Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 110(1965)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 429] [p. 429] Herman de Coninck Gedichten 1 O, ik weet het niet, maar besta, wees mooi, zeg iets, zeg: kijk, een vogel, en leer me de vogel zien. Zeg: het leven is een brood om in te bijten en de appels zien rood van plezier, en nog, en nog van alles, zeg iets. Leer me huilen en als ik huil leer me zeggen: het is niets. 2 Nevel is 't niet meer voorbijgaan van iets moois dat al volbracht is. Nevel is gelukkig haast niet meer bestaan, niet meer moeten en nog even mogen. Je was lang gebleven. Nevel is even daarna. Ik zie haast nog je ogen. Nevel is: nog bijna. [pagina 430] [p. 430] 3 Na een afscheid Dit is gemis: lang kijken naar de zon die ondergegaan is. 4 wolken zijn doeken voor het bloeden van de zon, de schemering is een trage behandeling van een grage wonde. 5 Ballerina Gebaar voor gebaar reikt ze haar lichaam over aan haar dromen en telkens wordt ze meer dan ze was en telkens reikt ze weer. 6 Mijn geluk zijn zeven vogels die lang weggevlogen zijn. Ik ben het nest. [pagina 431] [p. 431] 7 Zwaan er drijft een zwaan de oevers trekken het water strak aan zodat het niets verraadt van zijn diepste vissen en wieren als een beschaafd gelaat en niets geschiedt er drijft een zwaan en ze weet het niet. Vorige Volgende