan met poëzie. Uit een soort redactionele begeleiding: ‘Duizend Dromen verschijnt 8 keer per jaar om jonge mensen DOOR en VOOR de poëzie dichter bij mekaar te brengen, en dit in een intiem-vrienschappeijke sfeer’. Redactie: Peter de Greef, Klokkestraat 80, 2570 Duffel.
- Koriander is een soort undergroundblad, of zo. De kwaliteit van de stencils is er in ieder geval naar. De redactie van dit ‘Algemeen informatief & artistiek tijdschrift’ berust bij Sarah Pauwels en Ulrich Bouchard, Coppenolstraat 5, 2000 Antwerpen. Er staat nogal wat in dat alleen voor insiders genietbaar is. Verder gedichten van Leopold M. Van den Brande en Wilfried Adams.
2513182
Hugo Brems
|
|