Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 107(1962)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 489] [p. 489] Gedichten Bertiven Pogen voor dr. Aug. Keersmaekers. Ik wil nog voor de schemer valt een boog uit wilgehout gaan kappen en uit riet de pijlen snijden die ik spoedig hoog en ver bij duisternis verschiet, om dan, terwijl ik huiveren zal voor in het wild verschoten wensen, het oor te spitsen of ik soms de val kan horen buiten eigen grenzen. en bovendien opdat de Jongste Dag, als Hij mijn lichaam slapend vinden zal, ook de boog ontwaren mag en aan mijn schouders binden. P. Blommaert Avond aan de Schelde Het gesuis van je warme wagen (nooit wist ik mij zo wijd) en blonde zeepaardjes zwommen in de lucht... De boten hebben kaarsjes uit de kerstbomen geplukt en dragen ze in processie over de Schelde. De kanada's kraken als zij knielen. [pagina 490] [p. 490] Kijk hoe de stroom in zijn winterslaap weerloos is en zwaarverdronken. Een zwarte meeuw droomt nog voorbij, en in een onderzeese stilte voelde ik de adem van het water langs mijn huiverend gelaat, en hoe het met zijn lispelende lippen aan de oevers heeft gezegd: ik ben die eeuwig slapengaat en eeuwig maakt, en als het donker wordt, steek ik de harten aan van hen die samen langs mijn dijken gaan; ik zet hen al mijn sluizen open en laat hen met een dronken maan door spiegels van verwondering lopen. Frans Denissen Het gedicht Dit is het holle lied, de brakke stem der nacht. Het zijn de watergeesten niet die zacht zingen in je slaap; het is de kreet van een uil of de schreeuw van een aap. Dit is het holle lied. En wie het hoort begrijpt het niet. Het is een lied zonder zin, zonder einde, zonder begin. En ik diep verdronken erin. [pagina 491] [p. 491] Caravana de camellos Dorre twijgen zijn de poten der kamelen nachtelijke kano's de okerschaduwen, die zwijgend glijden over gele golven. Achter de nevels is de zon onzichtbaar wit (Een gier spiraalt wazig naar het licht) Langs de trillende purperlijn der naakte djebels (ginds, aan de kim!) beiden skeletten de bronzen nacht. Vorige Volgende