Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 123(1978)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 1] [p. 1] Dietsche Warande en Belfort 123ste jaargang nummer 1 januari 1978 Hubert van Herreweghen / Gedichten Bruin, met een veegje rood Het doodgewoon gewone zo doodgewoon gewoon dat niets er is te tonen en niets zich stelt ten toon tot dit buitengewone wordt zo buitengewoon dat ik met autochtonen in één stal samenwoon. Vuur, water, licht en brood. Plank, mes en aanrecht, wei. Gereedschap, gleiswerk, wij. Bruin, met een veegje rood. Blauw op melkblauw en zij rutselt met het gerei. [pagina 2] [p. 2] Hars Tak, op de juiste wijze krom, 't sap langs uw bil liegt er niet om. Men weet soms niet van jeugd of ouderdom wat doodszweet is of jeugdig gom. Tak Ik wou altijd een tak zijn, zie ik mezelf ik ben een tak. Niet ik ga naar het zuiden maar wind en stuifmeel en de duiven. Steen De steen ligt in zichzelf te wentelen zo wulps en woelig dat de stilt die uren dagen rond hem drentelt hem tot mystieke hoogten tilt. [pagina 3] [p. 3] Moestuin in Gooik Zie 'k in mijn paradijzen groente die 'k gadesla, de vreugde der radijzen, de schaamte van de sla, andijvie, krulde zinnen, zotte distel kardoen met uw mild merg vanbinnen, hoe moet een mens het doen? Wie wijs wordt weet, Candide, als hij zijn warmoes beert of onkruid is aan 't wieden gebukt, wat hij moet vlieden totdat de wereld keert: de mensen niet, de lieden. Vorige Volgende