Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1945(1945)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 285] [p. 285] J. de Haes Medea O majesteit van troostelooze pracht in 't kleed van fier saffraan en bloedkoralen, die wentelen in 't licht, bij 't ademhalen, gij schouderzwaai en zwenking van 't gedacht. 't Sloeg vér een liefdeloozen middernacht, toen Iasoon haar verliet, vóór vele jaren. Sinds is geen zwarte storm naar zee gevaren, die niet haar barste wanhoop overbracht. Medea zwijgt, en in de vrouwenzaal hangt zwaar de lucht van versch geplukte kruiden. Zij hoort in 't bosch van vogels 't zilvren luiden, of 't roepen, langgerekt, van liefdetaal. Hier, binnen marmren muur klimt eindloos steil de nacht, en ieder uur blijft eeuwen beiden... Door 't net van purpren wrok ziet zij de meiden jeneverbessen pletten in een teil, waarop zij straks de dollekervel snijdt, en 't scherpst venijn met weepsch kaneel zal mengen. Wee die daaraan zijn lieve tong zal zengen, als hem Medea 't wulpsche vleesch kastijdt. Medea droomt. De maagden sloffen heen en weer, zóó zacht... de schamelen, de brozen! De bloem der jeugd hangt op hun mond te blozen. Ze glimlachen haar toe, bedeesd, sereen: [pagina 286] [p. 286] ‘Slaap wel, prinses, een hart is zonderling’. Zij ziet de tranen uit hun oogen leken... Maar neen, geen teederheid kan 't zwijgen breken, dat in Medea's oog, met schittering van hard kristal, haar koudsten wrok doorvriest, en nijpt de leden nijdig in de vouwen! De zoetste troost der vriendelijkste vrouwen klinkt valsch in dit paleis en veel te driest. Ach, ieder woord is rinsel in haar bloed; het vangt het hart, en 't hart vaart in den gorgel. De menschentaal is een ellendig orgel, dat eeuwen lang dezelfde noten toet. Vorige Volgende