Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 112(1967)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 433] [p. 433] Willem M. Roggeman Het orakel van New York City voor Leo Vroman Er brak plots brand uit in het Museum van Moderne Kunst. Ben Shahn, Robert Motherwell en Man Ray dienden haastig van de muur gehaakt en weggebracht. Ik keek toe, de handen rustig in de zakken. Heimelijk legde ik de eerste steen van het UNO-gebouw (het was 1949). Buiten, in de zon van Fifth Avenue liep een meisje uit Californië, ik telde haar zomersproeten. Achter een uitstalraam serveerde een neger warme hamburgers. In de verte loeide een brandweersirene. Ik ben een camera. Ik loop weer op Fifth Avenue voorbij de Tiffany's juwelen zit op een bank in Central Park met schaatsers in de winter met oranje ijsco in de zomer. En zie, dertig jaar na de dood van Garcia Lorca loop je ook op Times Square, weer een dichter in New York. [pagina 434] [p. 434] Maar de dichter die de schaduw van zijn jaren meet merkt niet hoe achterdocht klemt in de handen van de drenkeling in East River. Je weet het, Federico, melancholie is een zoon der eenzaamheid, een dochter van de twijfel die verlangens fluistert in de schuldige schelp van je oor. Wie kent de filosofie van de zelfmoordenaar? Ook de dichter Ted Joans woont in deze stad Hij (een orakel, ja maar o zo verstaanbaar) die eens dichtte, onthulde, mededeelde, verklapte: Je hoeft niets te vrezen van de dichter tenzij de waarheid. Geslingerd uit het raam van de 97ste verdieping van de Empire State Building hangt hij te slingeren aan het donkerblauwe lint van zijn schrijfmachine met onder hem de auto's de autobussen als dinky toys en enkele voetgangers zonder enige verwondering. [pagina 435] [p. 435] En onder de triomfboog op Washington Square leest een zwarte dichter met een T-shirt zijn doorschijnende verzen voor. Dan spreekt het orakel aldus: Ginds en hier in Azië, in Europa en in Amerika en overal overal is Viëtnam. Want wie bommen zaait zal oorlog oogsten. Want elk vasteland is uit dezelfde aardkorst gesneden met hetzelfde bloed doordrenkt met dezelfde tranen bevrucht en overal, hoor je mij, overal is Viëtnam. Zo sprak het orakel van New York City. En de dichter las voort. Maar de dagen zijn ongelijk zoals de zeven zuilen van de tempel in Delphi. Daarom o zwarte Apollo vergeet deze blanke almanak en vertel ons je witte droom: een baseballwedstrijd op het stadion van Delphi. Het orakel ratelt in de wielen van de BMT-subway naar Brooklyn tot voorbij Sheaphead's Bay [pagina 436] [p. 436] waar Leo Vroman woont met zijn vrouw Tineke en zijn dochters Geraldine en Peggy Ann. Maar in een blauwe droom ziet de dichter hoe in de eeuwige spiraal van het Guggenheim-museum nog de witte schim dwaalt van Frank Lloyd Wright. De wereld, één stad, één reusachtige lichtreclame, mijn hand een bladvormig metalen plaatje hangend aan een draad als een onderdeel van een mobile van Alexander Calder. Maar op Staten Island en ook op de Bronx lacht weer het landschap. En in Wallstreet kijkt een arduinen George Washington als een 18de-eeuwse Apollo met zijn rechterhand beschermend uitgestrekt over de New York Stock Exchange recht in de navel van de aarde. En het orakel spreekt weer: effecten, dividenden, coupons, woorden die ontstaan aan de rand van de taal. Ik ben een camera, ik kijkend, ik registrerend, [pagina 437] [p. 437] ik snorrend. Manhattan, in jou herken ik mijn levensgroot zelfportret. Vorige Volgende