Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 99

[p. 251]

De laatste ronde

Drinklied voor atonalen

A dingen dingen jong
hoewist - mm

kom binnen kom binnen
hang je baard aan de kapstok
ruk je haren uit
doe alsof je thuis bent
of nee
doe andersom

tis feest dingen tis feest - mm

schuifaan schuifaan alwaar wij gaan
wij zonen van de helden
drink een glaasje mee
drink een vensterglaasje mede mee
drink dingen
tot je beschaafd bent
traldaldiere

ruk je oog uit dat onooglijk oog
dat ogenschijnlijk lijkoog dingen
ruk je oog uit
het ergert ons
leg de bolhoed van je verstand
laat de wind der dwaasheid op je knikker
knikkeren
giet je hoofd vol dingen
opdat er iets in zou zijn

mm mm

ach mijn ouwe ouwe jongen
ouwe taaie jippie jippie jee

tleven is zo dingen
zo is het tleven

slaat je vrouw de goudvis ook - mm

ik ben zo droef

GASTON DURNEZ

Literatuur als marktwaar

Vreemd: een groot magazijn in een grote stad organiseert een literaire boekenmarkt, duikt het op uit de troebele diepten van ons Vlaams minderwaardigheidscomplex. Maar daar gaan we reeds met de roltrap naar de derde verdieping van ‘De Bijenkorf’ te Rotterdam. Door de nuttigheidsafdeling heen van de keukenbenodigdheden bereiken we dan ons doel. Een drietal rijen kramen staan er opgesteld, als marktlieden fungeren de heren en dames literatoren: jong en oud, experimentelen en traditionelen zijn hier één ter verdediging van de belangen des boekhandels en der geestelijke goederen die ze vervoeren. De kleurige boeken, de fleurige dames, de wit-groene vlaggen der Boekenweek geven aan het geheel een typische marktatmosfeer. Er ontbreekt echter het marktgeschreeuw.

Ook hier, al zijn ze klein in aantal, laten de experimentelen luid hun apartheid blijken. Gerrit Kouwenaar draagt een bijzonder jasje, extra lang en met een apart klein zakje boven de ‘gewone’ jaszak. Lucebert heeft een apart donker, dun ringbaardje; hij beveelt zijn experimentele genoten sterk aan, noemt zich op de verkoopbon heel apart Luci Bert en kijkt heel geamuseerd als ik hem zeg dat wij met onze discipelen, rhetorica-leerlingen, speciaal naar Rotterdam kwamen om de literatuur in levenden lijve te komen zien: zijn er nog mensen die zo naïef zijn om zich daarvoor zo'n verre verplaatsing te getroosten, of was het verwondering omdat een ‘gewone’ burger zo maar dicipelen kan maken aan de lopende band?

Hella Haasse is één en al charmante vriendelijkheid en zou als ‘marktkraamster’ (of is het boekenkraam-vrouw?) beslist een hoog verkoopcijfer maken, b.v. in een luxechemiserie voor heren. Jacoba van Velde, de

[p. 252]

nieuwe ster aan de hemel van de Nederlandse letteren, heeft beslist talent als verkoopster, zelfs van moeilijk verkoopbare artikelen, denk ik, laat ons zeggen van gedemodeerde hoedjes of boeken van taaie auteurs. Clara Eggink kijkt verbaasd als men haar vraagt te signeren: loont het werkelijk de moeite?

Van de andere sexe onderscheidt zich speciaal C.J. Kelk: levendig, stralend-vriendelijk en aan zijn bedeesde (ja, die zijn er nog onder het boekenminnend publiek) klanten-in-potentie met aandrang zijn waar opsolferend tot meerdere glorie van de Nederlandse letterkunde. J.W. de Boer is zuiders-enthoesiast in de appreciatie van zijn waar. Teirlinck's Gevecht met de Engel wordt luid geprezen als een epische prestatie zoals er elke halve eeuw geen volbracht wordt in de Nederlandse literaire ring. Aar van de Werfhorst troont zwaar onder zijn veel te kleine stand. Zo zeer zijn physische verschijning beantwoordt aan de epische allure van zijn verhalen, zo zeer stelt Theun de Vries teleur.

Er zijn ook hoofdagenten aangesteld ter bevordering van de literaire export van het Zuiden naar het Noorden. Daar heb je Raymond Brulez, die te groot is voor zijn kraam en in het verkopen, naar het mij toescheen, niet zo heel vaardig. En daar, let op, daar heb je Boontje, haast verdoken in zijn negotie. Ik zie op zijn kraam een boek van Ernest Claes liggen. Avonden van Simon van het Reve prijst hij aan als de roman waarin men, koel beschreven, een beeld krijgt van de lusteloos-lege jeugd van nu. Boontje is Boontje, ook als boekverkoper. Karel Jonckheere integendeel wil totaal anders zijn dan in zijn gedichten. Hij wil duidelijk demonstreren: denk nu maar niet dat je hier iets ‘dichterlijks’ aan mij gaat zien, ik geef geen zier om al die ernstige dingen waarover ik het in mijn gedichten heb; neem maar niets au sérieux, de wereld is een marktgedoe, waar iedereen maar wil bedrogen worden. Voelde hij zich dan misschien best op zijn plaats, op deze literaire boekenmarkt?

Rotterdam 3 April 1954.

J. VAN DEN BROECK.

Week-end van D.W. en B.

Wij beleggen dit jaar ons week-end van Zaterdagnamiddag 19 Juni tot Zondagnamiddag 20 Juni op het buitengoed Ter Nood, schilderachtig gelegen op een hoge heuvelkam te midden van een park, te Overijse in Brabant.

Zoals vorige jaren zijn op deze samenkomst niet enkel onze medewerkers maar ook de lezers en lezeressen van ons tijdschrift van harte welkom.

Het programma:

Hub. Van Herreweghen huldigt de dichter René Verbeeck, n.a.v. diens vijftigste verjaardag. R. Verbeeck draagt voor uit eigen dichtwerk.

Dhr. Bert Leysen, Directeur van de Vlaamse Televisie-Uitzendingen, spreekt over ‘Televisie en de kansen van de Vlaamse literatuur’.

De letterkundigen Jozef Muls, Ernest Claes, Emiel van Hemeldonck, Anton Van Wilderode en Albert Westerlinck geven persoonlijke bevinden en herinneringen ten beste over het thema ‘Literatuur en Reizen’.

Het aandeel in de onkosten beloopt 175 frs. per persoon voor het volledig weekend; logies, maaltijden en fooi inbegrepen.

Wie onder onze lezers het week-end wil meemaken, melde zijn deelname aan dhr. Joos Florquin, secretaris van het Beheer D.W. en B., Tiensesteenweg 192 te Leuven, op wiens postrekening nr. 4269.91 het aandeel in de onkosten moet worden gestort vóór 17 Juni.

Overijse is gemakkelijk te bereiken met de autobus Etterbeek (Brussel)-Overijse, die vertrekt op het Jourdanplein te Etterbeek (zie tabel 700 van het spoorboekje). Men kan nog beter en gemakkelijker dezelfde autobus nemen op de Souvereinlaan te Oudergem, waar er meer vertrekuren zijn (20 min. bus tot Overijse). Men neme dan aan Station Brussel-Zuid tram 35, aan Stat. Brussel Centraal of aan de Beurs tram 25 tot Oudergem (Souvereinlaan). Aan Station Brussel-Schaarbeek: tram 5 tot Jourdanplein te Etterbeek.

DE REDACTIE.