Henriette Roland Holst
In memoriam M.E. Belpaire
Zoo oud was zij en zoo broos in de laatste jaren. En toch heb ik moeite mij voor te stellen, dat zij daar niet langer zit in haar hoekje op de canapé, met naast zich boeken, tijdschriften en brieven, in een der hooge, ruime kamers van het weidsche huis op de Markgravelei.
Ik leerde haar kennen in haar ouderdom - en wat ging toen alles van haar uit aan opwekking, bezieling en liefde. Welk een onuitputtelijke bron daarvan zal zij geweest zijn, toen zij stond in haar volle levenskracht.
Zij vertegenwoordigde de essentie van het Vlaamsche kultuurleven, de Vlaamsche muzikaliteit, de Vlaamsche gulle goedheid en gastvrijheid, de Vlaamsche teerheid en warmte van gevoel, de Vlaamsche vroomheid. Zij was de incarnatie van al het diepe en schoone, wat door de eeuwen in het Vlaamsche volk was gegroeid.
Het was elk jaar een feest voor mijn man en mij, om haar en haar trouwe vriendin te bezoeken. Hoe feestelijk waren die maaltijden aan de groote ovalen tafel in de hooge, lichte kamer. Altijd waren er gasten, verwachte en onverwachte, en levendige vroolijke kout kruidde de gerechten.
Vele uitnemende en sympathieke persoonlijkheden heb ik bij juffrouw Belpaire ontmoet, in de eerste plaats haar dierbare pleegzoon, de dichter August-Van Cauwelaert, die in den vreeselijken laatsten oorlogswinter als een zoon over haar waakte, en pater Vertenten, een mensch van groote begaafdheid en uitzonderlijke goedheid, wien zulk een lang en zwaar lijden wachtte.
Dan waren er haar dokter, haar pastoor, de leden van haar kwartet, haar verschillende neven; zij was het middelpunt van een kring, die velen, ook buiten Antwerpen en Vlaanderen omspande.
Lang zal zij voortleven in de herinnering van allen die haar gekend hebben, van de velen die zij door haar wezen vertroostte, bemoedigde, opwekte tot vroomheid en deugd.
De aarde lijkt verarmd door haar heengaan maar wij weten dat zij ook in haar nieuwen staat, allen die zij liefhad, beschermt en begeleidt!