De laatste ronde
Nieuws
Men hoort wel eens de klacht, dat Vlaamse dagbladredakties niet voldoende aandacht besteden aan berichtgeving over literaire onderwerpen. Vanzelfsprekend kan men niet alle kranten over één kam scheren, maar er zit toch wel een grond van waarheid in die klacht. Alle dagbladen hebben gespecializeerde politieke, sport- en andere redakteurs. Weinige beschikken over een kunstredakteur. Als zij er een bezitten, is dat meestal een man die vooral aandacht moet besteden aan recensies. Men beseft te weinig dat ook in de artistieke wereld ‘nieuws’ te rapen valt.
Wij vragen ons echter af, of de uitgevers zelf niet voor een deel verantwoordelijk zijn. De redakties worden overstroomd met allerlei nieuwsbulletins, afkomstig van allerlei instellingen, gaande van ambassades tot folkloristische feestkomitees en commerciële firma's. Wat komt er vanwege de uitgeverijen en de boekhandelsorganizatie op de kopijtafel? Over het algemeen mag men zeggen, dat zij alleen maar hun huisorganen zenden, plus, bij gelegenheid van een Boekenbeurs of een andere speciale manifestatie, enkele propagandistische communiqué's en een uitnodiging om de gebeurtenis bij te wonen. De publicitaire toon van de huisorganen laat meestal niet toe, daaruit te putten.
Zou het niet mogelijk zijn, een soort van gezamelijke persdienst in te richten? De vereniging van uitgevers en boekhandelaren zou b.v. iemand kunnen gelasten, geregeld een bulletijn aan de kranten te bezorgen. In dit bulletijn zou men uitsluitend niet-commerciële nieuwtjes opnemen over allerlei aspekten en gebeurtenissen die ook maar iets te maken hebben met Vlaamse literatuur, auteurs, uitgeverij, boekhandel. Propagandistisch gestelde berichten zou men moeten weren, omdat zij in de kranten - die soms zelf een uitgeverij hebben - toch geen kans krijgen en omdat publiciteit moet worden betaald. De beste propaganda is trouwens de onrechtstreekse.
Het bulletijn zou wetenswaardigheden verstrekken over de verspreiding van Vlaamse boeken, hier en in het buitenland. Het zou nieuwe uitgaven aankondigen, maar dan in nieuws-stijl. Het zou belangrijke data in herinnering kunnen brengen, (Conscience is zoveel jaar geleden gestorven, Walschap werd zestig jaar geleden geboren...). Bezoeken van Nederlandse en andere auteurs in Vlaanderen, reizen van Vlaamse auteurs, literaire konferenties, nieuwtjes over literaire prijzen, anekdoten en alles wat de Hollanders ‘human interest’ noemen, zouden in dit bulletijn worden behandeld. De stijl zou journalistiek moeten zijn, pittig en bondig zonder (nogmaals) publicitaire inslag. De uitgevers en boekhandels moeten beseffen, dat alles wat belangstelling wekt voor de auteurs en hun werk, ook al worden uitgeverij noch prijs vermeld, allen ten goede komt. Het bulletijn zou er in geen geval mogen naar streven, gunstige recensies aan de kranten op te dringen.
Is het maken en verspreiden van een gezamenlijk nieuwsbulletin niet mogelijk, dan kunnen wellicht de uitgevers zelf, elk voor zich, deze suggestie overwegen. Misschien kan ook de Vereniging voor Vlaamse Letterkundigen op dit gebied iets presteren? Zij geeft nu geregeld een mededelingenblad uit, bestemd voor haar leden. De redakties krijgen dit blad toegezonden, maar de vorm van de artikels en mededelingen (waarop wij op zichzelf geen kritiek willen uitbrengen) is minder geschikt voor een krant.
Men mag er in elk geval rekening mee houden, dat elke redaktie kleine literaire nieuwtjes gretig zal gebruiken. Al was het maar als vulsel van de kunstpagina, waarin nu zoveel buitenlandse ‘kleine notities’ verschijnen.
G. DURNEZ