Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 98(1953)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 257] [p. 257] [1953/5] Blanka Gyselen En eeuwig treedt... ...En eeuwig treedt van uit zijn eenzaamheid een verre God om aan zijn beeld te kneden uit deze klei die kleeft aan u en mij. Een windbegin, bijna van innigheid, geleidt zijn hand langsheen d'oneffenheden en stijgt tot storm en die boetseert den vorm. Dan zwijgt het àl. De Schepper peilt zijn werk dat eeuwig weer, in 't neerslaan van zijn ogen, tot steen gestold bééft, als zijn donder rolt. Aan wolk én wolk van zijn geweldig zwerk op steen én steen over zijn beeld gebogen - gij hier, ik daar - slààt hij ze aan elkaar. En deze twee, die uit hun duisternis ontvonken tot zo bovenaardse klaarte zien in dit licht elkanders zielgezicht... Dan glimlacht Hij in zijn geheimenis en laat hen weer in héél hun stenen zwaarte los in den tijd beeld van Zijn eenzaamheid. Vorige Volgende