Jörgensen is 7 November 70 jaar geworden. En de stad van zijn geboorte Svendborg en Copenhagen hebben hem gehuldigd zooals het dezen edelen dichter hoorde. Het was een hulde door de jongeren van heden en gisteren en door hen die eenmaal jong waren toen Georg Brandes over de literatuur der noorderlanden regeerde. Er waren veel bloemen, er waren fakkeloptochten, er waren hartelijke en hooggestemde begroetingen en er was vooral een telegram van niemand minder dan Z.H. Paus Pius XI.
Maar tusschen zijn noorsche vaderland en Assisi, dat hem tot eereburger uitriep, ligt de stad aan de Schelde waar hij elken zomer verwijlen komt in het groote witte huis op Markgravelei.
Jörgensen is steeds een groot vriend geweest van dit land. In den vrede en in de verdrukking. Hij heeft getuigd voor dit land, toen er moed noodig was om te spreken. Maar dit weerhield hem niet. Hij wist dat hij vele banden verbrak en vele deuren voor zich sloot over den Rijn toen hij ‘Klokke Roeland’ neerschreef; maar de waarheid en het recht waren hem liever dan voordeel en vriendschap.
Jörgensen houdt van dit volk der lage landen en van zijn taal die hij kent; en wanneer hij tijdens den oorlog langs de kust liep in den uithoek van België - I det yderste Belgien, zooals hij zijn boek heeft geheeten - en door het waterig land met zijn vele kanaaltjes en beken reed, was het of hij 't eigen land terugzag.
Andermaal heeft hij geschreven over Vlaanderen na een nieuwen tocht door het geschonden maar bevrijde Vlaanderen; dat werd zijn ‘Flanderns Loewe’. En wie de verschillende deelen van zijn levensverhaal ‘Mit Livs legende’ of zijn ‘Indtryk og Stemminger’ heeft gelezen, weet welke plaats dit land en dit volk in het hart van Jörgensen inneemt. Want in dit land is een huis waar hij zich genood weet als aan den eigen disch. Hij heeft dit huis met zijn groote eetkamer die uitziet op het terras met crimson ramblers en den tuin met de zware platanen en beuken beschreven in ‘Klokke Roeland’. Het is nu vele jaren geleden dat hij daar voor de eerste maal belandde, nadat hij in het doolhof der