Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 117(1972)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 721] [p. 721] Dietsche Warande en Belfort 117de jaargang nr. 10 december 1972 Gery Helderenberg / Bomen op Ronkenburg De notelaren Diep in 't dodenrijk wortelen de notelaren met grilligheden gekronkeld rondom. Welke oeroude sappen zijn de stam ingevaren dat zijn hout beroemd staat van adeldom? Ergens aan watergronden en wallen over dijken, de linie getekend het trekpad langsheen, hoort men met de herfst de vruchten vallen door de bolster gedempt op zavel en steen. Wat ligt in de minuscule schedel geborgen van leven en dood en van duisternis? Eens vervloekt beeft de boom in de morgen, rond zijn ruigheid huiveren water en lis. De ebenist zal 't meubel polijsten, olie uit 't blad wordt kostbaar medicijn. In de glazen kast met notelaar omlijst, berg ik de kristallen roemer, 't Chinees porselein. [pagina 722] [p. 722] De es Acer pseudoplatanus Voor eshout legt de vioolbouwer dukaten neer, waar 't instrument onder de strijkstok, 't ambacht trouw de zuivere klankgrond bekent. De boom overleeft de profeten. Hoeveel jaren zette de baljuw hem hier? De parochiepapen zijn vergeten, hij leeft fraai met bloeiende sier. Horatius lag op velours aan tafelen gesneden uit de tronk. De bruine bij zuigt suiker als de winden rafelen aan goudgele bloesems een dag van mei. Lange zomeren ken ik de boom gebogen over de val van 't molenrad. De berggeit op heldere hoogten knabbelt gulzig aan 't zoete blad. Vorige Volgende