Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 94(1949)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 1] [p. 1] Felix Timmermans Twee gedichten I Aan de muziek O Schoonheid, die wij niet verstaan en toch zo gaarne ondergaan, wanneer uw reine klanken in ingewikkeld' harmonie of met een simple melodie omheen de zielen ranken. Er is geen woord, er is geen beeld geen kleur, die hier een rol in speelt, geen uitspraak van gedachten; het zijn slechts klanken, pure geest ontbloeiend tot een rhythmisch feest, waarheen wij allen trachten. G'ontvlamt de ziel en lest de smart van 't op en neergaand mensenhart, verlicht en doet weer hopen; gij balsemt ons verzeerd gemoed, bij U wordt alles rein en goed zo dat de tranen lopen. O Schoonheid, die wij niet verstaan, laat ons in uw genade staan en luistrend U bedanken! O Dauw en vuur in klank gehuld, die ons met zaligheid vervult! Muziek is God in klanken. [pagina 2] [p. 2] II Regen Een regenluim. Een purpren pruim, die donzig over haar gespannen volte, met hier en daar een diamant van regen op haar ronden rand in koele bladerholte te dromen hangt. De regen hoort of ziet men niet en toch is er zijn teder lied, fijn op het palmblad van mijn hand. God zij bedankt! (Uit de nalatenschap, ongebundeld.) Vorige Volgende