| |
| |
| |
Boekbespreking
Catharina van Siena: Boek van de Goddelijke Leer. Naar den tekst van Mathilde Fiorelli vertaald, ingeleid en toegelicht door Stephanus Axters O.P. - Uitg. N.V. De Standaard-Boekhandel, Antwerpen. In twee deelen. Pr. per deel 40 fr.; geb. 55 fr.
Jaren lang heeft Pater Axters zich verdiept in het werk van deze groote heilige, en de vrucht van deze vereering en dezen arbeid ligt thans voor ons: een uitstekende vertaling - te oordeelen naar de fragmenten die ik vergelijken kon - van Catharina's dialoog over de goddelijke leer. Tot beter begrip en ter verklaring van Catharina's leven en beschouwingen schreef E.P. Axters een vrij uitvoerige inleiding met verklaringen over het plan deze dialogen en Catherina's leer.
Het zijn twee kostbare boekdeelen die voor elken gestudeerden een kostbaar bezit zouden moeten zijn. Wij zouden onze intellectueelen, leeken als priesters met nadruk willen raden elken dag alvast een hoofdstuk uit dit werk te lezen.
Dit behoort tot het mooiste en meest verhevene en sterkende dat een ziel voeden kan. En E.P. Axters verdient onzen diepen dank omdat hij dit binnen het bereik onzer handen heeft gesteld.
Dr. H.M.
| |
André de Ridder: Het Expressionisme in de moderne Vlaamsche Schilderkunst. - Uitg. De Garve, Ach. Van Acker, Brugge.
A. de Ridder is met Gust van Hecke - in het Fransch Paul-Gustave van Hecke - een van de voornaamste propagandisten geweest van het expressionisme in de schilderkunst; in Vlaanderen en in Brussel; met het woord en met de daad. Het door De Garve uitgegeven boekje is een uitvoeriger bewerking van de lezing die De Ridder voor enkele jaren gehouden heeft in het Kunstmuseum te Antwerpen. Intusschen is et heel wat literatuur om en over het expressionisme verschaald en heeft het wezenlijke goede in het expressionisme zich verder kunnen ontwikkelen.
N.M.
| |
Proza en Poëzie van Hein Boeken, samengesteld en ingeleid door Henriette Mooy. - Uitg. Wereldbibliotheek, Amsterdam.
Dit is een betere manier om het werk en het leven te huldigen van een kunstenaar, dan het onkiesch en tendentieus gebruik en misbruik van nagelaten en niet voor publicatie bestemde brieven en notas van litteraire persoonlijkheden.
Henriette Mooy heeft getracht in enkele bladzijden een karakteristiek te geven van dezen kunsenaar die vereenzaamd leefde in de sferen der schoonheid, alleen met de vriendschap van den kleinen kring bekenden en het leed dat het leven hem te dragen dwong.
Uit het proza, de kritieken en de verzen van H. Boeken die hier gebundeld werden, rijst een duidelijk beeld op van zijn persoonlijkheid en van zijn kunstenaarschap.
A.V.C.
| |
Nagelaten Gedichten van René De Clercq. ingeleid door J.J. Wijnstroom. - Niet in den handel.
| |
| |
Deze uitgave dient noch den naam van René De Clercq, noch - wat minder ter zake doet - den naam van den heer Wijnstroom. Vooreerst bemoeit de heet Wijnstroom zich met Vlaamsche aangelegenheden, die hij niet kent en die hem trouwens niet aangaan; ten tweede schrijft hij dwaasheden, o.m. waar hij beweert dat ‘de rijpe tijd’ van R. De Clercq aanvangt met het Vlaamsche Aktivisme en dezen dichter roemt als een der grootsten na Hooft en Vondel; ten derde vergist hij zich geheel over de waarde van minstens vier-vijfden dezer nagelaten gedichten, ten vierde schijnt hij niet te beseffen hoe pijnlijk de opname van het gedicht ‘Niet ieder kan heiden zijn’ de katholieke vereerders van R. De Clercq in Vlaanderen treffen moet. Dat dit gedicht waarin De Clercq elken anderen hemel dan deze aardsche luchten een leugen en een waan noemt destijds verscheen in het socialistisch dagblad ‘Het Volk’ op den dag dat wij Christus' geboorte herdenken, maakt deze aangelegenheid voor ons nog pijnlijker.
Over de opname van de Ria-liederen wensch ik - vermits de familie zelf geen bezwaar zag tegen publicatie - alleen te zeggen dat ze op een paar uitzonderingen na vrij zwak zijn.
A.V.C.
| |
Dr Julius Pée: Multatuli en de Zijnen. - Uitg. Wereldbibliotheek, Amsterdam.
Het meest verwonderlijke van deze uitgave is dat een doctor in de germaansche letteren nadat hij veertig jaar lang zich heeft verdiept in het werk van een kunstenaar en al wat met dezes persoon en verwanten en kunst verband houdt heeft opgespoord, zoo weinig nieuws over dezen persoon en dezen kunstenaar te zeggen weet. Mogelijk heeft de heet Pée, naarmate zijn arbeid vorderde een zekere deformatie ondergaan, waaraan ook anderen vóór hem hebben geleden. Hij heeft zich zoo blind gestaard op Multatuli dat hij er alle kritiek en eigen oordeel bij verloren heeft en er toe gekomen is alles wat Multatuli deed en dacht te verrechtvaardigen door het führersargument dat goed was, eenvoudig omdat Multatuli het deed en dacht. En deze verblinding gaat zoover dat hij niet eens meer de haast bovennatuurlijke gehechtheid van Tine doorschouwt en tegenover de kinderen van een opvallende onbillijkheid en partijdigheid blijk geeft. Een onbillijkheid die echter begrijpelijker wordt na lezing van zekere zelfgenoegzame anticlericale aanmerkingen.
A.V.C.
| |
Jozef Muls: De tijd. Beschouwingen over Volk en Cultuur. Uitg. Kunst, Gent. Pr. 18 fr.
De pers over dit boek is niet gunstig geweest. Maar eigenlijk berustte dit in groote mate op een misverstand. Een misverstand dat de schrijver had kunnen en moeten voorkomen. Het is inderdaad bevreemdend in een uitgave van 1933 een hoofdstuk te lezen over ‘Het Vlaamsche proza der laatste 25 jaar’ waarin de naam van F. de Pillecyn niet voorkomt en Walschap in dezelfde mate wordt vernoemd als T. Bogaerts; dat hij Streuvels Genoveva van Brabant bespreekt en niet Streuvels Teleurgang van den Waterhoek. Een dergelijk misverstand zou zich niet hebben voorgedaan, indien de schrijver den datum had vermeld waarop dit stuk keschreven werd. Zoo is er meer.
Maar uit dit boek blijkt weer hoe weinig J. Muls voelt voor een agressieve kritiek en hoe veel liever hij zijn bewondering laat gaan over menschen en dingen, binnen het gebied der schoonheid.
N.M.
| |
| |
| |
Platoon's Timaios, vertaald door Jan Prins (C.L. Schepp). - Lectura-Uitgaven, Antwerpen.
Alle Nederlandsche humanisten zullen zich verheugen en den auteur hartelijk gelukwenschen over de eerste Nederlandsche vertaling van Platoon's Timaios. ‘Van alle tekstcritiek heeft de vertaler zich onthouden... Voor de aanteekeningen die zoo beknopt mogelijk zijn gehouden en die niet meer willen zijn dan wegwijzers bij de lezing is o.a. kennis genomen van de toelichting der bewerkingen deze laatste jaren in verschillende andere talen verschenen, en van Taylor's “Commentary on Plato's Timaeus”. Daarbij is niet getreden in de tallooze strijdvragen die zich voordoen, zoodra men den Timaeus binnen het kader van zijn tijd natuurwetenschappelijk wil verklaren.’
Deze inleidende woorden van den auteur doen duidelijk zijn opzet uitkomen. De Timaios blijft ongetwijfeld niet alleen een ‘curiosum’ dat men met een glimlach en niet ironische bewondering smaken kan, doch een poëtisch-wijsgeerig werk van blijvende beteekenis. Door haar lenige sierlijkheid die iets van de oorspronkelijke beweging en van Platoon's stijleigenschappen weergeeft, stelt de vertaling het aesthetisch aspect in een glanzend licht. De inleiding verduidelijkt nog meet de wijze waarop de vertaler door het dichterlijk genie van Plato betooverd is geweest: in vloeiende verzen die ons verplaatsen in een wereld van droom en fantasie, vat Jan Prins beknopt den inhoud samen van Platoon's cosmologisch gedicht.
‘Een prentenboek hadden wij reeds als kind
Met beelden uit het dagelijksche leven
En onder elk daarvan een tekst geschreven
Die met “hier ziet men” of zoo iets begint.
Zoo is 't ook met de volgende gedichten...’
De inleiding en de vertaling schenken de vreugde van een verfijnd en subtiel kunstwerk naar ouden trant... Doch is het oude hier niet altijd nieuw?
E. DE BRUYNE.
| |
Jozef Muls: Jacob Smits en de Kempen. Met elf reproducties. Ach. Mussche: Gent en zijn etser-teekenaar De Bruycker. Uitgegeven door de boekengilde Die Poorte, Oude-God.
Deze dubbele hulde aan twee groote kunstenaars, den ras-echten Gentenaar De Bruycker en Jacob Smits die door zijn werk en leven een der onzen is geworden, is tevens een model geworden van publicatie voor onze vlaamsche uitgeverij. Jozef Muls en Mussche hebben beiden den ontwikkelingsgang dezer kunstenaars geschreven met een schoone bewondering en overgave en een vreugde die opstraalt op hun stijl, maar nergens tot leege phrasen en rethoriek overslaat.
Wie een verwante of een vriend met een keurig boek beschenken wil, vindt hier zijn gading.
Dr. V.
| |
A. Cresson: De Wijsgeerige stelsels, vertaald door Dr. G.G. Ellebroek. - N.V. Wereldbibliotheek.
In de serie ‘Encyclopaedie in Monografieën’ heeft de Wereldbibliotheek boven vermeld werk uitgegeven. In dit uitstekend boek beeft de auteur de voornaamste typen van stelsels in hun logische tegenstellingen gekarakteriseerd en aldus door argumenten die voor elk type pleiten, de tekortkomingen van het tegengesteld systeem doen uitkomen.
Het werkje is bestemd in 't bijzonder voor de beginners. Wij wijzen er echter op dat, hoe groot de objectiviteit ook zijn moge, waarvan het getuigt, het toch
| |
| |
een zekere voorkeur verraadt voor een idealisme dat min of meer met scepticisme is doorspekt en bij den niet geschoolden lezer meer problemen stelt dan vaste oplossingen suggereert. Wij kunnen het dus niet zonder voorbehoud aanbevelen aan den gewonen lezer.
Dit betreuren wij des te meer daar het boek uitmunt door zijn klaarheid, zijn overzichtelijkheid, zijn logische geslotenheid, zelfs zijn grondigheid in de vereenvoudiging. Het bevat drie afdeelingen: I. De problemen van de metafysica; II. De dogmatische stelsels: naturalisme, spiritualisme, idealisme; III. De agnostische en fideïstische houding.
Een beknopte, ietwat verouderde en vooral Fransche bibliographie, een degelijk personenregister en een vulgariseerend zakenregister vervolledigen het exposé. De vertaling van Dr. Ellebroek loopt vlot en is even sierlijk als correct.
E. DE BRUYNE.
| |
A.J.D. van Oosten: Slagen op de ruit. Vertellingen rond het vuur. - Teulings. 's Hertogenbosch.
Een knap geschreven boek, De verschillende schetsjes zijn zeer raak geteekend, zij brengen u onmiddellijk in de gewenschte atmosfeer. Er is vaak iets schrijnend droevigs in, zoo b.v. in ‘Pinda-pinda’ de geschiedenis van een in Holland gebleven Chinees en zijn einde in het hospitaal.
Een boekje dat verdient veel gelezen te worden.
V.K.
| |
Max Lamberty: Le Rôle social des Idées. Esquisse d'une philosophie de l'histoire contemporaine. Ed. La Cité Chrétienne, Bruxelles.
Dat het uitstekend werk van Man Lamberty: ‘Heerschappij en Nood der Ideeën of Twintig jaar Europeesche geschiedenis’ door de bemiddeling van La Cité Chrétienne de aandacht vergen zal van de franschsprekenden in dit land, verheugt me zeer. Max Lamberty is een van de weinigen die wij, in tegenstelling met de Ersatz-denkers die niets anders geven dan onverteerde en onbegrepen uit het buitenland geïmporteerde gewichtigheid, tot de weinige denkers in Vlaanderen kunnen rekenen.
Dr. K.V.
| |
Robert Cohen: Athènes. Une Démocratie. De sa naissance à sa mort. - (Les grandes études historiques). - A. Fayord et Cie, Paris.
Athene, de wondere stad met het rijke verleden; de stad die - ver vooruit op haar tijd - alle menschelijke wezens met rechtvaardigheid en goedheid heeft willen behandelen, de strenge kaders van den staat verruimen, aan allen een minimum van gelijkheid en een maximum van vrijheid schenken. De stad die roemen mocht op mannen als Themistocles, Aristedes, Miltiades, op wetgevers als Dracon, Solon, Clisthenes; die het met Pericles andurft eene democratie in den breedsten zin van 't woord - regeering van 't volk door het volk - te worden; die, jaren lang niets kent dan roem, voorspoed, zegepraal, onvergankelijke grootheid op alle gebied. Een levend mirakel der geschiedenis. Niet zoo gauw echter was Pericles verdwenen, of de kansen keerden. Athene leerde wat het beteekende te luisteren naar leiders die wel het volk wisten te vleien, maar geen politieken geest bezaten, en de gewichtigste maatregelen door de massa liet beslissen. Demagogie vierde hoogtij, en de gevolgen bleven niet lang achter. Nederlaag, economisch verval, ondergang werden het deel van het eens zoo bloeiend en machtig Athene, en toen Filips de Macedoniër kwam, was het zelfs niet meer in staat zijne onafhankelijkheid te vrijwaren.
Een zeer degelijk, streng geschiedkundig boek, waaruit menige les te halen is.
T.
| |
| |
| |
Adrienne Thomas: 3/4 curiosité. Traduit de l'allemand par Antonina Vallentin. - Librairie Stock, Paris.
Bestaat de liefde waarlijk voor 3/4 uit nieuwsgierigheid, zooals Barbara, Casanova nasprekend dien ze natuurlijk niet gelezen heeft, eens gekscherend beweert. Ze weet niet eens wat liefde is, al praat zij er over met al den overmoed van een heel jong, onschuldig meisje. Wat zij er over verneemt, wanneer zij kort daarna met Peter trouwt, vult haar met schrik en tegenzin, en als hij twee maanden later in den grooten oorlog sneuvelt, neemt zij het besluit, zich heelemaal aan de muziek te wijden, en geen uitstaans meer met de liefde te hebben. En dan, op 't onverwachts, ontmoet zij den man, die haar zal keren inzien wat liefde is, iets heel anders dan 3/4 nieuwsgierigheid of brutale drift, iets dat niet alleen heel haar ziel, maar heel haar wezen opeischt en opslorpt, iets dat haar alles vergeten doet, en haar eindelijk het leven kost.
Een goed ineengestoken, levendig geschreven, zeer romanesk en tevens realistisch, uiterst hartstochtelijk roman. Volstrekt ongeschikt voor jonge meisjes.
L.D.
| |
Solange-Rosenmark; Chacun son amour. - Denoël et Steek, Paris. - 15 fr.
Sedert lange jaren zijn Philippe en Mark gehuwd; hun zoon, Jacques, geeft hun slechts vreugde; ze zijn gelukkig; maar plots wordt Philippe verliefd op een jonge Russin, die zijn leergang op de Sorbonne volgt. Bij alk twee is et meer ijdelheid dan liefde in 't spel. In den grond van zijn hart blijft Philippe zijn vrouw beminnen. Deze weet wat er omgaat, al laat zij niets merken. Ze lijdt scherp, doch geen oogenblik begeven haar hare liefde of hare toewijding. En op 't einde zal het hart van haar man tot haat terugkeeten. Intusschen is hun zoon tot boven de ooten verliefd geworden op de zuster van een zjner vrienden, en zijn liefde is even frisch en gezond als de minnarij van zijn vader het weinig is. Alles komt terecht, en Marie krijgt de belooning van haar zelfopofferende liefde.
Dat alles wordt eenvoudig, zonder veel originaliteit, nogal banaal oppervlakkig verhaald. Toch zijn er wel mooie bladzijden, die van een fijnen opmerkingsgeest getuigen.
L.D.
| |
Paul Régnier: Cherchez la Joie. - Plon. Paris. - 15 fr.
Al was ze een voorbeeldige echtgenoote, toch heeft Benedicte weinig geluk gekend in de korte jaren van haar huwelijk. Ze zal haar leven voortaan wijden aan haar zwaar beproefden broer, een oorlogsverminkte, en vooral aan haar dochter Claude. Ze keft slechts voor haat kind, en spant zich op alle manieren in, om van haar leven een paradijs te maken, waaruit de smart heelemaal gebannen is. Heel de opvoeding, die ze haar geeft, steunt op die bezorgdheid, om haar dochter slechts meet blijheid en geluk in aanraking te brengen; zelfs haar godsdienstige opvoeding zal meer naar het aardsch geluk wijzen, dan naar zelfverloochening, sacrificie, onderwerping aan Gods wil. Claude kent slechts den zonnigen kant van 't leven. Ook vindt de beproeving haar onvoorbereid, zonder moreek kracht, zonder hoogere bezieling, zonder diep geloof. Niets kan haar beschermen tegen zichzelf, tegen haar grillen, haar behoefte aan plezier, haar zinnelijkheid. Onmachtig woont Benedicte al die ellende bij: het laatste offer zal ze nog moeten brengen; Claude sterft met de geboorte van haar eerste kindje.
Intressant is de grondgedachte, en het boek bevat menig schoone bladzijde; maar het mist eenvoud en soms echte ontroering. Het geheel is zwaar en geforceerd.
L.D.
| |
| |
| |
Simonne Ratel: Le Raisin vert. - Librairie Plon. Paris. - 12 fr.
De familie Duras. Amédée, de man, is niet slecht van aard, maar heeft een averechts karakter, en schijnt het er op aan te leggen om zijn vrouw en kinderen te dwarsboomen. Isabelle, zijn vrouw, fijn, geestig, vol veerkracht, leeft slechts om de kinderen tegen de kuren van hun vader te beschermen: een strijd van ieder oogenblik. Laurent, een begaafde knaap die met zichzelf geen weg weet, soms allerliefst kan zijn, maar soms ook onhebbelijk; een warm hart, een hartstochtelijk gemoed. Zijn zuster. Lise, ietwat oppervlakkig, een weinig behept met het cynisme van haar vader. Eindelijk het zwijgzaam, diep gevoelig, in-zich-zelf-teruggetrokken nichtje, bijgenaamd ‘Corbiau’. Die vier spannen instructief samen tegen den onredelijken, tyrannieken en in den grond toch zwakken vader. Slechts wanneet hij in de eerste maanden van den oorlog sneuvelt, begrijpen ze welke groote plaats hij in hun leven innam, en welken invloed hij trots alles op hen heeft uitgeoefend.
Voortreffelijk worden al deze karakters geschetst, en kostelijk zijn de scènes die den vader in oppositie brengt met vrouw en kinderen. Het eerste deel vooral is vol humor, fijnen opmerkingsgeest, rake kinderpsychologie. Het tweede deel schijnt me minder gelukt; en mist wel eens eenvoud; het is in zijn geheel minder sympathiek, alhoewel schrijfsters talent er nog hier en daar tot volle uiting komt.
L.D.
| |
Concordia Merrel: Le Rose et l'Eglantine. (Adam and some Eves). Adapté de l'anglais par Th. et E. de Saint-Segond. - Librairie Plon, Paris. - 15 fr.
De jonge ingenieur Adam leeft slechts voor zijn werk. Plots komt de liefde op zijn weg. Wie zal hij beminnen? De mooie, dartele, kokette Grace, of haar zuster, de lieve, eenvoudige Lucy? Daar tusschen in, het drama van Mr. Kenyon, zoo jammerlijk aan den drank verslaafd, en dat van Fanny, het verwaand, afgunstig buitenmeisje, insgelijks op Adam verliefd. Natuurlijk zegeviert het goede, en wordt het kwaad gestraft.
Goede ontspanningslectuur, al wordt het verhaal wel eens langdradig, en al is de held af en toe wat àl te naïef.
L.D.
| |
Kenneth Grahame: Le Vent dans les Saules. Texte français de Laure Delattre. Illustrations de E.H. Shepard. - Armand Colin. Paris. - Br. 9 fr. - rel. 14 fr.
Een kostelijk boek voor kinderen; maar niet minder graag zal het gelezen worden door groote menschen, vatbaar voor den gemoedelijken humor zoo eigen aan Engelsche schrijvers. Met evenveel genoegen als hun eigen kinderen zullen ze de lotgevallen lezen van Mal, Waterrat, Das, van Pad, den onverdraaglijken snoever, die door zijn verwaandheid en grillen de hachelijkste avonturen oploopt, en nog van een aantal andere dieren van bosch en waterkant.
De verhalen die hij voor zijn eigen kleuters had verzonnen, heeft schrijver hier neergepend. Het beestenwereldje dat hij voor ons optoovert heeft veel weg van de wereld der menschen, en soms kan het wel vergeleken worden met de wondere dierenwereld van den onsterfelijken La Fontaine.
L.D.
| |
Jean Torlais: Réaumur. Un esprit encyclodique en dehors de l'Encyclopédie. D'après des documents inédits: 1 vol. in-8o de 448 p. et 12 illustrations. - Desclée de Brouwer et Cie. Paris.
Réaumur is bijna uitsluitelijk gekend door den thermometer die zijn naam
| |
| |
draagt. Toch is hij een der grootste geleerden der 18e eeuw, die uitstekend werk verrichtte in alle takken der wetenschappen. Hem danken we nieuwe, afdoende bewerkingsmiddelen tot het vervaardigen van staal, blik, porcelein. Hij was insgelijks de stichter der entomologie, en vond doeltreffende middelen voor het bewaren van collecties, het opzetten van vogels en dieren, enz. Zelfs mag beweerd worden dat hij, door zijn biologisch werk, de voorganger van Pasteur was. In physiologie, eindelijk, bracht hij licht in het nog zoo'n duister probleem der digestie. Zijn naam was wereldberoemd, en als Bestuurder der ‘Académie Royale des Sciences’ van Parijs, was hij in betrekking met alle geleerden van zijn tijd.
Schrijver, die over nog onuitgegeven documenten beschikken mocht, volgt Réaumur stap voor stap, in zijn studies, zijn werkmethode, zijn bekomen uitslagen. Tevens schildert hij levendig den kring van zijn vrienden, collega's, correspondenten, zoowel uit Frankrijk als uit den vreemde. Zoo geeft hij een zeer belangrijk tafereel van de wetenschappelijke wereld uit het midden der 18e eeuw.
T.
| |
A. Hublet, S.J.: La Flamme qui dévore. - Durendal. Bruxelles. - Jaarlijks 5 boeken voor 20 fr.
De geschiedenis van Freddy, een knaap die letterlijk verteerd wordt door zijn apostolischen ijver, om zielen tot God terug te brengen. Het offer van zijn leven voor twee zielen wordt verhoord; geen geneesheer kan iets doen tegen de mysterieuze ziekte, die hem ondermijnt. Maar vooraleer te sterven, zal hij nog zien hoe de hevige communist zich onder zijn invloed bekeert, en er in toestemt zijn zoontje, Popol, Freddie's beste vriend, te laten doopen.
Zeer goede lectuur voor de jeugd.
L.D.
| |
Edmond P. Géhu: Le Rocher de Sémiramis. - Mame. Tours.
Welk geheim bewaart de oude man, die heel alleen leeft in gebed en boete, op het wrak der ‘Tamara’ in de rotsen der Feroë's?
Jongens en meisjes van af 14 jaar zullen het boek niet loslaten vooraleer ze de lotgevallen van Libarid Orpelian, van zijn zoon Ivané, van zijn kleinzoon David tot het einde gelezen, en vernomen te hebben hoe het offer van grootvader en kleinzoon, de schuld van Ivané's vergoed heeft.
Goede ontspanningslectuur.
L.D.
| |
R.A. Hédoin: La Semaine de Bonté de Dieudoné Bonvouloir. - Editions Spes. Paris. - Cart. 9 fr.
De tienjarige Dieudonné leest, in een dagblad, een oproep voor ‘De Week der Goedheid’, en neemt het besluit om er deel aan te nemen. Hij zal zijn best doen om gedurende heel de week goed te zijn ten opzichte van de armen, de ouderlingen en zieken, de kinderen, de dieren, de dienstboden en van zijn familieleden. 't Gaat wel niet zonder flaters, avonturen en ontgoochelingen; maar over den uitslag mag hij toch tevreden zijn, en de laatste dag der week wordt voor hem een heugelijke dag, een dag van verblijding, voor hem en al zijn magen en vrienden.
Aangename lectuur voor kinderen van 8 tot 14 jaar.
T.
| |
Pierre Alciette: Les Aventures de Criquet, chien. - Editions Spes. Paris. - Cart. 10 fr.
Criquet, een jong hondje, valt van het eene avontuur in het andere, deels door toedoen van slechte meesters, deels te wijten aan zijn eigen onbezonnen voortvarendheid. Ten laatste echter, komt alles te rechte: Criquet vindt zijn goede meesters terug, en zal niet meet wegloopen.
Heel verzettelijk voor jonge kinderen.
T.
|
|