je duidelijker in zijn verschillende betekenissen voorgesteld: als een aanwezigheid in, een andere zijde van het ik, als de dood, de vrouw, het verlangen naar volmaakte geborgenheid en harmonie:
‘Dit draag ik aan jou op,
jij dode zomer zonder graf,
Die rusteloze pendeltocht, die gelaagde problematiek geven de poëzie van Jan Biezen een existentiële diepgang, die bij de meeste andere neoromantici ver te zoeken is. In dergelijke gedichten, waar weemoed en romantische onbehuisdheid uitgediept worden tot een confrontatie van ik, jij, de dood en het absolute, wordt het gezeur over de alom heersende ‘gevoelshongerwinter’ ruimschoots verstegen.
Overigens is deze bundel als geheel sterker dan de voorgaande; en dat heeft natuurlijk meer te maken met de verwoording dan met de thematiek. Het heeft, zo denk ik, vooral te maken met de aanwezigheid van een grotere dosis realisme, die ervoor zorgt dat de soms zweverige beeldspraak met minstens één voet op de grond blijft. Tegelijk is ook heel wat van de overbodig decoratieve beeldspraak vervallen.
Jan Biezen kan goede poëzie schrijven, en hij doet dat zodra hij vergeet dat hij eigenlijk op vleugelen van gevoel het zwerk moet doorklieven, en hij de dingen zelf uit zijn ervaringswereld met zijn gevoelens en verlangens laadt.
Bert Kooijman, ook bekend van zijn Claus-monografie, publiceerde bij Dimensie Elementaire gedichten. Jan Biezen schreef een voorwoord, met daarin een perfecte omschrijving van zijn eigen poëtisch streven: ‘De schreeuw naar de nog onbereikbare tegenpool of dat nu een vrouw, de stilte, de dood of de poëzie zelf is.’
De gedichten van Kooijman zijn qua taalgebruik veel geconcentreerder, krachtiger dan die van Biezen. Hij schrijft ook veel bewuster vanuit het taalmateriaal zelf, met heel wat aandacht voor klankassociaties, contrasten, parallellen enz. Zijn metaforiek is veel gebalder, zijn stijl elliptischer. Maar ondanks die reductie blijven heelwat beelden franje, geforceerd dichterlijke zegging.
Strofen zoals
‘Wanneer ik blink in de takken
van je gekonkel, tam als een lam,