Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 118(1973)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 1] [p. 1] Dietsche Warande en Belfort 118de jaargang nummer 1 januari 1973 Jos de Haes / Zonsondergang I Alle getekenden zijn nu gekeeld en koud, of dronken ongeklaarde giften uit sap en spog, uit wortel, klier, uit hout desnoods voor kennisgeving van hun driften. Volbloeds, bastaards en tweeslachtigen, zij gaven hun intieme gil onder de sprong van marterachtigen of onder vakliedengevil. Toch wou de zon dat ik nog snel bewijs met een parabel dat de geest blijft waaien. Zij haart, zegt zij, de snede van een zeis, die gaat nog even over schedels zwaaien en maakt geschiedenis. En 't vel, in vouwen over die schedels oud en ziek, geschalmd onder een avond roden en blauwen of door haar opgestoken aan een riek, en ook dit uur van opgetrokken klauwen, nu over 't veranderlijke land, zij zijn geschiedenis. Het bloedt roden en blauwen tegen een hemel van zand. [pagina 2] [p. 2] II Hier ergens maalt nu een boerin gedroogde reptielen tot poeier. Onder de poolster doopt een Eskimose harpoenen voor het nieuwe jaar in haar urine. Ik ga wat schemeren en ook met al mijn wangen op een uier liggen of zitten onder door nonnen geplante populieren. Dan wordt het zeker dag nog hier of ginder. Vorige Volgende