Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 123

[p. 797]

Tijdschriftenrevue

Appel

Deze datum- en nummerloze aflevering van Appel begint met een informatief opstel van G. Wulms over de jong gestorven 19e-eeuwse dichter Alfred Weustenraad (1860-1878). Daarna volgt het door J. Wilmots geredigeerde juryverslag over de poëzieprijs van de stad Sint-Truiden. Laureaat daarvan was Guy van Hoof. Het bekroonde gedicht wordt gepubliceerd, gevolgd door enkele andere geselecteerde gedichten uit de inzendingen: van N. de Winne, W. Balyon, R. Mollin en M. Briers. Tussen de overige gedichten in dit nummer steekt weinig vermeldenswaards. D. Coninckx schrijft een informatief stukje voor de ouders die hun kinderen goede jeugdlectuur willen laten lezen. J. Boven schrijft kritisch-informatief over tijdschriften en enkele nieuwe dichtbundels.

Boulevard
6de jrg., nr. 4, juni-aug. 1978

T. Deleu pleit voor ‘Een nieuw type tentoonstelling’, nl. niet over beeldende kunst, maar over sociaal-culturele onderwerpen. Een voorbeeld ziet hij in wat in het Van Abbe-museum in Eindhoven sinds enkele jaren gebeurt. Er staan enkele goede gedichten in dit nummer: van Mya Maas en G. Mortier. J. Vanspauwen schrijft uitgebreid over anarchisme. ‘Lange schaduwen over Ecuador’ is een goed prozafragment (uit een te vervolgen ‘triptiek’) van Gilbert Boonen. D. Desmadryl bespreekt poëzie, en Lydia Depauw-Deveen stelt F. Masereel voor. Twee reprodukties van zijn houtsneden zijn aan dit nummer toegevoegd.

Hollands Maandblad
20ste jrg., nr. 371, okt. 1978

Een heel goed nummer. Stephanie de Voogd schrijft een fictieve dialoog tussen twee vrouwen, psychiater en patiënt, over o.m. lesbische liefde en de weerstanden daartegen. Guus Kuyer ontpopt zich meer en meer als een boeiend essayist met een heel eigen betoogtrant. In ‘Wat natuurlijk is, is bedacht’, heeft hij het o.m. over de tegenstellingen tussen dier en mens, kind en volwassene. W. Noordewier had een origineel, verhelderend gesprek met de dichter Oerlemans. Er zijn goede gedichten van Eva Gerlach en Roel Bentz van den Berg. K. Freriks publiceert als verhaal enkele jeugdherinneringen, en W.L. Idema vertaalde uit het Chinees een prachtig verhaal van Yuan Zhen.

Kruispunt - Sumier
nr. 67, sept. 1978

Dit nummer begint met In memoriam-bijdragen, gewijd aan J.E. Daele en Ro-

[p. 798]

ger Serras. Jan Schepens schrijft uitvoerig over de eigenaardige, nonconformistische auteur en publicist Geert Pijnenburg (Grub), nu 82 jaar oud. Zoals gewoonlijk staan er ook in deze aflevering heel wat gedichten, van erg uiteenlopend gehalte. De beste zijn de reeks impressies ‘Paris vous parle’ van Dirk Kroon en ‘Kampioen’ van Norbert de Winne.

Maatstaf
26ste jrg., nr. 10, oktober 1978

Dit nummer valt vooral op door twee heel goede verhalen. Het eerste, ‘Vagevuur’, van Frits Dalenoord, gaat over het klassieke thema van jeugdherinneringen en eerste kennismaking met erotiek, met goed en kwaad. In ‘De hertog van Saint-Simon is ook dood’ verhaalt Theo Timman het verloop van een geschiedeniscollege, met tussendoor bedenkingen en commentaren. Ook de gedichten zijn van heel behoorlijk niveau: van Eva Gerlach en C. Buddingh'. Harry G.M. Prick besteedt uitvoerig aandacht aan de poëzie van Boudewijn Maria Ignatius Büch. Hij trekt o.m. parallellen met Novalis. A. Korteweg publiceert twee onuitgegeven gedichten van Jacob van Lennep. ‘Dichterlijke vrijheid’ is een opstel van Henk Romijn Meijer over de Amerikaanse auteur John Berryman. In ‘Portfolio’ treft men in alle opzichten afstotelijke tekeningen aan van ene Willem.

Poeziekrant
2de jrg., nr. 5, sept.-okt. 1978

Vooraan een gesprek van D. Billiet met Eddy van Vliet. De man wordt geprezen om zijn jongste bundel, ‘Na de wetten van Afscheid & Herfst’, en driftig aangevallen om zijn aandeel in de recente bloemlezing ‘Poëzie is een daad van bevestiging; Noord- en Zuidnederlandse poëzie van 1945 tot heden’ (met C. Buddingh'). Verder meestal kleinere bijdragen, over Maris Bayar, Gorter-herdrukken, Frank de Crits, het Gezelle-boek van A. Westerlinck, G. Kouwenaar, P.H. Dubois, e.a. En duizenden, zoniet miljoenen ‘Poweetjes’, waar altijd wel iets tussenzit dat je nog niet wist. Ik zie het altijd graag komen, dit poëtisch snuisterijenwinkeltje.

Varia

- In Nova et Vetera (55ste jrg., nr. 6) bespreekt R. van de Perre een gedicht van A. van Wilderode. ‘Lectuur en lectuurbegeleiding in het katholiek onderwijs’ is ‘de vrucht van de besprekingen’ in een werkgroep daaromtrent. Zo'n vrucht komt mij vlug de strot uit. Om in de klassen te lezen: als voorbeeld van onzindelijk taalgebruik.

- Vlaanderen (27ste jrg., nr. 165, juli-aug. 1978) brengt een aflevering over ‘De Opera’, samengesteld door Rik Jacobs.

- Twee nieuwe afleveringen van VWS-Cahiers brengen informatie over respectievelijk Kamiel Top (13de jrg., nr. 3/A, herfst 1978) en Louis Sourie (nr. 3/B).

- In De nieuwe taalgids (71ste jrg., nr. 5, sept. 1978) signaleren we van F. Jansonius: ‘Van Deyssels taalcreativiteit’, en een opstel van P. Brachin: ‘Frankrijk in Marsmans leven en werk’.

Hugo Brems