de grootste gevaren voor de democratie. Een gevaarlijk speelgoed, geldverslindend, verwerpelijk.
Maar de redelijke mens die nog vertrouwt in de moed der mensen overweegt: Het zou onverstandig zijn de technische ontwikkeling in de wereld te willen tegenhouden. Deze technische ontwikkeling is immers het teken van de gaven die God de mens schonk, de ontraadseling van zijn Schepping.
De oplossing ligt op het terrein van de ethiek en de esthetiek. Het gaat om de wijze waarop wij deze technische ontwikkeling gebruiken.
Als wij ons niet met de televisie bemoeien dan zal de televisie zich met ons bemoeien. Het gaat om de wijze waarop wij deze vernuftige techniek gebruiken om nieuwe schoonheid te scheppen en haar mede te delen aan een zo groot mogelijk aantal. Het gaat er om, een schaar mannen te vinden of te vormen die TV aanwenden met bezieling, hun doel bewust.
De redelijke mens overweegt: Wij zijn in een oefentijd zo technisch als programmatisch. - Een verlangen van de mens is verwezenlijkt, een verlangen zo oud als de wereld zelf. Een sprookje is geen sprookje meer: zien wat er gebeurt op onmetelijke afstand, u laten zien in uw huis zelf, zoveel van de wereld, de gebeurtenissen en het spel, wat schoon is of boeiend, uit nut of uit spanning, of tot uw stichting en veredeling. De komende generaties zullen, dank zij de TV, een bredere kijk hebben op de wereld.
Wij zeggen ook van TV: zoveel moeite van het menselijk verstand, zoveel ontdekkingen in één ontdekking der techniek, zó kostelijk, en na de inspanning van zovelen zulke geringe vrucht, dit licht en dit flikkerend beeld op het kleine lichtscherm in de huiskamer met onbeduidendheden. Overmacht van de techniek, tijdelijke onmacht van de programmatie.
Maar nu wij ook bij ons bij de aanvang staan van de TV-activiteit, laten wij dan op dit gebied de kracht en het Vlaamse vernuft verzamelen die zo vaak onze natie hebben geleid en de kwaliteit doen gelden van gevoel, verbeelding en idee, met keurigheid en goede smaak, zowel in de populaire als in de aristocratische vormen van TV-schouwspel. En daarbij bedenken dat de problematiek van de televisie voor ons daar begint waar de tovermacht van het bewegende beeld in de Vlaamse huiskamers binnendringt, van de Noordzee tot de mijnvelden, in de steden en op de hoeven, om gewild of ongewild op de geesteshouding en levensgewoonten in te werken en de mentaliteit van talloos velen te beïnvloeden.
Wanneer men zou aannemen zoals het somber dichterlijk humanisme van de Existentialisten beweert, dat het leven absurd is of absurd geworden is en wanneer men dat toepast op dit nieuw groot en angstwekkend verschijnsel dat de naam Televisie draagt met daarbij het vermoeden dat het gebruik van TV het lot en het welbehagen, of de versombering van het menselijk leven zal beïnvloeden, dan kies ik met bewustzijn en hardnekkigheid tegen de hopeloosheid van Jean Paul Sartre en wend mij met vastberaden gemoed