Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1938(1938)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 685] [p. 685] De versnelde film Van kindren in een late zomermaand geboren, Als rozetuinen ruischend in de zonne staan, Ging 't vlugge leven vaak in vroegen herfst verloren, Wijl het, beginnend, reeds verdroomd was en gedaan. Mijn wieg stond eenmaal ook in die verwoeste tuinen, Vergeten ben ik wat er toenmaals is gebeurd Tuschen den wind, de vlinders in d'acaciakruinen, En een gestalte, traag en wild van jadegeur. Maar 'k weet dat d'eerste wond mij toen reeds werd geslagen, En dat reeds toen het groot en bang verhaal begon, Dat tuimlend is gegaan door overvolle dagen En stervend is in mijn nu bleeke ochtendzon... Zeer vroeg werd 't gif der aarde in mijn bloed versneden, In koortsdroom heb ik heel de helle meegemaakt, Maar ook zeer vroeg heb 'k als een heilige gestreden, En overwonnen, en gekozen, en verzaakt. Zeer vroeg heb ik gerild van stervensschoon beminnen, Van af mijn prillen dag heb ik 't geluk gekend Gekwetst te staan voor 't aangezicht van engelinnen - Bewogen stoet, gelijk gelaat, zelfde torment!... Ik heb geliefd, als onbekende of gesmade, Zóó vaak, in àl de rollen van de tragedie, Dat nimmer tijd was om de droomen te verdaden, Tot allen zijn gegaan en 'k slechts nog schimmen zie... Zeer vroeg heb 'k op dees aard mijn bouwstuk aangevangen Ik heb gezocht, gegeven, zonder rust gewerkt. Daar ligt mijn boek, dat 'k àlles gaf. Nog blijven zangen, Maar reeds schouw ik vermoeid naar 't eenzaam wordend perk. [pagina 686] [p. 686] De vreemde zomer is voorbij, 'k voorvoel het scheiden: Hij nam in zijn versnelden droom het leven mee. Ik heb verzaakt, geliefd, gearbeid - en, drie tijden, Op 't doek den dood gezien van Marguerite Gautier... Het sneeuwt. Het kind slaapt in de deemsterende kamer, Voor 't eenzaam landschap van den wit-vreedzamen nood, Waar het, als 't over is, met broodzak en met hamer, Zal dalen àf de trage treden van den dood. Maar slapend voelt hij nog een droom zijn hart ontsteken. En siddrend rijzend midden rozen, sneeuw en jadebrand, Verkiest 't heroïsch end: med' in uw hoest te breken En dood te gaan in uwe meestervende hand!... johan daisne. Vorige Volgende