| |
| |
| |
Boekbespreking
Jean Daubry: Nicole Barnac. - ‘Les Livres nouveaux’. Paris. - 10 fr.
Nicole en haar man, gehuwd sedert 5 jaar, zijn volkomen gelukkig. Maar hij tracht plots naar een nieuw leven - met een andere vrouw. Uit liefde voor hem aanvaardt ze een echtscheiding. Maar ze blijft ontroostbaar; zelfs haar kind kan haar niet helpen vergeten. Haar hart is gebleven bij den wispelturigen echtgenoot, die slechts zijn eigen grillen nastreeft, en - verwend door al te toegevnde ouders - geen plichtgevoel bezit. Zal het toeval ze weer bijeen brengen? Nogal geëxalteerd.
T.
| |
Françoise Lombard: En Provence avant la Laïque. - Maison Aubanel Père. Avignon. - 18 fr.
Het leven in een Provençaalsch dorp, met zijn eenvoudige, gulle menschen, zijn oude gebruiken en tradities, in die reine, vriendelijke atmosfeer van vóór 50 jaren, nu zoo deerlijk veranderd, door ontkristening, klassenstrijd, jacht naar luxus en geld. Een goed boek voor jongeren.
T.
| |
Dr. Maurits Sabbe: Uit den taalstrijd in Zuid-Nederland tusschen 1815 en 1830. - (Lectura-Uitgaven, Antwerpen. - 1939. - 105 blz.
Onder dezen titel heeft Lode Monteyne met een lovenswaardige piëteit de laatste studiën verzameld die wijlen M. Sabbe voordroeg in de Kon. Vlaamsche Academie; een zestal studiën van historischen aard die nieuw licht werpen op de taalverhoudingen in den Hollandschen tijd, en die vaak verrassen. - Men kent genoeg de objectiviteit en de ernstige zorg die Sabbe steeds aan soortgelijke werken besteedde. Deze groote hoedanigheden schitteren dan ook weder in deze studiën, welke ongetwijfeld ceel bijval zullen genieten.
F.P.
| |
Prof. Dr. H. van Werveke: Marnix en Oranje. - Antwerpen, Lectura-Uitgaven, 1938. - 30 blz.
Dit is de lezing gehouden op 23 Augustus 1938 bij de Marnix-viering te Antwerpen. Voor ons is het een uitgemaakte zaak dat Marnix geen nationaal maar een ‘religieus rebel’ is, en we kunnen ons bij de viering niet aansluiten. Maar Prof. Van Werveke, die een ernstig geschiedkundige is, en het in den grond met ons wel schijnt eens te zijn, heeft er de gepaste vormen toe gevonden om zijn ‘lofrede’ vrij te houden van historisch-valsche klanken. Hij heeft een vergelijking Oranje-Marnix uitgewerkt die zeer lezenswaardig is, mits inachtneming van de omstandigheden. Hij heeft zich wel gewacht Marnix voor te stellen als een soort flamingant van de eerste uur, of een groot Dietscher.
F.P.
| |
Em. De Bom: Wrakken. - Uitg. Mij A. Manteau, Brussel.
‘Wrakken’ behoort tot de literatuur-historische documentatie van de Van Nu en Straks-beweging; maar dit verhaal was nog slechts in weinige bibliotheken te vinden. Deze herdruk verheugt ons des te meer dat deze novelle wordt voorafgegaan door een kritische inleiding van Maurice Gilliams, die ‘Wrakken’ in zijn kader situeert en ervan, naast de gevoelige gemoedelijkheid, de natuurlijke vlotheid, de
| |
| |
atmosfeer en vooral de compositorische kwaliteiten prijst, die wij, na veertig jaar, gaarne erkennen en blijven waardeeren.
Wij kunnen betreuren dat De Bom de belofte niet tot vervulling bracht, die deze eerste Antwerpsche roman wekte, maar wij zijn dankbaar om den herdruk van dit eerste werk dat in de ontwikkeling der Vlaamsche literatuur een waardevolle plaats inneemt.
W.B.
| |
Arnold Sauwen: Gedichten. - Uitg. Mij A. Manteau. Brussel.
Deze keur werd saamgelezen en ingeleid door Em. De Bom, terwijl C. Godelaine een kort levensoverzicht schreef en M. Rutten een kleine Karakteristiek van den dichter gaf. De Bom heeft wijselijk zichzelf gewantrouwd en zijn keuze uit het werk van A. Sauwen getoetst aan het oordeel en de kritiek van M. Gilliams die tot de jonge generatie behoort en dus noch door vriendschap noch door gemeenschappelijke herinneringen verlokt werd tot een toegeeflijkheid die de grenzen der louter literaire schoonheid vervaagt. Het resultaat is dan ook geweest: dat we hier werkelijk het meest waardevolle dat Sauwen dichtte verzameld vinden. Het is een werk van liefdevolle rechtvaardigheid tegenover het werk van dezen bescheiden maar zuiveren Limburgschen dichter. A. Sauwen heeft nooit de beperktheid van zijn formaat willen overschrijden; het was hem genoeg eerlijk en zingend te kunnen verwoorden, wat hem bewoog en tot dichten dwong. Zijn vers is zuiver en helder als het water van een beek tusschen lentelijke oevers, als het gefluit van een merel bij zomerdag: rustig, vertrouwvol en toch bij poozen met dien gaven, maar onbepaalbaren weemoed die achter de dingen ligt.
A.V.C.
| |
De Katholieke Bijbel. 6e Aflevering. - Vert. van P. Dr. L. Himmelreich. - Uitg. K. Beyaert en Teulings Uitg. Mij. Den Bosch.
Bij het verschijnen van deze 6e aflevering die de boeken van het Oude Verbond afsluit, vestigen we nogmaals de aandacht op deze goedkoope en handige uitgave, die in elke bibliotheek een plaats verdient.
| |
Lectuur-Repertorium. Supplement I. - Uitg. Alg. Secr. Kath. Boekerijen, Antwerpen.
Dietsche Warande en Belfort heeft destijd in een uitvoerig artikel zijn hooge waardeering uitgesproken voor Lectuur-Repertorium. Het moge volstaan, bij 't verschijnen van dit Supplement, waardoor dit onmisbare werk, tot 2166 blz. is uitgedijd, te verwijzen. De uitgave is keurig, handig, volledig, objectief en met honderden fotos versierd.
E.H. Baers, onder wiens redactie dit model Lectuur-Repertorium werd samengesteld verdient onze dankbare hulde.
W.B.
| |
Dr. G. Schamelbout: Etnische Vraagstukken en Verzamelde Toespraken. - Uitg. Schamelbout-comité, Antwerpen.
Als een blijvende hulde, na feestmaal en toespraken, heeft het feestcomité den zeventigjarigen Vlaamschen strijder en geleerde willen eeren met de uitgave van een viertal zijner studies en een zestal korte toespraken van den feesteling. Aan de toespraken zal Dr. Schamelbout zelf wel geen belang hebben gehecht; zij waren niet anders bedoeld dan als een korte inleiding. Maar de ethnische en taalkundige studies getuigen van de uitzonderlijke bevoegdheid van dezen geleerde op dit gebied. De studie over de Verschuivingen van taalgrenzen is bovendien van een klemmende actualiteit.
B.W.
| |
| |
| |
Margaret Mitchell: Autant en Emporte le Vent. (Gone with the Wind). Traduit de l'anglais par Pierre-François Caillé. - Gallimard. N.R.F. Paris. - 50 frs.
Een der schoonste romans in de laatste jaren verschenen: een groot werk, dat aan Tolstoï's ‘Oorlog en Vrede’ doet denken, door zijne grootsche opvatting. De roman speelt in Georgië ten tijde van den Slavenoorlog, in de tweede helft der vorige eeuw. Heel die aristocratische planterswereld, gedoemd om ten onder te gaan, wordt er meesterlijk in uitgebeeld; heel dat breed, gemakkelijk leven van de rijke katoenkweekers, met hun talrijke slaven, hun breede gastvrijheid en enge vriendschappelijke betrekkingen ondereen; heel die fijn beschaafde maatschappij plots meegewerveld in den hachelijksten oorlog, op 't onvoorziens en onvoorbereid; een aangeduide prooi voor het ‘matter-of-fact’, degelijk ingerichte, uitgeruste Noorden.
Een heerlijk fresco, vol kracht en kleur. Het wemelt erop van menschen van alle slag en kunne, in bonte verwarring, vol waarheid en leven. Enkele figuren komen speciaal in 't volle licht te staan: heel het huisgezin der O'Hara's, met hun pittoresque huisslaven, die hun vrijen zeg hebben, en als 't ware deel uitmaken van de familie; maar vooral, de oudste dochter Scarlett, het vertroeteld, verwend, eigenzinnig meisje, dat, door de vreeselijke gebeurtenissen, plots ongehoorde schatten van wilskracht en volharding aan den dag legt. Aan gewetensscrupules ligt ze niet gebonden, en ze trekt voor niets terug, maar zij is het toch, die alles redt, en allen tot steun is: zij en een soort avonturier, Rhett Buttler, die ook allerminst nauwgezet is, maar toch wel sympathiek blijft, en met wonderbaar talent getypeerd wordt. Doch bijna elk personage zou moeten besproken worden, zoo echt zijn ze allen geteekend. We kunnen dit boek niet genoeg prijzen.
L.D.
| |
Jacques Debû-Bridel: Anne-Geneviève de Bourbon, Duchesse de Longueville. - Gallimard. N.R.F. Paris. - 32 frs.
Mme de Longueville is een der meest bekende figuren der 17e eeuw. Verstandig, vol geest, moed en durf, eerzuchtig, daarbij een der schoonste vrouwen van haren tijd, had ze slechts één doel: de grootheid van het huis der Condé's, en vooral van haar eenig geliefden broêr, den overwinnaar van Rocroi, den ‘grand Condé’. Om de rechten van haar Huis en tevens de vrijheid van de aristocratie te vrijwaren tegen den verafschuwden Mazarin, wierp zij zich met hart en ziel in de ‘Fronde’. Tegen Mazarin die, Richelieu's politiek getrouw, de oproerige grooten tot louter hovelingen wist te dwingen - en aldus Lodewijk XIV onbeperkte macht mogelijk maakte -, was ongetwijfeld veel in te brengen. En veel verontschuldigingen kunnen ten gunste van de eerste ‘Fronde’ voorgebracht worden. Maar wat gezegd van de latere gebeurtenissen, van Condé's bondgenootschap met Spanje, met Cromwell, tegen zijn land. Hoe kunnen zij, Mme de Longueville en Condé, daarvan wit gewasschen worden? Dank aan hun eerzucht was Frankrijk jaren lang door burgeroorlog geteisterd.
Stilaan kwam het weer tot vrede en verzoening met het Hof. Ook Mme de Longueville werd kalmer, en vaarwel zeggend aan haar veel bewogen, weinig stichtelijk leven, gaf zij zich over met dezelfde vurige energie aan godsdienst en boetvaardigheid. Ze werd de groote beschermster van Port Royal, ging ten strijde tegen de Jezuieten, bood het hoofd aan den Koning, deed beroep op den Paus. Teruggekomen van wereldsch succes, zwaar beproefd in haar kinderen, gaf zij haar laatste krachten aan het verdedigen van 't jansenisme.
Een rijk begaafde vrouw, die haar gaven verspilde.
Het boek is zeer onderhoudend, levendig en bondig geschreven, historisch sterk onderlegd.
T.
| |
| |
| |
Trygve Gulbranssen: Là-bas... chante la forêt. Traduit du norvègien par Mercedès Sundt. Préface de Marie Gevers. - Editions Victor Attinger. Paris. 6e édition. - 22 fr. 50.
Trygve Gulbranssen is van beroep koopman in tabak; zijn romans schrijft hij 's nachts. En in haar voorwoord vraagt Marie Gevers zich af, of zijn klare blik, zijn rechtstreeks afgaan op het meest belangrijke, de manier waarop hij de groote lijnen weet in 't licht te zetten, niet juist daaraan te wijten zijn, dat hij vooral een mensch van de daad is, in dagelijkschen strijd met menschen en zaken. - Deze roman is eenig in opvatting en bewerking, zoo nuchter, zoo direct en eenvoudig. Geen onnoodige nauurbeschrijvingen of ingewikkelde psychologische analysen; en toch staan daar de Noorsche bergen en wouden in al hun weidsche pracht, en de menschen kennen we tot in de diepste roerselen van hun ziel, we leven het worstelen van hun haat en liefde mee. Torgeir Björdal, de rijke boer, is een reuzenfiguur, en zijn zoon Dag is hem waardig. Met fiere onafhankelijkheid houden zé de tradities van hun geslacht hoog, en zien uit de hoogte neer op hun adellijke geburen van het platteland. Het is een prachtige roman, een soort epopèe in proza, vol grootsche poëzie, vol diep menschelijk gevoel, als doorademd met sterk optimisme, gestaafd op een godsdienstigen ondertoon; een roman die warm mag aanbevolen worden. Daarbij is de vertaling uitstekend, en het boek van een aangenaam formaat.
L.D.
| |
Selma Lagerlöf: Mon Journal d'Enfant. - Stock, Paris. - 18 frs.
Toen Selma Lagerlöf 14 jaar oud was, bracht ze vier maanden door bij haar oom en tante, te Stockholm, om een orthopedische behandeling te ondergaan. Dag voor dag schreef ze alles op in een mooi schrijfboek met vergulde snee, dat ze kort te voren ten geschenke gekregen had. Toen zij het, bijna 60 jaren later, uitgaf, verbeterde zij hier en daar stijl of taal, maar liet het verhaal anders onverlet, in al zijne frissche eenvoudigheid. Alles leeft erin: de gemoedelijke huiskring van oom en tante, de gebeurtenissen en feestelijkheden, haar naïeve ‘backfish’ verliefdheid op een jongen student, dien ze in den trein had ontmoet, en rond den welke hare rijke fantazie een heele legende gebouwd had. Reeds in die verre jaren wist ze dat ze later romans zou schrijven, en bezat ze die scheppende verbeelding, die wondere gave om het bovennatuurlijke met de werkelijkheid te vereenigen en te doen leven.
Een fijn mooi boek, dat niet alleen aan jonge meisjes eenige aangename uren zal verschaffen.
L.D.
| |
Leo Walmsley: Sally Lunn. - The Tauchnitz Edition. Leipzig. Paris.
Een visschersgehucht op de kust van Yorkshire. Een uitstervende visscherijindustrie, die niet strijden kan tegen de moderne methodes door de naburige visscherijen aangewend. Eenige der oudere visschers willen met de van oudsher gekende gebruiken voortgaan, trots gevaar en hard leven, en trouw aan het verleden blijven. De jongeren verlangen naar een beter bestaan, dank aan moderner materiaal, in een beter ingerichten haven. Schrijver heeft dat harde visschersleven meegemaakt en spreekt er van met liefde en diepe kennis van zaken. Al het tragische van den strijd der visschers, zoowel tegen de bedriegelijke zee als tegen de verouderde tijden weet hij met sobere toets weer te geven. Op dezen achtergrond, de liefde van Sally Lunn en Tom Fosdijk, eenvoudig geschetst.
Een zeer mooi, goed geschreven roman, gezond en interessant. De karakters zijn vast geteekend en levendig. Een boek dat verdient gelezen te worden.
L.D.
|
|