Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 108(1963)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 1] [p. 1] [1963/1] Anton van Duinkerken Heugenis aan Zerkel zondag 10 september 1961 Hasebroek schemert weg in vroege zilvermist. Er hangt een trillend waas van zondag om de toren. Te scherpe lijnen zijn zorgvuldig uitgewist Als werd een droomland uit de morgenstond geboren. Wij glijden langs het lage loof der suikerbieten De lichte glooiing van een weiland tegemoet. Hofsteden, die bedaard hun veiligheid genieten Stralen geluk uit als een lang verzwegen groet. Dan klinken rechts van ons uit ouderwetse roeren Opeens de schoten van 't pas open jachtgetij; Er lopen door het veld vier werkendaagse boeren De blauwe schoonheid van de zondagsrust voorbij. Onmerkbaar wordt de vaart een weinig ingehouden Dicht bij een open sloot komt nu de haas te zien, Die om zijn leven rent naar de vergeefse wouden Van dun akkermaalshout: een wanhoop, een misschien! Achter hem holt de wilde dreiging van de honden. Zijn angst blijft vlugger dan hun graag gedane plicht. Redt hij zich nog? Hij heeft het struikgewas gevonden, Waar achter stiekem het geweer verborgen ligt. Het schot knalt als een schreeuw, waarin zich duizend zuchten Ontladen uit een lang verstomd gehouden keel. Een sliertje kruitdamp stijgt verstuivend naar de luchten, Wier blauw voorgoed gescheurd lijkt door dit wolkje geel. [pagina 2] [p. 2] Daar schieten op de wei de diepontzette koeien In ongewone draf tezamen naar de sloot En staan als beelden stil voor het ontzaglijk groeien Door alle groeisel heen van de volslagen dood. Weer neemt de wagen vaart. Bij brede boerenschuren Pralen goudsbloemen in brutaal septemberlicht. De klok van Zerkel slaat tien afgewogen uren Over een eindeloos gelukkig vergezicht. Vorige Volgende