Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 92(1947)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 420] [p. 420] A.G. Christiaens De stadstuin (bekroond met den Prijs der Poëzie-dagen van Merendree, 1947) Weg uit het centrum, twintig meter hoog, waar nimmer nog een kruimel goede grond bleef kleven aan de voet; waar stof het oog verdooft en ik van raam tot raam mij wond Gelijk een vink, huur ik een tuin: ik tast naar de aarde, ik keer haar om als waar' ze dood. Ze ontwaakt, herkent mij, klampt en zuigt zich vast in 't nagelvlees, intiem en klam en bloot Als waar' ze ook vlees en bloed; want zij, ze voelt hoe door de schollen aan de Leie ruid de hand gebleven is, die haar doorwoelt, lijk trouw de ziel, die zich nu zeegrijk uit: Ik ben op weg, o Leiegrond, ik kom, mijn vader roept, ik voel het boerenbloed van 't voorgeslacht me omkruipen en daarom, als gij mij opneemt, Aarde, wees mij goed. Vorige Volgende