Dat komt wellicht grotendeels omdat zij niet onder het hoedje van een groep of een stroming te vangen zijn.
Van Swinkels verscheen onlangs een herdruk van een bibliofiel uitgegeven bundeltje uit 1978. Een verzameling van drie cycli: De goden slapen. Terug in het gras. Een middelgrote steen. ('s-Hertogenbosch, Brandon Herdrukken). Het is een bundeltje vol stijl, nostalgie en ironie.
De eerste cyclus gaat over het verval, het verdwijnen van grandeur, van een verstilde, in traditie en schoonheid gewortelde wereld, vertegenwoordigd door een oude generaal in rok, een grijze dame die patience legt, en een ‘groene dame met de gele zonnehoed’, die water uit Karlsbad bewaard heeft in kristallijnen flesjes. In de tekening van die karikaturale personages gaan gevoelige weemoed en ironische distantie perfect samen. Ook de tekening van het decor werkt die typische sfeer sterk in de hand.
Wat met de epauletten van de generaal, de batisten doekjes, de ‘eens zo verrukkelijke borsten’ en de uitgebloeide lelie vergaan is, dat zijn de ‘goden’, dat is het houvast en de geborgenheid van een wereld waar de dingen hoorden te zijn zoals zij waren, in een zacht geurende harmonie:
die nu zouden moeten zeggen:
In de tweede cyclus, ‘Terug in het gras’, worden dezelfde thema's hernomen, nu toegepast op de natuur, de jeugd ook. Wat verdwenen is wordt opgeroepen en tegelijk bezworen. Het zijn stuk voor stuk heel mooie gedichten, waarin fijn gestileerde natuurimpressies precies passen op even delicate gevoelens:
In ‘Een middelgrote steen’ viert de ironie hoogtij. Ironie echter niet als louter spel, maar als levenskunst, als stijl. Als middel ook om een romantische, sterk esthetiserende verbeelding in toom te houden en dienstbaar te maken aan de uitdrukking van een nostalgie zonder object, een lichte ontheemdheid in de werkelijkheid, het bestaan als een middelgrote steen, waar een kind tegen schopt, waarmee een jongen naar overvliegende kraaien werpt, maar
‘belangrijk in zijn leven
Het moet maar eens gezegd: Carel Swinkels is een dichter die heel wat meer belangstelling verdient.
Hugo Brems