hij wat vermoeid van het spel op de viool, de fluit of de sitar, dan sloot hij de deur, en begon in het winkeltje opnieuw een lange reeks Tai-tsji bewegingen.
Hoe hard men ook klopte op de deur, hij schoof onverstoord verder in een reeks rustgevende droombewegingen. Soms stonden kinderen met hun neus tegen de ruiten of oude dames trachtten te raden wat die oude Chinees tot zulk een zonderling gedoe bewoog.
Zijn handen waaiden door de lucht als de trage vleugelslag van trekvogels, en toch altijd anders.
Wanneer de laatste zwaai uitgedeind was, zoals een bergrivier uitloopt in de zee, verdween Mr. Wang even achter het gordijn, kwam wat later terug en ontsloot met een mysterieuze glimlach weer de deur.
Op een druilerige morgen kwamen door de motregen twee kokette Parijse dames naar zijn winkeltje toe. De ene was slank en hoogblond, terwijl haar vriendin donker en meer zwaarlijvig, door heupbewegingen en gegiechel haar juiste leeftijd niet liet raden. Toch las Mr. Wang de tijd in de rimpels en lijnen van hun beider gelaat.
In het Chinees restaurant op de Place Garibaldi waren ze vaste klanten en de jonge kok Lieh had hen verteld dat Wang van het Chinees winkeltje op de meest gracieuze wijze danste. Zij kenden de dans, waarin Mr. Borgeaux hen in de yogales al enigszins had ingewijd, maar niemand kon het hen beter leren dan een echte Chinees. Bovendien was in het winkeltje met de porseleinen vaatjes en de kleurrijke flesjes en de ritselende kralen de sfeer hiervoor uniek.
Mr. Wang lachte uitbundig, toen de dames hem vroegen of hij hen de geheimen van Tai-tsji wilde leren.
‘Je ne vends que des parfums... et des chinoiseries’, zei de man en terzelfder tijd gingen zijn wenkbrauwen op en neer, en hij schudde de schouders. De dametjes hielden echter vol. Ze kwamen terug, kochten enkele flesjes, ... tot Wang toegaf.
En zo konden mensen die aan de Rue St. Jacob aan het obscure winkeltje voorbijkwamen, elke morgen van elf tot twaalf twee dames in een blauw en nauwsluitend relaxpak zien weg en weer schuiven, in de sporen van de heer des huizes. Voortaan keken nog meer ogen belangstellend door de ruiten. Mr. Wang zelf dreef weer als een reuzevogel door de kleine ruimte, terwijl zijn leerlingen met onzekere en schommelende bewegingen het hem nadeden. Het duurde weken eer ze zonder hulp een korte reeks konden dansen. Wang merkte weliswaar dat de uitvoering ver van volmaakt was, en voelde dat hij wel de bewegingen kon leren, maar niet de zin voor evenwicht en niet de rust van zijn gemoed. Weldra vermoeide het hem dan ook