| |
| |
| |
Boekbesprekingen
Literatuur
Paul De Vree: Maurice Gilliams. Essay. Reeks: Mens en Muze, no 2. Antwerpen, De Brug, 1947. 20×15, 63 blz. 55 frs.
Over een dichter schrijven is een uiterst kiese en vermetele onderneming die vooral bescheidenheid vergt. Wanneer P.D.V. deze studie over Gilliams uitgeeft stelt hij zelf den lezer op de hoede: hij maakt geen aanspraak op volledigheid en wil ook niet alles verklaren. Toch heeft de schrijver in vijftien korte hoofdstukken zoveel overdenkingen samengebracht dat men den indruk van overladenheid niet kan ontgaan. Men vindt hier op minder dan 60 blz. zeer verschillende themata behandeld bv.: Gilliams' psychologische persoonlijkheid - doelstelling - ethische stellingname - genesis van Gilliams' kunst - ‘muzikale’ werkwijze - opvatting over geluk, angst, pijn - distanz-gevoel - sociale rol van den kunstenaar - romanconceptie - proza tegenover dichtwerk - kunst als belijdenis enz. Gevolg daarvan is dat het essay weinig overzichtelijk geworden is. Men heeft hier eerder te doen met vijftien notities, waarvan het verband niet zeer duidelijk is aangegeven, wat den indruk verwekt dat het verward en onsamenhangend is. Men mist helderen betoogtrant, nuancering en synthetische eenheid.
De themata zijn veelal zo behandeld dat ze rechtstreeks ingaan tegen vooroordelen, ontstaan uit een oppervlakkige lectuur van Gilliams' werk. Zo wordt b.v. het combattief karakter van Gilliams in 't licht gesteld, de beschuldiging van narcissisme kategoriek van de hand gewezen en realisme geaffirmeerd waar men verkeerdelijk romantisme meende te vinden.
P.D.V. poogt een psychologische interpretatie van den dichter te geven; uitdrukkingen als: minderwaardigheidsgevoel, geldingsdrang, introvertief gewaarwordingsleven, evasie, afreageren enz. zijn daarvoor reeds een aanduiding. In deze interpretatie worden Gilliams' persoonlijkheid en oeuvre bepaald door de tegenstelling: ‘psychische strijdvaardigheid en physische weerloosheid’ (blz. 6), ‘Psychische onmeedogendheid en physische ongeschiktheid’ (blz. 10). Nochtans wordt soms het psychologische standpunt, als in 't voorbijgaan, overwonnen b.v. op blz. 14: ‘...enkelen vangen een autoscopisch onderzoek aan waarbij ze de grenzen van het raadsel dat ze zijn, zodanig verkennen en verschuivend verwijden, dat een contactname met het Wezen van alle Zijn - waarvan ze nooit los waren - op eerlijke en waarachtige gronden weer wordt hersteld.’
Een bezinning op De Vree's interpretatie en waardering van Gilliams' oeuvre is in deze korte bespreking verder niet mogelijk. Wijzen we nog alleen hierop dat, wanneer men Gilliams en Rilke tegenover elkander plaatst, men ook aan Rilke recht moet laten wedervaren; de uitdrukking: ‘franciskaanse droom’ (blz. 32) maakt naast Rilke's naam een al te belachelijk effect!
De verdienste van dit essay kan men zo aanduiden: iemand met bewondering en haast apologetischen ijver bezield, brengt hier een dichter nader tot ons door het stellen van een reeks problemen. Dit kan den weg openen naar verdere studie, naar grondiger interpretatie en kan bijdragen tot beter waardering van Gilliams' werk.
Dr. Ver. VAN DE VIJVER O.S.B.
| |
Hendrik Conscience: Het geluk van Rijk te zijn. - De Leeuw van Vlaanderen (2 dln). - Moederliefde. - Uitg. De Sikkel en N.V. Sandaard-Boekhandel, Antwerpen. Prijs:
| |
| |
gen. 38 frs., geb. 55 frs. Voor de reeks van 15 dln. gen. 34 frs., geb. 50 frs.
Wij hebben in vroegere afleveringen reeds op de lofwaardige onderneming van onze beste Conscience-kenner dhr E. De Bock gewezen, die een keur uit de verdienstelijke romanwerken van H. Conscience bij het moderne lezerspubliek wil verspreiden in een tekst, die in taalkundig en stylistisch opzicht op tactvolle wijze werd gemoderniseerd. Nogmaals drukken wij de wens uit dat deze uitgave vele gecultiveerde lezers, in de gelegenheid moge stellen Conscience als een der belangrijkste figuren onzer Vlaamse litteraire geschiedenis, ja als een figuur die in haar tijd gezien van Europees formaat is, te leren kennen. Wij spreken soms heel veel over onze Vlaamse ‘groten’ en huldigen met luidruchtigheid en pathos de pioniers van onze Vlaamse herleving, maar wij kennen hun werk en hun figuur onvoldoende. De figuur van Conscience is een aandachtige studie overwaard. Een kleine aanmerking: ik begrijp niet wat die korte biografisch-critische nota, van 5 à 10 regels, op de laatste blz. van elk der heruitgegeven werken komt doen. Ze is te beknopt en bevat te weinig substantie om bij de lezing, in litterair-aesthetisch of historisch opzicht, van werkelijk nut te zijn. Ze kon evengoed wegvallen. Maar waarom ze niet liever uitbreiden tot een uitvoeriger en degelijker critische nota van bvb. een paar bladzijden? De uitgave is verzorgd. Voor elk boekdeel maakte Nelly Degouy een mooie houtsnede.
Alb. W.
| |
Wijsbegeerte
N. Politis, hoogleraar aan de Sorbonne: De internationale moraal. Vertaald door Mr E.C.A. Kuyper. (Wetenschappelijke Bibliotheek). Uitgeverij Pantheon, Antwerpen; L.J. Veen's Uitgeversmij, Amsterdam, 1946. 150 blz. Geb. 95 fr.
Perioden van verdrukking zijn dikwijls tijden van verdieping. De mens kan niet aanvaarden dat er geen wet bestaat boven de willekeur van de macht; hij voelt zich gekrenkt in zijn diepste wezen door sommige onteringen en bedreigingen; hij heeft het gevoel dat zijn wezen een waarde en wet bezit die zich verheffen boven elk voorschrift van een menselijke wet en boven de maatregelen soms getroffen door de machtigen van de aarde. Deze uitspraak van het geweten treft zijn eigen handelen, het optreden van anderen tegenover hem, zowel van de nationale en internationale gemeenschappen als van de enkelingen. Dit bewustzijn, beschouwd in zijn rationele gronden, ligt aan de basis van de Moraal, waarvan elke menselijke wet of macht de nederige dienares moet zijn. In de onzekerheid van woelige tijden doen de mensen beroep op een regel die vaster in het hart geschreven staat dan de menselijke wet op het papier: ze vragen een internationale moraal die het recht van elke mens en van elk volk op onafhankelijkheid en menswaardige ontwikkeling erkent en oplegt. Het eerste deel van onderhavig werk ontwikkelt deze gedachte in het licht van concrete, doch verleden toestanden, waarvan echter de huidige bevindingen weinig verschillen, zodat de psychologische grond van het boek actueel blijft. In dezelfde geest van grootmenselijkheid kan Schr. de voornaamste regels van de internationale moraal opsommen in het tweede deel. Hij vernoemt de eerlijkheid, de gematigdheid, de wederkerige hulp, het wederzijds respect, de geest van rechtvaardigheid en de solidariteit. Dit werk is een krachtdadig pleidooi voor de internationale eerbied van de mens en de volkeren, volgehouden in een geest van christelijke zachtzinnigheid. Wij mogen Mr E.C.A. Kuyper gelukwensen om de mooie nederlandse vertaling die hij ons van dit werk geschonken heeft.
Prof. Dr V. HEYLEN.
| |
Hans Zbinden. De crisis der hedendaagsche moraal. Vertaald door Dr J.A. Schröeder. (Wetenschappelijke Bibliotheek). Uitgeverij Pantheon, Antwerpen; L.J. Veen's Uitgeverij, Amsterdam, 1946. 150 blz. Geb. 95 fr.
Dit werk verscheen in het eerste jaar van verleden oorlog en wordt thans het Ndl. lezerspubliek aangeboden. Het is een aanklacht tegen de zedenverwarring in het leven van de enkeling, die onvermijdelijk haar weerslag moest krijgen op het gemeenschapsleven. Het is tevens een oproep tot bezinning en herwording. Tegenover het verstard regionalisme en de gedogmatiseerde relatieve waarden die som- | |
| |
mige volkeren verblinden en opzweepten, stelt Schr. de evenwichtige waardebeoordeling van de christelijke moraal, waarin naastenliefde en vrijheid een hoofdrol spelen. De denkers en ook de man van de straat moeten echter een aanpassing aan de eisen van de moderne gemeenschap aanvaarden, opgelegd door de sociale evolutie inherent aan een voortschrijdende beschaving. Een van de gewichtigste vraagstukken door Schr. onderzocht is de verhouding van de volkeren, enerzijds door hun psychologische en culturele verschillen van elkaar onderscheiden, anderzijds. door de economische en technische ontwikkeling van de wereld op samenwerking aangewezen. Boven alles echter moet de eensgezindheid in de erkenning van hogere zedelijke waarden oprijzen.
Wij verbergen niet dat de lezing van het werk niet al te aangenaam is: de wegwijzers ontbreken in dit bos van gedachten; de uitdrukking is soms wazig. Wie echter de waarheid en de mens lief heeft, zal voor deze kleine moeilijkheid niet terugschrikken.
Prof. Dr V. HEYLEN.
| |
Mgr. De Solages, La Théologie de la Guerre Juste, ‘Questions disputées’, Desclée de Brouwer, 1946.
De auteur schetst in een eerste deel het ontstaan van de Theologie van den rechtvaardigen Oorlog. Daarom onderzoekt hij de opvattingen desaangaande die gangbaar waren in de Middeleeuwen, d.w. in dit verband zeggen, de theorie van Thomas van Aquino. Dit onderzoek wijst uit dat moet teruggegaan worden tot Augustinus, waaruit alle commentatoren, over Thomas heen, begrijpelijk worden. 't Is eerst in het begin van de 16e E. bij Franciscus de Vitoria en de school van Salamanca dat men wat nieuws vindt, dat geniaal uitgewerkt wordt bij Suarez. Dit alles belette niet dat men steeds terugkwam tot de commentaren op de Summa, tot in de 19e E. Taparelli definitief recht deed wedervaren aan de Vitoria en Suarez.
Het is dan ook uit het werk van Taparelli en uit de Kerstboodschappen van Z.H. de Paus dat Schr. richtlijnen haalt voor een gezonde theologie van den rechtvaardigen oorlog, geldig voor onzen tijd.
Prof. Dr A. KRIEKEMANS.
| |
J. Maritain, La Personne et le Bien Commun, ‘Questions disputées’, Desclée de Brouwer, 1947.
Schr. wil hier een bondige en definitieve synthese geven van zijne opvattingen over dit centraal probleem. Wij hebben deze 93 blz. doorgemaakt en nergens gevoeld dat een poging werd gedaan het vraagstuk in zijn kern aan te vatten. Hoog lopen wij met dit werkje niet op. J. Maritain gaf ons reeds beter.
Prof. Dr A. KRIEKEMANS.
| |
Dr. L. De Raeymaeker: Inleiding tot de Wijsbegeerte (Wetenschappelijke Bibliotheek). Uitg. Het Kompas, Antwerpen. Veen, A'dam. Prijs: 115 frs.
Dit is een tweede herziene uitgave van de uitmuntende ‘Inleiding’ geschreven door de bekende Leuvense hoogleraar. Uitvoerige bespreking werd aan de eerste uitgave gewijd in onze December-afl. 1946, blz. 640-641.
| |
Godsdienstige literatuur
Bij het ‘Spectrum’ (Utrecht-Brussel) verscheen van Dr. F. VAN DER MEER Augustinus de Zielzorger (prijs: 245 frs.). Het ontbreekt ons aan plaatsruimte om aan dit zéér merkwaardige werk de uitvoerige bespreking te schenken, die het verdient. De Nijmeegse hoogleraar behandelt in dit lijvige boek het leven en werk van Augustinus na zijn bekering en inzonderheid tijdens zijn episcopaat te Hippo. Vele lezers kennen den Augustinus der ‘Belijdenissen’, zijn jeugdleven tot aan zijn bekering; ook zijn werkzaamheid als wijsgeer, apologeet en godgeleerde in een reeks schitterende geschriften, werd door velen bestudeerd; maar weinigen kenden tot nog toe genoegzaam de bedrijvigheid van den zielzorger tijdens de lange jaren dat hij te Hippo verbleef. In dit werk heeft Prof. Van der Meer ons dézen Augustinus uitgebeeld en getoond hoe de geniale denker als ziele-vader met niet minder geniale gaven was bedeeld: verbluffende werkkracht, innemende menselijkheid, hoge heiligheid. In dit geleerde boek is een rijke schat van patristische, historische en archeologische wetenschap verwerkt. Het is ongetwijfeld een vrucht van jarenlange gedegen studie. Maar het is geen boek van de dorre kamergeleerde ‘nourri dans le sérail’, want het
| |
| |
is ook een meesterstuk van subtiele en door en door menselijke psychologie, dat ons de ongeëvenaard-fijne mens die Augustinus was in zijn schakeringen levend en bewegend tegenwoordig stelt. Zelden leest men een boek waarin grondvaste wetenschap en psychologisch intuïtie-vermogen zo harmoniërend samengaan. Daarmede is niet alles gezegd, want dit boek is geschreven in een frisse, meeslepende stijl, tintelend van leven, bloemrijk en brillant - ja, zelfs af en toe een tikje te koket! - zodat men niet aarzelen kan F. Van der Meer onder de allerbeste essayisten van Nederland te rekenen. Wij hopen dat dit in wetenschappelijk én religieus en artistiek opzicht zo schitterende werk van de in Vlaanderen reeds bekende auteur van ‘De Geschiedenis eener Kathedraal’ en de ‘Catechismus’, bij ons volk vele lezers moge vinden.
Bij ‘De Nederlandse Boekhandel’ (Antwerpen) verscheen zopas de derde druk van de gunstig gekende Nederlandse vertaling van Augustinus' ‘Belijdenissen’ door J.A. VAN LIESHOUDT O.E.S.A. (Klassieke Galerij, nr 31, prijs: 40 frs.). Bij dezelfde uitgever verscheen, in Nederlandse vertaling, het meesterwerk van de Duitse Kath. theoloog JOH. AD. MOEHLER ‘Die Einheit in der Kirche’. De vertaling is van Dr A.T.W. Bellemans, die om zijn vertalingen uit het werk van andere belangrijke religieuze denkers uit de 19e eeuw - Newman en Scheeben - reeds gunstig naam verwierf. Het boek van Möhler is niet een cerebraal geschrift, maar een bezield getuigenis van een oorspronkelijk-denkenden-en-levenden geest. De vertaling van Dr Bellemans verdient alle lof. Zij wordt voorafgegaan door een ink iding over Möhler's leven, werk en betekenis van de hand van de Leuvense hoogleraar Prof. Mag. G. Thils.
Bij de uitgever Sheed en Ward (Brussel) verscheen van F.J. SHEED in Nederlandse vertaling ‘De Wegenkaart des Levens’ (prijs gen. 58 frs., geb. 78 frs.), een vulgariserende uiteenzetting over het Katholieke geloof. Zowel in het gesproken als in het geschreven woord is de bekende Engelse apologeet een meesterlijk vulgarisator: secuur denker, helder didacticus en boeiend verteller. Dit boek is ten zeerste geschikt om aan andersdenkenden, die het Kath. geloof niet kennen en niet over grondige wijsgerige vorming beschikken, inzicht in de Kath. geloofsleer te schenken.
De uitgever E. Nauwelaerts (Leuven) publiceerde een reeks studiën gewijd aan een veelzijdige confrontatie van het christelijk humanisme met de noden en problemen van deze tijd, verzameld onder de titel ‘L'Homme nouveau’ (prijs: 60 frs.). Het bevat oorspronkelijke en gedachtenrijke beschouwingen over de houding van de Kerk t.o.v. de hedendaagse sociale problemen, de Staat, de lichaamskultuur, de geestelijke stromingen in wijsbegeerte en kunst, enz. Vooral de bijdragen van Abbé Ch Moeller en Prof. Dondeyne munten uit door levendig, diep en oorspronkelijk denken. Wie zich over de mogelijkheden en de taken van het christendom in het Europa van nu wil bezinnen, late dit boek niet ongelezen.
Vermelden wij ten slotte een nieuwe uitgave van de tekst der pauselijke encyclieken Rerum Novarum en Quadragesimo Anno met uitvoerige en heldere commentaar door KAN. E. BROECKX, die bij de uitgeverij De Vlijt (Antwerpen) verscheen; een zesde uitgave van dit verdienstelijk werk, dat reeds alom bekendheid verwierf (prijs: gen. 70 frs.; geb. 90 frs.).
Alb. W.
| |
Heerlijke ontspanning
Wie de drukkende dagtaak of de moeheid ‘van 's werelds getier’ een paar uren wil ontvluchten door de genade der verbeelding vinde in volgende werken een keus. Zonder hoge aesthetische normen, zonder psychologische problematiek onderneme hij met Friedrich von Tschudi de reis naar het land ‘Waar de Arend Heerst’ (Uitg. Heideland, Hasselt, pr.: 180 frs.), t.w. de onvergelijkelijke pracht van het Zwitserse Alpengebergte om er inzonderheid te midden van de dierenwereld, die daar huist, te verkeren. De beroemde Zwitserse naturalist uit de 19e eeuw maakte er een spannend verhaal van, verheffend om zijn zuivere natuurbezieling en leerrijk om zijn uiteenzettingen over de alpenfauna. De vertaling van Dr Oskar Van der Hallen verdient de meeste lof. Wie het leven in onze blijkbaar zó beschaafde mensengemeenschap beu is kan ook met Henri Van Wermeskerken het reisavontuur wagen naar ‘De Groene Hel’ (Uitg. L.J. Veen, A'dam, prijs: 98 frs.), t.w. het onontdekte binnenland van Brazilië. Hij zal de avonturen van
| |
| |
Frank Ladaye en een paar trouwe Indianen meemaken in hun strijd tegen oerwoud, wilde dieren, gevaarlijke Indianen. Adembenemende waagtocht, waartijdens hij toch - happy end! - de ‘bloem van het oerwoud’ Maria plukt. Wie de voorkeur geeft aan genot van een grappige geschiedenis leze ‘Drie mannen in de Sneeuw’ van Erich Kästner (Uitg. Kompas, Antwerpen, prijs: 80 frs.), vermakelijke klucht der vergissingen, zo geestig en charmant en vlot, dat ze geen ogenblik verveelt. Maar sommigen houden wellicht meer van adembenemende strijd, liefde en avontuur. ‘De Koning van Schotland’ door Jean de la Varende en uit het Frans vertaald is zulk een bewogen, conflictrijke roman (Uitg. Gottmer, Haarlem). Het verhaal wordt gesitueerd te midden van de brandende politieke strijd, botsing tussen aristocratie en republiek, die Frankrijk in verleden eeuw beroerde. De la Varende is een meester in het scheppen van afwisselende spanningen en het levend uitbeelden van veelsoortige passie. Zijn boek is rijk aan coloriet en sensatie en treffende beeldkracht. Men mist evenwel finesse en uitdieping in de psychologie zijner figuren en situaties. Voorbehouden aan rijpere lezers.
K.T.
|
|