Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 118
(1973)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 197]
| |
André Demedts / De begrafenis van Eduard van den BusscheZo lang nadien krijgen wij inzage van een brief, waarin een ooggetuige verhaalt over de begrafenis van ‘Mijnheer Eduard Van den Bussche’, die gedenkwaardige dinsdag 5 mei 1858, die voor Guido Gezelle de aanleiding tot het schrijven van zijn Kerkhofblommen werd.Ga naar eind1. Hij is van de hand van Jan De Neve, een van Gezelles leerlingen uit de poesisklasse en oudste zoon uit het tweede huwelijk van Albert De Neve (Beernem 1791 - Brugge 1870) met Isabelle Nachtegaele (Ramskapelle 1812 - Brugge 1890). Zijn vader woonde op een grote hofstede in Heist, toen Jan of Joannes er op 20 augustus 1836 ter wereld kwam. Nu halen wij uit de Dagwijzer van Rond den Heerd, waarschijnlijk uit de pen van Gezelle zelf, het volgende aan: ‘Johannes of Jan De Neve, zoo zijne vrienden hem plachten te heeten, was van jongs af een voorbeeld van oodmoedige deugdzaamheid geweest; hij wierd geboren te Heyst, op 20 Augusti 1836. Zijne ouders, nog in 't leven en nu wonachtig te Brugge, lieten hun kind eene wel bezorgde opvoedinge genieten, en besteedden Jan ter studie, in het kleen Seminarie te Rousselaere. Daar wierden hem de Engelsche Missien bekend, en ter zelven tijde pater Ignatius Paoli, dan Provinciaal van de Passionisten in Engeland, door hem wierd Jan De Neve, na zijne studien voltrokken te hebben en lange jaren de vriend en het voorbeeld zijner medeleerlingen geweest te zijn, in 't order der Passionisten aanveerd, te Londen, 15 november 1860. Hij ontving de priesterlijke wijdinge te Liverpool, 12 Junij 1865, en overleed aan den typhus, dien hij onder zijne zendelingsbedieningen betraapt hadde, op vandage, ten acht uren en half 's morgens, over een jaar, omringd van zijne broeders en voorzien van al de Sacramenten der stervenden.’Ga naar eind2. De sterfdatum is 28 juli 1866. Gezelle moet de De Neves goed hebben gekend en na zijn leraarstijd in Roeselare nog betrekkingen ermee onderhouden hebben, want hij dichtte een huwelijkswens ‘Het leven is zoo kort, men kan 't / niet wel genoeg doorleven...’ voor de trouw van Jans zuster Eugenie, die op 24 september 1864 met Leopold Desutter, burgemeester van Heist, in het huwelijk trad. De brief van Jan De Neve is, zoals gebruikelijk onder intellectuelen en studerenden in die tijd, in het Frans gesteld. Hij is gedateerd 28 mei 1858 | |
[pagina 198]
| |
en gericht aan zijn zuster Eugenie (1845-1926), die in een pensionaat verbleef en hem eerst geschreven had. Jan zegt dat zij niet kan geloven ‘quelle consolation et quel plaisir’ haar brieven hem verschaffen en daarom vraagt hij ook, dat zij of hun moeder hem nog eens zou schrijven om te vertellen hoe Heist-kermis op 30 mei verlopen is. Dan gaat het over de begrafenis van Eduard Van den Bussche: ‘Voici enfin deux tristes nouvelles que je ne puis pas passer sous silence parce qu'elles me regardent de trop près. J'étais à peine rentré après les vacances dernières, que deux de mes condisciples chéris ont passé à l'éternité. L'un était assistant de notre congrégation de l'immaculée Conception, et l'autre en faisait membre.Ga naar eind3. Le dernier était un élève de la classe de Poésie, et voici un mot de ce dernier. Comme il ne demeurait qu'à une petite distance de Roulers, nous avons pu assister, tous les élèves de poésie, à son enterrement lugubre. Ce jour à été pour nous tous un jour fort touchant, car c'est alors que Monsieur Gezelle, notre digne et bien aimé professeur, ce grand poète flamand, a prononcé un magnifique discours en flamand sur la tombe de notre confrère défunt. Tous nous avons été profondément émus de ses sublimes paroles, et tous nous avons mouillé alors de nos larmes la terre qui devait séparer de nous jusqu'à l'éternité ce cher confrère que nous espérons de revoir alors. Après ce beau discours, deux de nos chers condisciples ont lu, chacun une poésie flamande bien religieuse et funèbre. Il était midi et demi lorsque tout fut fini. Puis nous sommes allés chez le vicaire de la paroisse où l'on nous avait préparé un diner...’ Van dat ogenblik af, vervolgt Jan De Neve, veranderde de stemming. De makkers van de overledene troostten zich bij de gedachte dat Eduard Van den Bussche in de hemel was. De briefschrijver spoort ten slotte zijn zuster aan goed te studeren, opdat zij bij het einde van het schooljaar ‘chargée de prix’ naar huis zou mogen komen. Alvorens te sluiten dringt hij nog eens aan op nieuws over de kermis van Heist, die blijkbaar voor hem van belang moet geweest zijn. Te onthouden dat Gezelle reeds voor de uitgave van Kerkhofblommen en Vlaemsche Dichtoefeningen bij zijn leerlingen als een groot dichter bekend stond. Mogelijk dat de godsdienstige gedichten door twee leerlingen gelezen, ook van zijn hand waren en in zijn Kerkhofblommen te lezen staan. |
|