Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 124(1979)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 262] [p. 262] Frans Deschoemaeker / Terugkeer in het landschap 1. De bossen zijn gerooid. De boeren hebben maskers opgezet. Hun dromen opgeknoopt in het gebinte van de graanschuren. Licht valt killer op de hoevedaken, op het weiland waar ik reikhals. Naar een naam en naar mezelf speurend als naar een dorp verdwenen achter knotwilgen en landwegen. 2. Het is een land waar de herinnering als een splijtzwam tiert: het was een vroegrijp land. Maar hete zomers hebben het verrast en in de as gelegd, dit rijke land dat zijn rivier tussen zwart lis te stollen legt. En zijn legenden bant. Zijn laagland: er trekt geen ganzenvlucht meer over. Het is een land waar dichters schuilen in de rozen van de herfst. [pagina 263] [p. 263] 3. Soms waait nog wel een late reiziger de verregende velden in. Geen huis opent zich. Angst sluipt langs de muren. Het volkt nestelt in schaamhaar in langzame klimop en niets roert zich. Weet, verlate vreemdeling, dit land is grijs als de baarden van zijn kluizenaars. 4. De dichter. Hoe stamelt hij, hoe stapelt hij de broze klanken op binnen de kleffe einders van de winterdag. En hoe bevriest zijn dunne bloed. De dichter praat met niemand meer, hij dwaalt langs boerderijen, langs oude vesten, langs de grijnslach van de dorpen. Vorige Volgende