Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 125(1980)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 561] [p. 561] Dietsche Warande en Belfort 125ste jaargang nummer 8 oktober 1980 Paul Snoek / Schildersverdriet Gedicht om de moed niet te verliezen Mijn bed is ziek. Mijn bed heeft koorts. De lakens scheuren als je eraan voelt. De muren zitten vol vreemde gezwellen en het behang valt af wanneer je ernaar kijkt. Mijn lamp loopt leeg. Het licht is lek. De lucht heeft ook zijn beste tijd gehad. De hele kamer hangt vol regenbuien en de kachel zit vol staalkoud ijs. En naast mij ligt een menselijke vrouw te wachten tot het nog eens lente wordt. Om, als wij deze rampspoed overleven, nog eens te horen het gefluit van goede vogels. Wij hebben het koud maar mogen niet klagen, want onze munt staat sterk en de rest komt vanzelf. [pagina 562] [p. 562] Voor wie goed kijkt voor Roger Verkarre Als je met je goede ogen nauwlettend hebt gekeken in het felle zomerlicht, - vertel dat niet aan je oogarts - zie je zuidwaarts in de hoogte tussen drie en vier uur 's middags mijn bed staan op de zon. Dat zie je dan. En dat ik lekker in mijn blootje lig te zonnen zie je ook. Hoe zou het anders kunnen als je heel goed kijkt? Maar dat ik doe alsof ik slaap en mij verlekker in een fijne droom om mijn ellende te vergeten zie je niet. Dat hoef je niet te zien. [pagina 563] [p. 563] Gedicht om voorzichtig mee om te springen Vanochtend aten wij een inlands ei. Het was doorzichtig als een lamp. Wij hadden het voordien gekookt in zuiver water, zoals aanbevolen op de gebruiksaanwijzing binnenin. Wij hebben het voorzichtig laten koelen. Wij hebben het met zorg behandeld. En pas na het gebed voor het eten hebben wij het in stukjes gebeten als was dit ei het laatste wat wij zagen. En toch, nadat wij den Here hadden gedankt voor al zijn milde gaven o.a. ons ei, begon mijn vrouw elektrisch te schokken en toen ze stuiptrekkend neerzeeg hoorde ik het duidelijke geluid van een stuksplijtende fles in een vuilniskoker. [pagina 564] [p. 564] Grieks landschap De zon is eindelijk genezen. Wolken drijven voorbij als eilanden van ijs. Met man en macht tegen de regen de bergen worden versterkt met ijzeren stenen. De oude stad klopt het stof van zijn daken. Op de witte tempels ligt een pruik van sneeuw, het licht gaat smelten op de spiegels en de wijn wordt lauw in de gezwollen wortels. Maar ook de dorst kruipt uit de rotsen. De bomen gaan opnieuw gebukt onder de hitte en de dieren ademen weer langzaam. En plooibaar als een jonge vinger slingert zich een zwemmer onder water zoekend naar zijn eerste waterdichte parel. [pagina 565] [p. 565] Als ik geen rood meer heb Als ik geen rood meer heb maak ik de bomen groen, de struiken, het hele landschap wat ik schilder. Dus ook het onkruid en het gras, waarin je languit ligt te wachten roerloos maar toch diep ontroerd, wanneer je later het doek mag zien waar ik je rooie jurk vervangen heb door zachte naaktheid, waarvoor ik net als voor je glimlach vooralsnog niet de kleur vond die je past. Als ik geen rood meer heb, heb ik nog altijd je lippen. [pagina 566] [p. 566] Onder water Onder water zijn alle lege flessen vol. De stilte verblijft er geluidloos als in een oud kasteel achter glas. Als een gedroogd viooltje in een woordenboek. Soms word je door een lichte bries gestreeld, als blies er iemand even tegen je wangen. Ook voel je soms een koele zachtheid als van een verre waaier afkomstig. Onder water ben je steeds alleen, maar eenzaam nooit. Een man van zout zou er pijnloos, spoorloos kunnen smelten. Zelfs voor een koning op zijn diepgezonken troon is het er aangenaam en draaglijk. Onder water wegen kronen immers minder zwaar. [pagina 567] [p. 567] In bed In bed is het beter je bed te laten staan. Je ontmoet er soms erg lieve mensen. Je hoeft er geen blad voor de mond te nemen want je brengt er de helft van je leven in door. In bed deel je best zelf de lakens uit. Een bed is nog de beste doofpot. Zelfs zonder valscherm, zonder vliegwerk val je in bed meestal in goede aarde. In bed is er niets nieuws onder de zon. Je kan er alles beter begrijpen. Je krijgt er het diepste verdriet onder de knie. Ja, mijn bed is mijn zevende hemel. Vorige Volgende