| |
| |
| |
Boekbespreking
Anke Servaes: Kinderzaal. - Uitgever Hollandia-drukkerij te Baarn. 5de druk.
Dat van ‘Kinderzaal’ in zeer korten tijd een 5de oplage mocht verschijnen, hoeft geen verwondering te baren, wanneer men met den inhoud heeft kennis gemaakt. Het is een van die zuivere romans die de ziel beroeren.
Handelende over het verblijf van kinderen in een hospitaal, laat de schrijfster zien, dat ook dit een wereldje op zich zelf is, waar de eene komt en de andere gaat, en waar iedere nieuweling weer opgenomen wordt in dat zelfstandige wereldje.
Een roman van roerende schoonheid.
K.
| |
Anke Servaes: Bezoekuur. - Uitgever Hollandia-drukkerij te Baarn. 2de druk.
De schrijfster van ‘Kinderzaal’, ‘Spreekuur’ en ‘Het Raadsel’ schetst het bezoek dat de in het gasthuis opgenomen kinderen ontvangen gedurende het bezoekuur. Men moet wel van zeer dichtbij bezoekers en bezochten hebben gadegeslagen om zóó deze zoo verschillende gebeurtenissen te kunnen weergeven.
In een zevental kleine schetsjes van schoonen inhoud en diep gevoel, spelen zich hier kleine, soms tragische, gebeurtenissen af, die den lezer boeien en ontroeren.
K.
| |
P. Donet, S.J.: L'Irréprochable Providence (Edition Universelle, Desclée de Brouwer, Paris. 240 pg. in 8 vo).
L'irréprochable Providence, het lijkt bijna een wedspel dezen titel te willen geven aan een boek, want als er in de wereld iemand is wien men immerdoor verwijten toestuurt, dan is het wel de Goddelijke Voorzienigheid. ‘Hoe is dit of dat mogelijk als er een God bestaat?’ Wie heeft dezen zin niet gehoord, en, helaas, wie heeft hem niet uitgesproken op een bijzonder droef oogenblik in zijn leven? Men herinnert zich het gebed van den ‘Wanhopende’ van Léon Bloy, een gebed dat bijna klinkt als een godslastering. - ‘Indien men tenminste weten kon in welken hoek van uw heelal gij slaapt uw slaap die nooit eindigen zal.’
Dikwijls ten andere, vindt de priester, de biechtvader, geen ander troostwoord voor hen die neerliggen onder den slag van een hoogere Macht die hen niet de Hemelsche Vader schijnt te zijn maar eerder het onverbiddelijk en wreede noodlot der heidensche godsdiensten. In een dagblad zie ik de photo van een vrouw die onder de puinen van een huis, vernield door de marxistische benden, de lijken van haar kinderen, haar man en haar oude moeder zoekt - heel haar aardsche geluk. Wat kan men tot haar zeggen? Haar de woorden aanhalen uit het Bergsermoen: ‘Geen musch zal op aarde neervallen of 't is de wil van uw Vader die in de Hemelen is.’ Zij zal zeggen: ‘Dus heeft de hemelsche Vader dit onheil gewild?’
De schrijver van dit boekje is een priester, en zoo dikwijls - tijdens dit tijdvak van boosheid en wreedheid dat sinds een kwart-eeuw als een geesel midden het arme menschdom woedt - heeft hij de klachten en aanklachten moeten aanhooren. Hij heeft gehoord achter het raampje van den biechtstoel de wanhoopsnikken der moeders en hoe de opstand oprees in de zielen die bijna hun geloof niet meer ongeschonden hadden te bewaren. Hij heeft over dit alles nagedacht - in 't licht van een gezonde theologie heeft hij getracht deze diepe wonden te verbinden en
| |
| |
de wanhopige zielen, de opstandige geesten te leiden tot de aanvaarding der overtuiging van een Psichari, zooals deze ze heeft uitgedrukt in een doorleefd proza: ‘O reiziger, maak U geen zorg! De Heer, Uw God, stapt aan uw zijde! Hij gaat zoo zacht dat gij hem zelfs niet hoort - en toch is Hij daar!’ Dat is ten andere de leer der Kerk zelve in de oratie van den 7den Zondag na Pinksteren: Deus cujus providentia in sua dispositione non fallitur.
J.J.
| |
Gonzague de Reynold: Portugal. - Editions Spes. Paris. - 8 fr.
Trouw aan zijn gewone methode heeft schrijver het huidige Portugal in verband willen brengen met zijn historisch verleden, om in het licht der geschiedenis te onderscheiden wat Salazar aan dat verleden ontleend heeft, in hoever zijn initiatief overeen stemt met den aard van land en volk. Het eerste deel van zijn boek wijdt hij aan de beschrijving van grond en bevolking, aan zijn ethnische bijzonderheden en aan hetgeen zij met andere volken gemeen hebben. In het tweede deel bestudeert hij de geschiedenis en de beschaving van dat land dat eens aan het hoofd der beschaving stond, een buitengewone bloeitijd kende, een machtig rijk met zijn coloniën vormde, maar weldra gedoemd werd door verval en ondergang, waarvan schrijver nauwkeurig de redenen onderzoekt, alsook de mogelijkheden tot een gebeurlijke heropleving. In het derde deel, eindelijk, komt de beurt aan ‘Salazar et l'Etat nouveau’. Duidelijk toont schrijver het verschil tusschen het regiem door Salazar ingevoerd en Hitler's nazisme of Mussolini's fascisme: Voor den Portugeeschen staatsman koestert hij eene oprechte bewondering, en met recht. Want in acht jaren tijd heeft Salazar zijn land van bankroet verlost, financies en crediet hersteld, en constitutie gegeven, de corporatie tot stand gebracht, het coloniaal rijk op gezonden voet weer ingericht. Met een ijzeren wil, stil en teruggetrokken, zet hij zijn arbeid van heropbouwen voort. Zulk een man boezemt eerbied in.
Dit uiterst interessant boek van Gonzague de Reynold is als een supplement voor zijn prachtig werk ‘L'Europe tragique’. Alle katholieke, of beter gezegd, alle gecultiveerde menschen zouden deze werken moeten lezen.
L.D.
| |
Comte Sforza: Synthèse de l'Europe. (Coll. ‘Probl èmes et Documents’). - Gallimard, N.R.F. Paris. - 16.50 fr.
Als Italiaansch gezant in vele landen, en als minister van Buitenlandsche Zaken in zijn eigen land, heeft schrijver de wereldpolitiek, vooral de politiek van Europa, meegemaakt. Hij bezit een scherpen blik over zaken en toestanden, poltiek doorzicht, een schranderen geest. Zijn boek is de vrucht van persoonlijke ervaringen en waarnemingen gedurende zijn reeds lange loopbaan opgedaan, van gebeurtenissen die hij bijwoonde of waarin hij een rol heeft gespeeld. In 24 korte hoofdstukken geeft hij de synthese van de meeste Europeesche landen, voor en na den oorlog, en in 't algemeen is zijn oordeel merkwaardig juist. Weinig vreemde schrijvers hebben o.a. de Belgische toestanden en de redenen der Vlaamsche Beweging zoo klaar begrepen. Ook over Koning Albert luidt zijn oordeel bijzonder scherpzinnig en diep waardeerend. Over Mussolini en het huidig Italiaansch regiem, is hij echter niet aan te spreken. Als protest tegen het fascisme heeft hij zijn land verlaten; ook spreekt zijn haat tegen alle dictatuur, soms luider dan zijn rechtvaardigheidsgevoel. Hetzelfde geldt voor al wat Oostenrijk, dat Italië eertijds verdrukte, aangaat. Zijn anti-fascisme strekt zich zelfs uit - misschien onbewust - tot dezen die verdacht worden al te goede betrekkingen met Mussolini te onderhouden. - Generaal Franco, b.v. moet het al erg ontgelden.
Niettegenstaande deze kleine gebreken, is het boek hoogst interessant, en uiterst waard gelezen te worden.
T.
| |
| |
| |
Georges Duhamel: Le Désert de Bièvres. Chronique des Pasquier. - Mercure de France. Paris. - 15 fr.
Enkele jonge kunstenaars hebben het plan opgevat zich van de wereld af te zonderen, om zich aan hunne kunst heelemaal te kunnen wijden, en een leven van oprechtheid en schoonheid te leiden ‘Ce que nous voulons, c'est une liberté totale, une vie noble, harmonieuse’. Enkele uren zullen ze aan handenarbeid besteden, om hun kost te verdienen. In een woord, als leeke monniken, in eenvoud en armoede leven. Ze huren een vervallen kasteeltje met een verwilderden tuin richten een kleine drukkerij in, - de gevraagde broodwinning. Gezessen, vol geestdrift, droomen, illusie, beginnen ze. 't Lijkt hun eerst een echt paradijs. Stilaan komt er echter wrijving tusschen de zeer verschillende karakters van die jonge lui, die slechts één trek gemeen hebben, het gemis aan zelftucht, aan doordrijvenden wil, aan volharding en echte opofferingsgeest. Na enkele maanden reeds verlaat de een na den andere de eens zoo gevierde ‘woestijn’, om weer naar de drukte van de grootstad terug te keeren. Hun poging is failliet gegaan, omdat ze te uitsluitend op aardsche berekeningen steunde, en geen plaats aan het bovennatuurlijke gelaten had. Een paar onder hen beseffen dit vaag, maar geraken niet verder.
De verschillende karakters zijn zeer fijn en juist geteekend en het boek, alhoewel het geen ontroering verwekt of geen diepe snaren doet trillen, is toch interessant. Eens begonnen laat men het niet los.
L.D.
| |
Joseph Conrad: L'Agent secret. (Coll. ‘Contes et Romans pour tous’). - Trad. de l'anglais par Henry D. Davray. - Librairie Larousse. - Rel. 6 fr.
Verloc, die te Londen in den geheimen spionnendienst van een vreemd land staat, wordt tegen zijn wil betrokken in een gesimuleerden anarchistenaanslag, waarin zijn schoonbroer, een onnoozele, den dood vindt, en die groote opschudding verwekt. Weldra is de politie op Verloc's spoor. Maar vooraleer zij hem aanhouden kan, wordt hij het slachtoffer der moordende woede van zijn vrouw, de kalme Winnie, plots waanzinnig geworden, wanneer zij den dood verneemt van den jongen broer, dien ze als haar eigen kind verzorgde en lief had. Zijzelf, in een bui van vrees en wanhoop, gaat tot zelfmoord over.
Deze weinig verkwikkelijke roman zit goed ineen; de karakters zijn sober en juist geteekend, de handeling loopt crescendo naar haar climax. Maar wat is dat alles toch pessimistisch!
L.D.
| |
A.E.W. Mason: Les Guetteurs. Traduit de l'anglais par Louis Labat. (Coll. ‘Contes et Romans pour tous’). - Larousse. Paris. - Rel. 6 fr.
Een allerboeiendst avonturen-roman. Hoe zal Steve Berkeley de jonge Hélène Mayle bevrijden uit de talrijke hinderlagen die haar van alle kanten bedreigen, en waarvan zij niet eens bewust is. Ze weet niet eens dat Cullen Mayle voor geen enkel middel zal terugtrekken om haar fortuin te bemachtigen. Maar Berkeley lost een na een alle raadsels op, verijdelt alle valstrikken, op gevaar voor zijn eigen leven, en gelukt er in den schurk te ontmaskeren, en het meisje te redden. Natuurlijk sluit de roman op een gelukkig huwelijk.
Echte ontspanningslectuur.
L.D.
| |
Jolan Földes: The Street of the Fishing Cat. - The Albatross. Leipzig. Paris. Bologna.
Schrijfster - eene jonge Hongaarsche - heeft met dit boek den Internationalen romanprijs behaald. Ze vertelt er de lotgevallen in van een Hongaarsche familie, tijdens de na-oorlogsche revolutie, naar Parijs uitgeweken. Ze vinden een onder- | |
| |
komen in de ‘rue du chat qui pêche’, waar ze in aanraking komen met een aantal andere uitwijkelingen: den Lithauer Liiv, gewezen professor in wiskunde; Bardichinov, een Rus; den Griek Papadaki, den ex-Italiaanschen minister Meneghetti en zijn wonderschoone dochter Pia, die gedwongen wordt ‘mannequin’ in een groot confectiehuis te worden, enz. enz. Tusschen al die menschen, zoo verschillend van afkomst, opvoeding, maatschappelijken stand, maar die allen door dezelfde beproeving samengebracht zijn, ontstaan er enge banden van vriendschap en wederzijdsche hulp. Ze dragen hun armoede moedig - al zijn ze allen niet even sterk tegen de wanhoop.
Wonderbaar levendig worden die uitwijkelingen, die als een eigen wereldje vormen in de groote stad, en wier lot afhangt van de wisselvallige verwikkelingen der internationale politiek, beschreven. De twee voornaamste personnages, die heel het boek beheerschen, zijn echter de Hongaarsche pelsbewerker Barábas, die trouw blijft aan de tradities van zijn land, en zijn oudste dochter Anna, een schoon vrouwenfiguur, zoo ernstig en kalm evenwichtig, die bittere ontgoocheling leert kennen, en zich eindelijk uit medelijden geeft, aan een der ongelukkigste onder de uitwijkelingen, een wrak, aan wie haar liefde een weinig blijheid zal geven.
Een roman, buitengewoon interessant en boeiend.
L.D.
| |
Maurice Baring: Darby and Joan. - Tauchnitz Edition. Leipzig. Hambourg. Paris.
Volgens schrijver ons zegt is deze geschiedenis waarlijk gebeurd, doch in de 16e eeuw; hij heeft ze slechts gemoderniseerd, met ze in de 19e eeuw te plaatsen. Een brief die niet afgeleverd wordt, doet een misverstand oprijzen tusschen twee verliefden. Als het opgeklaard wordt, is het te laat; beiden zijn met iemand anders verloofd, en achten het niet mogelijk het gegeven woord te breken. Zij, Joan, wordt weduwe, na korte maanden van een onvoltrokken huwelijk, geeindigd door een bloedig drama, dat zij alleen vermoedt; ze huwt opnieuw, heeft kinderen, en kent jaren van kalm geluk. Hij, Alexander Luttrel, verliest zijn vrouw na de geboorte van hun eerste kind. Maar jaren gaan voorbij, vooraleer hij weer met Joan in betrekking komt, juist als ze haar tweeden man verliest. Ze zijn nog jong genoeg om het misverstand, dat hen eens scheidde, ten laatste goed te maken, en eindelijk het geluk te genieten, dat ze zoo lang moesten derven. Dat alles wordt zonder omslag of pathos verteld, effen en eenvoudig, als water uit de bron vloeit. Schrijver kent uitstekend die Engelsche wereldsche kringen, die menschen die niets anders doen dan reizen, den winter op een plaats, den zomer op een ander plaats verblijven, de herfst weer elders. Maar als katholieke schrijver is hij déconcertant; want het katholicisme van zijn personnages schijnt geen reden van bestaan te hebben, er zoo maar op geplakt te zijn, heeft eigenlijk niets met het geheel te doen.
De roman is echter fijn geschreven, steekt goed ineen en leest aangenaam.
L.D.
| |
Charles d'Ydewalle: Le Secret d'Albert Ier. - Nouvelle Société d'Editions. - Bruxelles. 1937.
In zijn voorwoord drukt schrijver hierop, dat hij geen historicus van beroep is, maar slechts een journalist. Tot die overtuiging komt de lezer trouwens na enkele bladzijden. Dit werk is geen geschiedenis, maar goed journalisme, met al het voor- en nadeel dat dit woord behelst. Het voordeel, d.i. een levendig, dikwijls geestig verhaal, een menigte details die door echte geschiedschrijvers voorbij worden gezien, en aldus zouden kunnen verloren gaan, alhoewel ze van belang zijn om een figuur van alle kanten te belichten. Het nadeel, d.i. de bijna onvermijdelijke oppervlakkig- | |
| |
heid, het terugbrengen van een werk tot een complex van kleinigheden, bizonderheden van minder belang, het gevaar het onderwerp al te gemeenzaam te behandelen, vooral waar het eene figuur als die van Koning Albert geldt.
Hier en daar komt het ons voor dat schrijver het karakter van onzen Vorst niet breed genoeg inziet, of niet tot zijn waarde laat komen - en zeker niet tot zijn echte grootheid. Niettegenstaande dit voorbehoud, komen er zeer interessante bladzijden in dit boek voor, o.a. het hoofdstuk over Lophem.
L.D.
| |
G. Flaubert: Introduction par René Dumesnil. (Coll. ‘Les Meilleurs Textes’). - Desclée de Brouwer et Cie, Paris. - 1 vol. in-12. Cart. LXXX. 586 p., table analytique, bibliographie. - 20 fr. belges.
René Dumesnil is een specialist van Flaubert's werk. Reeds vroeger gaf hij een boek over den franschen schrijver uit, dat als een echte ‘somme’ mag beschouwd worden. Hij was dus aangeduid om een keus uit Flaubert's werk en briefwisseling te doen. Die keus geeft dan ook een zeer goed gedacht van Flaubert's talent en persoonlijkheid: een groot artiest, een eerlijk man, een gevoelig hart, maar trots alles geen echte verhevenheid van ziel. Heel interessant is insgelijks de uitgebreide inleiding, waarin schrijver ons een beknopte beschrijving van Flaubert's leven en letterkundige loopbaan geeft. Een kunstenaar was Flaubert ongetwijfeld, maar het komt ons wel wat overdreven voor, wat betreft ‘L'éducation sentimentale’ en ‘Saint Antoine’ hem op denzelfden rang te stellen als Goethe met ‘Wilhelm Meister’ en ‘Faust’.
Dit keurig uitgegeven boekje kan echter veel diensten bewijzen.
L.D.
| |
Diomedes de Perryva: La Vallée du Soleil. Traduit de l'espagnol par Georges Pillement. - Librairie Larousse. Paris. - Rel. 6 fr.
Een Franschman en een Boliviaan worden door een maatschappij uitgezonden, diep in de Braziliaansche oerwouden, op zoek naar de goudmijnen, eeuwen geleden door de Incas ontgind, maar waarvan geen enkele Blanke de ligging ooit te weten kwam. Gevaren van allen aard bedreigen hen; onraad loert van alle kanten op hen. Ze komen echter alle hinderpalen te boven, zooals het hoort, en de gruwelijkste gevaren vallen hun nog te beurt, als ze hun doel reeds bereikt hebben. Maar alles komt weer goed, en terwijl de Boliviaan naar zijn land terugkeert, waar hij nog een wraak uit te voeren heeft, blijft de Franschman in de Vallei der Zon, waar hij het Aardsch Paradijs heeft gevonden, en terzelfdertijd de jonge Incaprinses, de voor hem de behoorlijkste der echtgenooten wordt. Nog al erg bij de haren getrokken.
L.D.
| |
L. Boutinon: Hank le Trappeur. - Librairie Larousse. Paris. - Rel. 6 fr.
Hank de pelsenjager, wordt verraderlijk dronken gemaakt, van zijn geld ontlast, en buiten zijn weten op een walvischsloep ingescheept. Tegen wil en dank moet hij dienst doen als matroos. Tegenstribbelen helpt niet; hij heeft te doen met een bende schurken die voor niets terugdeinzen. Hij schijnt dus in zijn lot te berusten, maar wacht zijn uur af. Eindelijk komt zijn beurt, hij wordt weer vrij, en zijn beulen worden naar verdienste gestraft.
Gelijk al de romans van dien aard, heeft deze niet veel letterkundige waarde, maar hij is zeer verzettelijk, en goede uitspanningslectuur voor jongeren.
L.D.
| |
| |
| |
Henri Bernoy: Le Secret de la Sunbeam Valley. - Librairie Larousse. Paris. - Rel. 6 fr.
Jacques de Saint-Maigrat en zijn gewezen professor Lecrapon, op zoek naar goud, zijn op 't punt van dorst te vergaan in een woestenij van Australië. Hoe ze echter gered worden en in een echt aardsch paradijs - waar ze echter hun kostbare vrijheid kwijt zijn - terecht komen; hoe ze, na de meest dramatische verwikkelingen hun vrijheid weer heroveren, en meteen begrijpen waar ze het geluk zullen vinden, wordt hier levendig en boeiend verteld.
Aangename lectuur voor de jeugd.
L.D.
| |
Henri Davignon; Cinq Petits Mystères joués par des enfants. Illustrés par Claire Davignon. - Coll. Roitelet, 83, rue des Atrébates. Bruxelles. - 20 fr. par an pour 5 vol.
In zijn voorwoord verklaart schrijver dat deze vijf kleine Mysteries geen dichterlijk verzinsel van hem zijn, maar dat hij ze wel degelijk gehoord en bijgewoond heeft. Kinderen - de zijne - voelden het Evangelie zoo diep, dat ze zich heelemaal in de grootsche scenen van Kerstmis, Calvarie, Emmaüs, enz. inleefden, zoodat ze hun eigen persoonlijkheid heelemaal vergaten, om die van Maria, Jozef, enz. aan te nemen. En waarlijk, het geheel is zeer mooi, en soms treffend. Deze kleine stukjes zouden veel dienst kunnen bewijzen in scholen en elders, en gemakkelijk te vertalen zijn.
L.D.
| |
Maurice Rigaux: Bobo. De la Cambriole au Crucifiement. (Action Populaire). - Editions Spes. Paris.
Een jongen uit de ‘banlieue rouge’ rond Parijs, die in 't wild opgroeit, als knaap reeds een deugniet is, een dief wordt, en zich weldra als een echte bandiet ontpopt. Nochtans is hij niet heelemaal bedorven. Daarvan getuigt de manier waarop hij zijn gegeven woord aan Markies de la Chaurade, houdt, ten koste bijna van zijn leven. Later wordt hij een uitstekende propagandist voor communisme en revolutie. Totdat hij bij toeval in aanraking komt met de benedictijnen van Clervaux en den wereldbrief van Leo XIII in handen krijgt. Zijn oogen gaan open, hij bekeert zich, en verdedigt voortaan de Katholieke gedachte in de arbeidersmiddens. De vijand die hem reeds eenmaal naar het leven heeft gestaan, is echter niet te verzoenen. In een hinderlaag gelokt, zal Bobo voor Christus - en als Hij gekruisigd - sterven.
Voortreffelijke volkslectuur, boeiend van de eerste tot de laatste bladzijde.
L.D.
| |
L'Oiseau de France: Voyage d'une famille française autour du Globe. I. En Afrique. II. En Asie. - Casterman, Paris. Tournai.
Keurig uitgegeven albums, met mooie verluchtingen in kleur en in 't zwart. Een heele familie, vader, moeder, en hun vier kinderen ondernemen een reis rond de wereld per vliegtuig. Na heel Afrika doorkruist te hebben, komt de beurt aan Azië, met Arabië, Perzië, Hindoustan, Thibet, China en Japan. Een echte les van levende aardrijkskunde en geschiedenis.
Deze verhalen zijn wel niet zoo boeiend als die van Jules Verne, maar ze zijn toch onderhoudend, en zullen gaarne gelezen worden door kinderen van 9 tot 14 jaar.
L.D.
| |
| |
| |
Verschenen:
Freiburg und der Schwarzwald: mit 96 Bildern. Verlag für Volkskunst und Volksbildung. - Richard Keutel in Baden.
Dit is een uitstekend gekozen en prachtig uitgevoerde collectie zichten uit Freiburg en omgeving, met een bijdrage over de gothiek in deze stad en streek en een korte inleiding in het Duitsch, Engelsch en Fransch. |
J. Kooistra and J.K. Schutt: A Shorter introduction to english litterature. - Uitg. J.B. Wolters, Groningen.
De heer J.H. Schutt, die voor enkele jaren ‘An introduction to English litterature’ uitgaf, heeft thans ten behoeve van het middelbaar onderwijs, samen met den heer J. Kooistra een bondiger overzicht gegeven van de voornaamste vertegenwoordigers der engelsche literatuur, tot Hardy en Rudyard Kipling. Een uitstekende keuze dient ter illustratie en aanvulling. |
Aug. Heyting: Heden en toekomst van het tooneel. - Pr. 60 cent. Uitg. Nationaal Tooneel, G. Niessen, Delft.
Tien procent gegrond en negentig procent onrechtvaardige kritiek op personen en toestanden. |
Br. Felix-Alfried: Het wezen van Gezelle. Bij een ontleding van Rijmsnoer. - Uitg. Bode van de Christel. Scholen, Gent. |
Fr. S. Rombouts: Vreemde talen leeren op nieuwe basis. - Uitg. Kath. Paedagogische Vereeniging, Tilburg. |
De Katholieke Bijbel. 3e Aflevering. Vert. uit de oorspronkelijke tekst door P. Dr. Loetus Himmelreich. Uitg. Beyaert, Brugge. |
| |
De geillusteerde programmabrochures van het n.i.r.
Nr. 1. - Ons klassiek komisch tooneel. |
Nr. 2. - De Engelsche Letterkunde sinds 1914. |
Nr. 3. - De Hedendaagsche Meesters der Muziek (Concerten Reeks C). |
Nr. 4. - De Groote Meesters der Muziek (Concerten Reeks B). |
Nr. 5. - Erasmus. |
Nr. 6. - De Fransche Letterkunde sinds 1914. De Fransch-Belgische Letterkunde sinds 1914. |
Nr. 7. - De Belgische Toondichters (Concerten Reeks A). |
Nr. 8. - De Vlaamsche Letterkunde sinds 1914. |
Nr. 9. - De Noord-Nederlandsche Letterkunde sinds 1914. |
Nr. 10. - De Belgische Zeekust. |
Nr. 11. - Leuven. |
Nr. 12. - Johann Sebastian Bach (Concerten Reeks D). |
Nr. 13. - De Duitsche Letterkunde sinds 1914. |
Nr. 14. - De Groote Meesters der Muziek. 2e Deel. De Romantiek. |
Nr. 15. - De Noorsche Letterkunde sinds 1914, door Dr. G. Meir. |
Nr. 16. - De Deensche Letterkunde sinds 1914, door Dr. G. Meir. |
Nr. 17. - De Zweedsche Letterkunde sinds 1914, door Piet Schepens. |
|
Richard Minne: In den zoeten Inval. Met inleiding van Raymond Brulez. - Uitg. De Garve (A. Van Acker), Brugge. |
| |
| |
G.E. Lessing: Nathan de Wijze. Tooneelspel in vijf bedrijven, vert. door Dr. Edw. B. Boster. 2e druk. - Uitg. Wereldbibliotheek, A'dam. |
|
M.E. English, ceremoniaris der Hoofdkerk te Brugge: Handboek voor Kosters. 2e Uitgaaf. - Uitg. Desclée de Brouwer en Co, Brugge. |
|
R. Van Genderen Stort: Kleine Inez. - Uitg. N.V. Het Kompas, Antwerpen.
Dit is het tweede boek van de derde reeks ‘De Feniks’. |
|
E.P. Ev. Bauwens: Zuid en Noord, herzien door Em Janssens S.J. Vierde deel, negende uitgave. Uitg. Desclée de Brouwer en Co. Brugge. |
|
De Katholieke Bijbel. De heilige boeken van het Oude en Nieuwe Verbond, vertaling uit de oorspronkelijke tekst door P. Dr. L. Himmelreich O.F.M. Eerste aflevering. Uitg. K. Beyaert, Brugge. |
|
Dom Bonifatius Wöhrmüller O.S.B.: Het Koninklijk gebod. Vertaald door E.G.S.P. Burchard Housen en Meinrad Hennus. Pr. 15 fr. St Franciscusdrukkerij, Mechelen. |
|
Van Praag: Wij en de Dieren. Geb. 2e druk. 5e duizendtal. Prijs: gebonden fr 34.00. Uitg. N.V. Wereldbibliotheek, Amsterdam. |
|
Multatuli: Max Havelaar. Ing. 15e druk. 88-91e duizendtal. Prijs: Ing. fr. 17.00; geb. fr. 23.80. Uitg. N.V. Wereldbibliotheek. |
|
|