radio en televisie, terwijl zij op blz. 96 moet noteren dat slechts ¼ van de politiek geëngageerde schrijvers hun medewerking verlenen aan de BRT. Overigens: wat is een politiek geëngageerd schrijver? Toch niet iemand die verklaart lid te zijn van een politieke partij of vereniging, zoals deze studie vrij onbedachtzaam stelt op blz. 102-103?
Wegens de globalisering van de antwoorden is het natuurlijk moeilijk alle tabellen te doorzien en te interpreteren. Ik heb bij voorbeeld heel wat last met de verwerking van de gegevens in de tabellen 22 (Uitgeverskeuze en leeftijd) en 22 a (Uitgeverskeuze en beoefend genre). Tabel 22 registreert de antwoorden op de vraag: Welke (is) (zijn) uw uitgever(s) (geweest)? In de vraag werd niet nader gepreciseerd, wanneer of wat een auteur bij een of ander uitgever publiceerde. Tabel 22 relateert bijgevolg enkel de leeftijd, die de auteurs hadden in 1971/1972, aan de uitgevers, bij wie zij ooit, of nu en dan, of vaak, of blijvend onderdak vonden. De relatie met hun leeftijd in 1971/1972 is het enige exacte resultaat dat de antwoorden op de veel te ongespecificeerde vraag kunnen opleveren. De tabel 22 is bijgevolg inexact. Men zou er de publikatiedata en de titels van (niet langer te globaliseren) werken moeten kunnen bijhalen om de tabel te toetsen, maar zoals zij er nu staat acht ik ze ten zeerste misleidend. Hetzelfde geldt voor tabel 22 a. Daar moet inderdaad een en ander misgelopen zijn. Neem het voorbeeld van De Clauwaert. De tabel vermeldt dat deze uitgeverij naast een groot aantal romanciers 7 schrijvers van wetenschappelijke studies aantrekt, 15 auteurs van poëzie, 15 auteurs van essayistisch werk en 10 auteurs van vertalingen. Nu staat toch vast dat er in het Clauwaertfonds geen wetenschappelijke studies zitten, noch poëzie, noch toneel, noch vertalingen. (De Caleidoscoop-serie kan wellicht doorgaan als ‘essay’?) Zou deze verwarring ook niet te wijten zijn aan een onprecies gestelde en al te veel globaliserende vraag? De antwoordende auteur kan een dichter geweest zijn, die een nummer van Caleidoscoop over poëzie bewerkte, of een vertaler, die bij De Clauwaert een roman publiceerde, of een romanschrijver uit het Clauwaertfonds, die ook (maar elders!) wetenschappelijk werk op zijn actief heeft, enzovoort. Dit
maakt de langste en meest bewerkte tabellen 22 en 22 a op de mooie vouwbladen ten enenmale onbruikbaar. Jammer voor het vele gecijfer. Het ware natuurlijk een heel karwei geweest om de antwoorden te confronteren met de uitgeversfondsen, maar een feit blijft, dat de werkgroep verstrikt is geraakt in haar veel te ongedifferentieerde vraag en de antwoorden goedgelovig registreerde.
Wat ten slotte de malaise zelf betreft, stelt Sonja Vanderlinden doorgaans een betrouwbare diagnose op en schrijft zij een paar behartenswaardige medicaties voor. Misschien overdrijft zij lichtelijk, waar zij het heeft over