de heren van het Comité wel wat verbaasde was dat hij abrupt afscheid van hen nam en wegliep met een van de aanwezige dames die hem haarfijn ondervroeg over het 19de-eeuwse Zollverein. Maar kom, alle Europeanen zijn nu eenmaal vrouwengekken.
De waarheid is dat Miss Marsen mij niet liet ontsnappen en mij voorstelde in mijn hotel een kop koffie te gaan drinken. Toen we samen in de gezellige taveerne zaten, was ik opgelucht. Ik had het er fatsoenlijk afgebracht. ‘Der Mohr hat seine Schuldigkeit getan’, zei ik tot de jonge vrouw. ‘Laat de Moor toch maar wat blijven’, antwoordde ze, want Duits is in St. Louis de tweede taal, zoniet de eerste.
Toen we over de Common Market en het Zollverein uitgepraat waren, begon ik haar nader te bekijken. Ze had haar mantel afgelegd en droeg een blouse zonder mouwen, roze. ‘Vandaag gekocht’, zei ze. ‘In Duitsland heet dat: letzter Versuch.’ Ik protesteerde en zei iets wat een compliment moest zijn. Toen viel het me op dat haar armen vol sproeten stonden, dat haar haar ros was en dat ze een zware bril koket had afgenomen.
‘Mag ik je voornaam raden?’ vroeg ik. Ze knikte verwonderd.
‘Volgens mijn intuïtie, moet je Deborah heten’, zei ik.
‘Je bent geen economist’, zei ze stomverbaasd, ‘je bent een tovenaar of een hypnotiseur of zoiets.’
Toen vertelde ik haar mijn wedervaren in de Schwarzwald Bar en hoe haar vader aldoor riep ‘Waar, waar is Deborah’.
‘Mag ik een whisky hebben?’ vroeg ze door haar tranen heen.
‘Een dubbele’, zei ik en bestelde er twee.
‘Vader is een dronken loeder’, zo ving haar ellendig levensverhaal aan. Een paar uren heb ik geluisterd naar haar menigvuldige misères, de ontrouw van haar moeder, die met een man gevlucht was, het fysisch en moreel verval van haar vader die zich in haar jeugd aan haar vergrepen had, de abortus die haar bijna het leven had gekost, zijn permanente dronkenschap die altijd op slijmerige sentimentaliteit uitliep, de krampachtige pogingen die ze had moeten doen om zich recht te houden, de thesis die ze over de Common Market voorbereidde. Al dat vuil en edels waarmee haast elk leven gevuld is.
‘Je zou het me niet aangeven’, zei Deborah na een aantal whisky's, ‘maar ik ben kampioen judo van St. Louis. Dat ondervindt vader telkens wanneer hij weer handtastelijk wordt.’
Kaarsrecht is ze vertrokken in de nacht.
Een jaar nadien heb ik een exemplaar van haar thesis over de Common Market ontvangen. Deborah Marsen heeft ze aan mij opgedragen. Wanneer mijn vrienden mij plaagden, heb ik nooit uitleg gegeven. Ik heb er alleen