Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 115(1970)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 1] [p. 1] Dietsche Warande en Belfort 115e Jaargang Nummer 1 Januari 1970 Pieter G. Buckinx / Vijf gedichten Advent Soms staat er een muur tussen u en mij, hij klimt als een ring van mist langs de decemberschimmel van de winterslaap. Dan worden de uren trager en kouder, wij kunnen elkander niet raken, er huilt iets in ons, de vleermuis van het verdriet hangt aan de dakgoot van het huis waarin wij heen en weer gaan als blinden, met tastende handen. De honden klagen aan het tuinhek in de doodskou van december. O Morgenster, breek door het donker en graas de schimmel van de winterakker, begraaf de twijfelkoorts. Klokken en vogels, roep mij wakker. [pagina 2] [p. 2] De spiegel brak Voor een vriend I De spiegel brak. Het wonderbeeld verduistert, de wijnoogst van de waanzin wordt gevierd, de knaagspin graaft zich in, diep binnenin. O hulpeloze woordentroost. Het zwaluwnest is leeg, het herfstgoud is gedoofd. De paarden in uw aderen zijn gestorven en slapen in de luister van de nacht. [pagina 3] [p. 3] II Weer sluit het donker u in maar gij blijft waakzaam toeven onder de wimpers van de slaap om haar te zien zoals zij eenmaal was die koele voorjaarsnacht, jaren geleden, minder wild en warm dan toen en minder teder misschien, maar onsterfelijk en bovenwerelds in de goudglans van uw slaap. [pagina 4] [p. 4] III Nat tot in het nekhaar, nat van angst, in het vijandig gevecht met de roofdieren, speelt gij met dit mes knagend aan het verleden, aan de vingers van het verdriet. Ach, er is hier in dit gebied van bloemen en vogels geen kruid gewassen voor de wonden die nooit genezen, voor de wonden waarmee wij sterven. Het lichaam moet verkleumen en bederven. [pagina 5] [p. 5] IV Als de wereld verdonkert en verkilt en gij voor immer afscheid neemt, vindt gij uiteindelijk het vleesgeworden woord waarin de ziel ademt en trilt zoals in het begin der tijden, opwaarts zwevend boven het water in een onvoorstelbaar gebied waar de geest, eenmaal zo trots en vermetel, voorgoed van zijn blindheid geneest. Vorige Volgende