haaldelijk met onopgeloste problemen hebben laten zitten.
Ook opmerkelijke leesfouten - om dit in het voorbijgaan even aan te stippen - komen vrij veelvuldig voor: behutsam (10) voor onvoorzichtig (14: ik citeer naar het verzameld werk), Büchlein (16) voor boeketje (18), daarentegen Eckchen (17) voor boekje (19), abenteuerliche (38) voor avondlijke (36), bedanken (64) voor bedenken (57), angemalt (64) voor gekeurd (57), zähmende (76) voor temende (67), empfindlich (82) voor gevoelloos (72), erwarten (erwartungsvoll, 114) voor verachten (98), glücklich (130) voor geduldig (110), Mauer des Hauses (28) voor muur-van-haat (28, via Mauer des Hasses?), Stunden, an denen er zehrt (41) voor uren, waaraan hij sleurt (39, via Stunden, an denen er zerrt?), Botenzimmer (122) voor zolderkamer (104, via Bodenzimmer?).
Het vocabularium dan: Arm in Arm (71) voor elkaar omarmend (63), sorglos (35) voor onverzorgd (33), Flur (33) voor bordes (32), ruchlos (38, 77) voor roekeloos (36, 68), Mieder (22) voor ceinture (23), zweistöckiges Haus (39, 109) voor tweewoonst (37, 94), Nachbarbahnhof (55) voor buurtspoorweg (50: ein abgelegner Nachbarbahnhof!), belauschen (106) voor beloeren (92), Gehöft (110) voor gehucht (94) en vele andere, te talrijk om op te noemen. Dat Einsilbigkeit (95) voor eenzelvigheid (83) niet eens zo'n slechte vondst is, mag in deze voorwaarden dan ook wel rustig aan het toeval worden toegeschreven.
Uit het gebied van de syntaxis moet ik mij, terwille van de plaatsruimte, tot een enkel voorbeeld beperken. Ik citeer twee zinnen met een voor Gilliams karakteristieke constructie: ‘Als zij langs het dienstdeurtje binnenkomen, en tante Zénobie is aanstonds in een nerveus gesprek gewikkeld, - zonder zich van iemand iets aan te trekken, komt Hermine met geroep in huis gevallen.’ (53) Het zou mij te ver voeren, deze syntactisch-stilistische eigenaardigheid, die bij Gilliams schering en inslag is, hier verder te onderzoeken. Hoe dan ook, het streepje vóór ‘zonder’ wijst erop dat dit zinsdeel bij de hoofdzin behoort (‘komt Hermine, zonder zich...’). De volgende vertaling is dus fout: ‘Als sie durch den Personaleingang hereinkommen (Tante Zénobie ist sogleich in ein erregtes Gespräch verwickelt, ohne sich weiter um jemanden zu kümmern), kommt Hermine laut rufend ins Haus gestürzt.’ (59) Een vergelijkbare constructie komt o.m. op blz. 68 voor: ‘De rechter voet vooruit, het lichaam strak en onvertederbaar, als een egyptische priesteres verheft tante zich boven ons allen...’. Ook hier slaat de vertaler de bal mis: ‘Den rechten Fuss vorgestellt, den Körper steif und reglos wie eine ägyptische Priesterin, erhebt sich Tante über uns