| |
| |
| |
Taalkundige kroniek
De spelling van de aardrijkskundige namen
door Dr. J.L. Pauwels
Zelfs bij een oppervlakkige lezing van het recente besluit betreffende de regeling van de spelling der Nederlandse taal, valt het onmiddellijk op, dat de aardrijkskundige namen de zwakke plek vormen in de nieuwe spellingregeling. Aan de meeste Vlamingen zal het wel ongerijmd lijken, dat op deze namen de nieuwe spelregels niet toepasselijk zijn. Wij hadden ons nu allen neergelegd bij de gewoonte onze geografische namen precies volgens dezelfde regels te spellen als de andere woorden van onze moedertaal.
Tien à vijftien jaar geleden hebben wij hier een strijd beleefd tussen de conservatieven, die, uit eerbied voor de traditie en de folklore, allerlei archaïstische grafieën en overbodige lettertekens wensten te behouden in onze gemeentenamen, en de modernisten, die de stelling verdedigden, dat de geografische namen samen met de andere woorden uit onze taal over 't algemeen dezelfde evolutie hadden meegemaakt en dus volgens dezelfde principes moesten gespeld worden. De laatsten hebben nu sedert enkele jaren de strijd gewonnen en ik geloof dat niemand nog treurt om Cuerne, Erps-Querbs of Konings-Hoyckt, al had de toenmalige modernisering der gemeentenamen tot potsierlijk gevolg, dat Schaarbeek Nederlands is en Schaerbeek Frans!
Het ligt voor de hand, dat wie tien jaar geleden het principe van die modernisering aanvaardde, thans ook moét partijganger zijn van de toepassing van de spelregels 1946 op de geografische namen. En het is zo goed als zeker dat, indien de nieuwe spelling alleen met het oog op Zuid-Nederland in elkaar getimmerd was, niemand er een ogenblik zou aan gedacht hebben te decreteren, dat de aardrijkskundige namen voorlopig niet aan de spelregels zouden onderworpen zijn.
De schuld, - indien we dat woord hier mogen gebruiken! - ligt dus bij onze taalgenoten van over de Moerdijk. Immers, daar was men nog altijd niet zo ver, dat de geografische namen volgens De Vries en Te Winkelse voorschriften werden gespeld, al werd over die kwestie reeds sedert lang en herhaaldelijk gepalaberd en gediscussieerd, o.a. in de schoot van een geleerde
| |
| |
commissie, opgericht met het doel het netelig probleem op te lossen. In Nederland schijnen er juridische bezwaren verbonden te zijn aan het wijzigen van de spelling der benamingen van ‘publiekrechtelijke lichamen’, en hiertoe behoren o.m. alle namen van provinciën en gemeenten. De spellingcommissie 1945-46 verklaarde zich dan ook onbevoegd om aan deze namen enigerlei wijziging toe te brengen.
Na het vaststellen van haar onmacht, kon de commissie eenvoudig verder gezwegen hebben over de aardrijkskundige namen. Dat zou echter waarschijnlijk nog groter verwarring en onzekerheid gesticht hebben, daar dan de mogelijkheid open bleef voor willekeurige interpretatie. De commissie heeft dan getracht het niet-toepassen van de spelregels op de geografische namen enigszins te beperken door drie bijgevoegde regels:
1. | Alle Nederlandse benamingen voor in het buitenland gelegen steden, rivieren, enz., die dus in geen enkel geval door de wet ‘beschermd’ worden, volgen de spelregels. |
2. | In afleidingen van aardrijkskundige namen blijft alleen het grondwoord ongewijzigd; de suffixen volgen de spelregels. Zelfs kan de klinker van de laatste lettergreep van het grondwoord vereenvoudigd worden. Indien echter de afleiding werkelijk deel uitmaakt van een samengestelde aardrijkskundige naam blijft de oude spelling in de hele afleiding bewaard, ook in het achtervoegsel. |
3. | Op de zeer talrijke groep van namen van straten, lanen, pleinen, enz., die wel beschouwd ook aardrijkskundige namen zijn, worden de spelregels onmiddellijk toegepast. |
Natuurlijk had de commissie andere standpunten kunnen innemen en uitvoeriger commentaar verstrekken. Ze had b.v. kunnen decreteren dat de spelregels niet van toepassing waren op namen van ‘publiekrechtelijke lichamen’, doch wel op alle andere geografische namen. Deze beperking zou echter in de practijk veel moeilijkheden opgeleverd hebben voor de gewone taalgebruiker, die omogelijk de al en de niet door de wet beschermde namen uit elkaar kan houden, en ook aanleiding gegeven hebben tot allerlei onlogische differentiëringen in de spelling, als b.v. de Ijse (riviertje) tegenover Neerijsche en Overijsche (gemeenten). Verder had de commissie kunnen trachten precieze aanduidingen te verstrekken over wat wel en wat niet moet beschouwd worden als aardrijkskundige naam, doch deze aanvullende commentaar zou het spellingbesluit langer en ingewikkelder gemaakt hebben met regeltjes van secundair belang, die dan toch slechts van voorlopige aard zijn.
***
Zoals ze nu zijn kunnen de regels betreffende de spelling van de aardrijkskundige namen niemand helemaal bevredigen, omdat ze ons grafieën opleggen die onlogisch zijn, terwijl ze van de andere kant ons soms in de onzekerheid laten of we de nieuwe spelregels al of niet moeten toepassen. Niemand zal het
| |
| |
toch logisch vinden, dat we moeten spellen Nederlandsch-Indië en Brits-Indië, Nederlandsch-Guyana en Frans-Guyana, Zeeuwsch-Vlaanderen en Frans-Vlaanderen; de Ootegemse kermis en de Waterlose leeuw, een Oolenaar en een Bomenaar; Esschense, Desschelse; - dat de Brugsche Vaart slechts zolang haar ch kan verantwoorden, als er geen huizen op haar oevers staan: immers als straatnaam wordt ze een Brugse Vaart; - dat mijn vriend in een stadswijk woont, bekend als Mechelse Poort, en dagelijks voorbij de ruïnes komt van wat ik meen Mechelsche Poort te moeten schrijven; - dat de vrije Brugse burgers in het Brugsche-Vrije gaan wandelen, enz. En als ik wil schrijven dat mijn vriend in het Brugs(ch)e woont, d.i. in de streek rond Brugge, weet ik niet of ik de spelling Brugse mag of moet gebruiken. Evenmin ben ik zeker van de Brugs(ch)e Ommelanden en van het Kessels(ch) bos(ch).
Als we rekening houden, van de ene kant met de blijkbare bedoeling van de commissie de nieuwe spelregels toe te passen waar het enigszins mogelijk was, en van de andere kant met het feit, dat deze regels vroeg of laat toch zullen worden toegepast op alle aardrijkskundige namen, schijnt het aan te raden in alle twijfelachtige gevallen de vereenvoudigde vorm te gebruiken. Dat is al zoveel gewonnen voor later! Het enige waar we moeten op letten, is dat we konsekwent blijven met het eenmaal ingenomen standpunt.
***
Sommigen zullen betreuren, dat Zuid-Nederland niet onmiddellijk de spelregels op de geografische namen heeft toegepast, zonder te wachten op wat Nederland op dit stuk zou beslissen. Aan zulke oplossing was echter niet te denken, daar de commissie juist voorgesteld had, dat in de toekomst alle wijzigingen aan de spelling slechts zouden gebeuren na overleg tussen Nederland en België.
En toch moeten wij er naar streven deze oplossing, waardoor bijna alle door de nieuwe spelling meegebrachte moeilijkheden met een slag zullen verdwijnen, zo spoedig mogelijk door te voeren, vooral ook omdat de wijzigingen aan onze gemeentenamen, - de enige groep van geografische namen die practisch in aanmerking komt, - zoo weinig talrijk zullen zijn. Laten we niet vergeten, dat deze namen zo pas werden gemoderniseerd, zodat de aanpassing aan de spelregels 1946 slechts het schrappen van een overtollig geworden o, e of ch kan betekenen. Ik heb de lijst van onze Vlaamse gemeentenamen overlopen en er niet meer dan een 60-tal ontdekt, waaruit de toepassing van de nieuwe spelregels een letterteken zal laten verdwijnen.
1. | Ch zal wegvallen in 17 gevallen, nl. Asch, Niel-bij-Asch, Assche; Esschen, Esschene, St.-Lievens-Essche; Dikkebusch, Kapelle-op-den-Bosch, Lessenbosch, Pulderbosch, Watermaal-Boschvoorde; Neerijsche, Overijsche; Desschel, Dietsch-Heur, Temsche en Passchendale. Misschien zal de vereenvoudiging tot Passendale bij de West-Vlamingen wel enige wrevel verwekken, omdat zij de ch in deze naam nog uitspreken, doch er is geen reden om hem niet te behandelen als alle andere ch-woorden. |
| |
| |
2. | Een o zal wegvallen in 26 gemeentenamen: Beverloo, Borloo, Kalloo, Kessel-Loo, Korbeek-Loo, Lilloo, Lippeloo, Loo, Tessenderloo, Tongerloo (2 gemeenten), Tremeloo, Vladsloo, Westerloo; Groote-Brogel, Grootenberge, Groote-Spouwen; Roozebeke, Oostroozebeke, Westroozebeke, Lootenhulle, Mooregem, Oolen, Ootegem, Rooborst en St.-Joost-ten-Noode. - In Schoonaarde is de samenstelling ‘schoon + aarde’ nog zo duidelijk dat er voorlopig geen gevaar bestaat, bij scheiding van het woord, de oo in open lettergreep te zien verschijnen en de dubbele oo mag dus blijven. In Loochristi moet de oo voor ch blijven, al scheidt men ook Loo-chris-ti.
Laten we er terloops op wijzen dat de bewoners van gemeenten als Roozebeke, Oost- en Westroozebeke, Lilloo e.a. het misschien niet prettig zullen vinden de tweede o uit de naam van hun gemeente te zien verdwijnen. Immers gedurende lange jaren heeft er aarzeling bestaan tussen de grafieën met één en twee o's. De spelling met één o scheen veld te winnen, toen vijftien jaar geleden die met dubbele oo officieel werd. Als de tweede o over korte tijd weer even officieel uit die namen zal verbannen worden, zullen de sceptici zich afvragen: ‘Voor hoelang?’ |
3. | Een e zal wegvallen in 15 gevallen: Breedene, Eegem, Eeke, Eelen, Eename, Nedereename, Eesen, Meenen, Meesen, Neerem, 's Heerenelderen, Steene, Vreeren, Zeevergem, Zeveneeken. Voor Eename en vooral voor Neerem zou men, op grond van etymologische beschouwingen, behoud van de dubbele ee kunnen bepleiten, doch dit zou indruisen tegen de geest van de hele nieuwe spellingregeling. Bij eventuele scheiding in lettergrepen ligt de verdeling E(e)-name, Ne(e)-rem voor de hand en de tweede e moet dus verdwijnen. - Moeilijker gevallen zijn Geeraardsbergen en Smeerebbe-Vloerzegem: wat deze namen betreft durf ik niet vooruitlopen op de beslissing die de koninklijke Commissie voor Toponymie en Dialectologie hieromtrent binnen afzienbare tijd zal moeten treffen. - In de naam Steenokkerzeel is nog voor iedereen duidelijk het woord steen als eerste component aanwezig (vgl. Schoonaarde) en de dubbele ee blijft dus bewaard. |
4. | Ten slotte is er een gemeente waarvan de samengestelde naam twee vereenvoudigingen zal moeten ondergaan, nl. Heelen-Bosch. |
Laten we hopen dat, zodra de nieuwe spelling in het Noorden definitief in kannen en kruiken is, er een principieel akkoord getroffen wordt tussen Nederland en België met het oog op de toepassing van de nieuwe spelregels op de aardrijkskundige namen. Aangezien de aanpassing bij ons zo gemakkelijk zal zijn, kan ze stante pede ingevoerd worden, wat dan voor Zuid-Nederland het einde zou betekenen van de voornaamste moeilijkheden betreffende de eigenlijke spelling.
|
|