Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1936
(1936)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 791]
| |||||||||||||||||||||||||||
Selma Lagerlöf: Het meisje van de Veenhoeve. Uitg. De gulden Ster, Amsterdam.Wie bij de bespreking van dit boek niet onbillijk wil zijn voor Selma Lagerlöf, gelieve haar niet vergelijken met Sigrid Undset; al zijn ze beide winnaars van den Nobelprijs. Het poëtisch romantisme van S. Lagerlöf reikt niet hooger dan het werk van de derde vrouwelijke met den Nobelprijs bekroonde letterkundige: Grazzia Deledda, die voor enkele dagen overleden is. Dit is echter een niet geringe verdienste. Men bedenke bovendien dat de litteraire aanvang van S. Lagerlöf al zooveel jaren terug ligt; en zij is nooit uit den toover getreden van haar jeugd. Wie ‘Het meisje van de Veenhoeve’, genieten en waardeeren wil, moet bereid zijn om zonder meer de romantische atmosfeer, die een halve eeuw geleden, als een realiteit aanvaard werd, te ondergaan. Het is nog de tijd van de stille, zwijgzame liefde, die zichzelf verloochent en opoffert voor het geluk van den man dien men bemint in het diepste van zijn hart. Dit verhaal werd voor de film bewerkt; en hier kan een nieuwe realiteit worden bereikt, waarin we gemakkelijker gelooven dan in dit eenvoudige, maar te romantisch verwerkte gegeven. A.V.C. | |||||||||||||||||||||||||||
A.J.D. Van Oosten: Rutschbaan. - Uitgave De Spieghel, Amsterdam. ‘Het Kompas’, Antwerpen. Ing. 30 fr. Geb. 42.50 fr.Deze kleine fantasie in dagboekvorm toont ons het bestaan van den modernen nietsnut aan in zijn ontstellende leegheid, in zijn verveling en in zijn strafbaar zoeken om de tijd en meteen de ziel te dooden. De hoofdpersoon uit ‘Rutschbaan’ die in de ik-vorm de grondelooze dwaasheid van zijn leven afschildert, verdient niet meer aandacht dan men aan een ontaard mensch nog wijden mag. Al is hij ongetwijfeld een werkelijk bestaande iemand onder ons. Het boek is een schrijnend document over de menschelijke ellende, geschreven door iemand die zijn vak verstaat. Van Oosten schetst zenuwachtig, los en prettig, met af en toe een diepen zin in zijn woorden, maar het blijkt wel dat ‘Rutschbaan’ nooit zijn beste werk zal worden. Daar is het te zwak gebouwd en te fragmentarisch voor. Een tranchede-vie, die knap geschreven is, doch meer de nood van den modernen mensch aanduidt, dan uitbeeldt. A.D. | |||||||||||||||||||||||||||
Irène Némirovsky: Jézabel. - Albin Michel, Paris. 15 fr.Irène Némirovsky heeft een scherpe opmerkingsgave, en een krachtige verbeelding; een wrange levensopvatting, die door geen bovennatuurlijken glans verlicht wordt. Toch zijn haar boeken boeiend. Deze laatste roman is echter nog zwarter getint, neerdrukkender dan de vorige. Sedert haar prilste jeugd, zegeviert Gladys door haar schoonheid. Ze trouwt en heeft een kind, maar ze leeft voor niets anders dan de wereld, voor de talrijke aanbidders die haar het hof maken. Ze wordt weduwe, de jaren gaan om, haar dochter wordt een jong meisje, maar zij zelve | |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 792]
| |||||||||||||||||||||||||||
zet haar leven van vermaak voort. Ze aanvaardt den aankomenden ouderdom niet; ze denkt slechts aan zichzelf, aan haar succes, aan haar minnaars, al het overige kan haar niet schelen. Ze is een monster van egoïsme, van hartstochtelijk najagen der liefde. Om de illuzie van jeugd en liefde op te houden zijn alle middelen haar goed. Ze ontziet niets of niemand; haar dochter wordt het slachtoffer van die vreeselijke eigenliefde. He boek eindigt op een bloedig drama en Gladys woont de schipbreuk bij van haar leven op wankelende grondvesten gevestigd. L.D. | |||||||||||||||||||||||||||
Jean Martet: La Partie de Boules. - Albin Michel, Paris. 15 fr.Een verzettelijk roman, vol gezonde humor, die speelt te Mazurques, nabij Toulon. Heel pleizierig de beschrijving van die vroolijke, uitbundige zuiderlingen, die het leven lichtjes opnemen, en hartstochtelijk opgaan in het traditioneel balspel; terwijl de ernstige, positieve Noorderlingen - d.i. de Franschen uit Parijs of Normandië - al het zonnige van het Zuiden, en alle fantazie missen, en niet eens bekwaam zijn ‘la douceur de vivre’ echt te waardeeren. De held van het boek is echter Julien, die zelf niet weet waar hij geboren is, noch wie zijn ouders waren, en niet eens kan lezen of schrijven. Doch hij bezit een wondere gave, een soort magnetische kracht waarmee hij schielijk het dorp eenigen tijd in rep en roer brengt, mirakelen verricht, maar er niet in slaagt zijn eigen geluk te bewerken, en even geheimzinnig verdwijnt als hij verschenen was. Dit alles zeer levendig en luimig verteld, al is het einde minder goed dan het begin. Goede ontspanningslectuur. L.D. | |||||||||||||||||||||||||||
Georges Bernanos: Journal d'un curé de campagne. - Librairie Plon. Paris. - 15 fr.Een jonge priester wordt pastoor benoemd in een ver afgelegen dorp. Een brillant student, maar weinig op de hoogte van het leven, nog minder van de wereld, linksch in voorkomen en gebaar, ziek van lichaam. Hij is echter begenadigd met de mysterieuze gave der heiligheid. Zijn parochianen begrijpen hem niet; de verschijnselen van de vreeselijke ziekte die hem ondermijnt, doen hem aanzien als een dronkaard; verachting, beschimping en laster worden zijn deel. Maar er gaat een kracht uit hem uit, aan dewelke zelfs zijn ergste tegenstanders niet kunnen weerstaan; en zoo gelukt hij er in zielen die, onder den schijn van een nauwgezet catholicisme, sedert jaren in haat en opstand tegenover God leefden, tot inkeer te brengen, weer open te gaan voor de liefde, en verzoend tot hun schepper terug te keeren. Een zeer schoon boek, beter samengevat, eenvoudiger, dieper dan schrijvers vroeger werk: het bevat hoogst dramatische scenen, en wonderschoone bladzijden die ruimschoots opwegen tegen het hier en daar morbide of gemaakt van toestanden of gedachte. L.D. | |||||||||||||||||||||||||||
Alla Rachmanova: La Fabrique des Hommes nouveaux. Traduit de l'allemand par Henri Bloch. - Plon, Paris. 12 fr.De roman is nauw verwant met de boeken ‘Tcheka, Liefde en Dood’ en ‘Een huwelijk in rooden storm’, waarin schrijfster haar eigen herinneringen verhaalt. Hier ook schildert zij met vaste trekken de vreeselijke dwingelandij waaronder het Russisch volk leeft; de barbaarschheid, ja de dierlijkheid waarin de aanhangers van de zoogezegde ‘vrijheid’ vervallen; het afschuwelijk gemis aan alle moraliteit, het paganisme van leiders en leerstelsels van het roode bewind. Van dichtbij heeft zij dit alles gezien en met klaren blik doorgrond. Ook kent zij de | |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 793]
| |||||||||||||||||||||||||||
slavische ziel door en door; die veranderlijke, grillige ziel, waarin hooge spiritualiteit, vaag mysticsme, hooge kunstzin wedijvert met ellendige zwakheid, onstandvastigheid, sombere wreedheid. Levendig komt dit alles tot zijn recht in dezen roman waarmee schrijfster den eersten prijs van 50.000 fr. behaald heeft in den wedstrijd door de ‘Académie d'éducation et d'entr'aide sociales’ voor romans handelende over het bolsjevisme uitgeschreven. L.D. | |||||||||||||||||||||||||||
Norbert Casteret: Au Fond des Gouffres. - Librairie académique Perrin. Paris. 15 fr.Dit boek is als het vervolg van schrijver's ander werk ‘Dix ans sous terre’, een paar jaar geleden verschenen, en is al even belangrijk en boeiend. Klaar en levendig verhaalt Norbert Casteret - laureaat der ‘Académie des Sciences’, der ‘Académie Française’ en zelfs der ‘Académie des Sports’ - zijn ervaringen, en zijne sensationeele, wonderlijke en dikwijls uiterst gevaarlijke ontdekkingstochten. Zijn boeken zijn altijd interessant en leerrijk, doch nooit vervelend of pedant. Uiterst eenvoudig, maar boeiend, vertelt hij hier zijn avonturen in heelemaal ondoorzochte holen en grotten met hun ongekende wonderen, hun verbazende uitgestrektheid en geheimzinnige vertakkingen, gelegen in de hooge bergen van Frankrijk en Marokko. En wat een les van moed, van wilskracht en volharding is er uit die bladzijden te halen! T. | |||||||||||||||||||||||||||
Paul Claudel: Figures et Paraboles. - Gallimard, N.R.F. Paris.Een bundel artikels, of liever meditaties; een vreemd boek, zoo echt claudeliaansch, met onverwachte denkbeelden, duizelig diepe gedachten, plots ontvouwde horizonten. In het stuk ‘Mort de Judas’, is Judas, die zijn verraad tracht te verklaren en te verontschuldigen, ontzettend van cynisme, van mediocriteit en totaal onbegrijpen van de oneindige grootheid van den Meester dien hij voor 30 penningen verkocht. Niet minder treffend Pilatus in ‘Le Point de vue de Pilate’, zoo laf en enggeestig, de type van den fonctionnaris, die geen ander ideaal kent dan zijn plicht op de letter te kwijten, en alle moeilijkheden, die zijn bevordering in gevaar zou kunnen brengen, te vermijden. Kostelijk ook zijn kritiek van Richard Wagner, en wel voornamelijk van de ‘Götterdämmerung’ en ‘Parsifal’. Terwijl ‘La Légende de Prâkriti’ een heerlijke, dichterlijke voorstelling geeft van de schepping der wereld, waarin de theorie der evolutie een veeg uit de pan krijgt. Doch elk artikel is interessant, en dient met aandacht gelezen te worden. Heel het boek is een rijke bron van schoonheid en waarheid, van sterk geloof. L.D. | |||||||||||||||||||||||||||
Lieutenant J. Bastin, de l'armée belge: Le journal d'un Evadé de Guerre. Avec illustrations et documents. Préface du Général de Goys de Mézeyrac, président d'honneur de l'union nationale des évadés de guerre (France). - Editions d'Art des Imprimeries Nationales des Militaires mutilés et invalides de la guerre. 130, rue Paradis, Liège.In de eerste dagen van den oorlog gekwetst en gevangen genomen, werd schrijver, toen een jonge luitenant van ons leger, weldra in het fort ‘Cavalier Scharnhorst’ bij Magdeburg geïnterneerd. Onmiddellijk begon hij plannen voor zijn vlucht te maken. Ontsnapt, maar aan de Deensche grens weer gepakt, verliest hij geen moed. Van fort tot fort, van gevangenis tot gevangenis, heel Duitschland door, verplaatst, herbegint hij telkens weer, al mislukken al zijne pogingen op het laatste oogenblik. Tienmaal opnieuw probeert hij; en wie zal zeggen wat hij telkens te | |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 794]
| |||||||||||||||||||||||||||
verduren had naar ziel en lichaam! Totdat hij eindelijk, op 19 November 1917, gevlucht uit Fort IX in Beyeren, in Holland terecht kwam. Dank aan hem, gelukten een aantal zijner gewezen medegevangenen, door denzelfden weg te ontsnappen. Het boek, opgedragen aan Koning Leopold III, is een prachtige les van wilskracht en eenvoudigen heldenmoed. Het is boeiend om lezen. Generaal de Goys, die dank aan Luitenant Bastin eenige dagen na hem insgelijks in Holland kon vluchten, schrijft in zijne inleiding: ‘Le Belge allie la bravoure de l'Anglais au calcul du Français. Il ajoute au tempérament de ce dernier encore plus de fougue...’ En wie dit boek leest zal hem niet tegenspreken. L.D. | |||||||||||||||||||||||||||
Pierre Gourdon: C'est pour la vie. - Collection Durendal. Bruxelles. Nr 4 der reeks van 5 boeken welke Durendal jaarlijks voor den prijs van 20 fr. geeft.Deze roman is gemeend als een betoog van de onverbreekbaarheid van het huwelijk. Een jong Bretonsch meisje, Philiberte huwt, ter wille van zijn rijkdom, een man dien zij niet bemint. Alles gaat goed zoolang hij haar met weelde omringt; maar wanneer hij zijn fortuin verliest, wordt de kloof tusschen hen met den dag grooter. Ze verlaat hem, met haar kind, en weldra komt de bekoring op haar weg. Maar het geloof, dat ze nooit heelemaal verloren heeft, en haar kind, redden haar, en eindelijk leert ze haar plicht beter begrijpen, en de heiligheid van het huwelijk inzien. Die Philiberte is niet zeer interessant, en de roman, alhoewel schrijver meermaals door de Academie voor andere werken werd bekroond, heeft niet veel om 't lijf. Toch bevat hij mooie bladzijden, vooral over Bretanje en leest gemakkelijk. Goed geschikt voor jonge meisjes. L.D. | |||||||||||||||||||||||||||
Guy Malengreau: L'Esprit Particulariste et la Révolution des Pays-Bas au XVIe siècle. (1578-1584). - Université de Louvain. Recueil de travaux publiés par les membres des Conférences d'Histoire et du Philosophie. 2e série, fascicule 36e. 1936.In zijn inleiding verwittigt schrijver ons dat hij getracht heeft, om zoo objectief mogelijk te wezen, zich in zijn boek te plaatsen, niet op het standpunt van een Belg der 20e eeuw, maar op dat van een Nederlander der XVIe eeuw, toen de XVII provinciën, sedert een eeuw gegroepeerd, stilaan begonnen bewust te worden van een gemeenschap van eigen belangen, die niet overeen te brengen waren met het Spaansch regiem, en er nog geen spraak was van scheuring tusschen Noorder en Zuider provincies. Tusschen de verschillige oorzaken, die de splitsing der XVII provinciën bewerkten, bestudeert hij er slechts eene, het particularisme. Moeilijke taak, want trots alle verwittiging, valt het den lezer soms vreemd, al was het slechts in schijn zoo weinig plaats en waarde te zien geworden, in de onlusten der 16e eeuw, die onze gewesten zoo zwaar teisterden, aan het godsdienstig element, dat toch wel het gewichtigste was, en de breuk tusschen Noord en Zuid eindelijk besliste. Ook geeft de onbewimpelde bewondering van schrijver voor den Zwijger die - hoe diepzinnig politiek ook en hoe modern reeds in zijn opvattingen - vooral door eerzucht gedreven werd, jaren lang niet openlijk voor zijn godsdienstige opinies uitkwam, onze provinciës daarbij nog leverde aan Anjou, en ten slotte verraad pleegde tegenover zijn wettelijken vorst, - al had deze dan ook tegenover zijn volk gefaald - soms aanstoot. Eindelijk is het boek wat lang: het eerste hoofdstuk uitgezonderd, dat den politieken toestand der XVII provinciën vóór het jaar 1578 op meesterlijke wijze | |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 795]
| |||||||||||||||||||||||||||
resumeert, zijn er in de volgende hoofstukken te veel herhalingen van reeds besproken feiten, die de vaart van het boek hinderen, en den lezer, nu en dan, wel eens in verwarring kunnen brengen. Maar dit alles ter zijde gelaten, blijkt het werk uiterst interessant. Heel levendig stelt schrijver dat droevig particularisme in het licht, waaraan niet alleen elke provincie leed, maar om zoo te zeggen elke stad en elken stand, en dat alle samenwerking voor de gemeenschap, voor het geheele land onmogelijk maakte. Ongetwijfeld ligt daarin - en schrijver heeft het klaar gezien - een der voornaamste oorzaken van de failliet der 16e eeuwsche revolutie. Zouden we durven beweren dat we dat gebrek - oorzaak van zwakheid en verdeeldheid - heelemaal verloren hebben? En doen de geschillen der 16e eeuw, met zooveel talent in dit boek geschilderd, niet meermaals aan huidige toestanden denken? T. | |||||||||||||||||||||||||||
Jacques Madaule: Le Drame de Paul Claudel. Avec une préface de Paul Claudel. - Desclée de Brouwer. Paris. - Un vol. in-8, de 340 p. 30 fr. belges.In zijn vroeger verschenen boek ‘Le Génie de Paul Claudel’ heeft schrijver de voornaamste karakteristieken van Claudel's genie, zoowel wat leerstelsel als kunst betreft, getracht te analyseeren. In zijn nieuw boek bestudeert hij afzonderlijk zijn tooneelstukken. Een voor een bespreekt hij zijn drama's, van ‘Tête d'Or’ tot ‘Le Soulier de Satin’, zijn laatste, dat als de synthese van heel zijn werk is, en weet licht te werpen op menige duistere bladzijde, die den lezer in verwarring brengt. Zoo doende, bewijst hij de groote eenheid van Claudel's tooneel. Dezelfde leidende gedachte bezielt alle stukken. Van het eerste tot het laatste beschrijven ze den strijd dien ieder mensch tegen God voert, en die, alleen dan wanneer God zegeviert, vrede brengt. Aldus de grondgedachte van Claudel's drama's, die, eerst niets dan strijd en geweld, in den vrede hun einde vinden. Doch met ieder nieuw drama, stijgt de opvatting van den vrede, wordt de overgave van den mensch tot God, zijn onthechting van het aardsche, volkomener, om het echte geluk te bereiken. Een prachtig boek, dat niet genoeg geprezen en aanbevolen kan worden. Alle bewonderaars van Claudel, en ze zijn talrijk in ons land, moeten het bezitten. T. | |||||||||||||||||||||||||||
Max Daireaux: Villiers de l'Isle-Adam. (Coll. ‘Temps et Visages’). 1 vol. in-8o de 460 pages et 13 illustrations. Avec des documents inédits. 32 fr. belges.Villiers de l'Isle-Adam is wel een interessante figuur der vorige eeuw. Afstammend uit een adellijke, doch verarmde familie, kende hij slechts bittere armoede, en waar het zijn letterkundig werk gold, bittere ontgoocheling. Onverschilligheid, en lage nijd, ontmoette hij al te vaak. Slechts na zijn dood kwam zijn naam voor goed aan 't licht en werd de waarde van zijn werk herkend. Mag hij waarlijk voor een genie doorgaan, zooals schrijver - die niet aarzelt zijn ‘Eve Future’ nevens Goethe's Faust in aanmerking te brengen - wel schijnt te denken? Maar Villiers de l'Isle-Adam's werk was uitsluitend celebraal, beroofd van echt menschelijk gevoel, van liefde. Zeker, hij is een rasschrijver, een kunstenaar, met een rijke verbeelding bedeeld. Maar dat is nog geen genie. Toch is dit boek zeer belangwekkend. Na een goed gedocumenteerde levensschets, bestudeert schrijver in de V. de l'I.-A. den mensch en zijn gedachten, en geeft vervolgens eene uiterst wel gelukte analyse en critiek van zijn werk. T. | |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 796]
| |||||||||||||||||||||||||||
Léon Lemonnier: La Jeunesse aventureuse de Mark Twain. (Coll. ‘Intermède’). - Desclée de Brouwer. Paris. 15 fr.Mark Twain's jeugd is betrekkelijk weinig gekend. Geboren in 1835 in een dorpje op den Mississipi, moest hij reeds vroeg zijn kost verdienen, en werd opvolgentlijk werkman, letterzetter in verschillende steden, loods op den Mississipi, waarop het varen toen nog zeer gevaarlijk was; soldaat gedurende den Slavenoorlog, prospector van zilvermijnen in Nevada. Doch de kans lachte hem niet toe, en keer op keer werd hij in zijn verwachtingen bedrogen. Maar een andere gaaf kwam intusschen aan het licht; zijn echte roeping ontwaakte, en hij begon aan journalisme te doen. Het duurde niet lang of hij werd beroemd. Zijn harde jaren waren voorbij. Doch zijn humor, die zoovelen vermaak heeft verschaft, is - veel meer dan zijn eigen - de humor van de avonturiers met wie hij zijn jeugd doorbracht: pionniers van het Far-West, loodsen van den Mississipi, goud- en zilverzoekers van Nevada en Californië. Dit boek leest als een roman, en geeft een wel gelukt tafereel van het amerikaansch leven in West en Far-West, tusschen 1835 en 1865. T. | |||||||||||||||||||||||||||
René Schwob: Solitude de Jésus-Christus. (Coll. ‘Les Iles’). - Desclée de Brouwer et Cie. Paris. 1936.Schrijver geeft ons in dit boek een treffende historische en letterkundige meditatie over Palestina, waarheen hij, als volgeling van Christus, op bedevaart ging. Op welke wijze spreekt de grond waarop de Verlosser zijn aardsche leven sleet, tot de ziel? Wat zegt hij, door het prisma der sociale en godsdienstige tegenstrijdigheden die hem schokken in onze 20e eeuw? Met schrijver zullen we tot het besluit komen ‘...aussi n'est-ce vraiment qu'à Jérusalem qu'on peut écouter les plus intimes confidences de Jésus - et ce murmure où Il finit par expirer’. J.B. | |||||||||||||||||||||||||||
Madame Georges Ramain: L'expérience maternelle et la vie. - Desclée de Brouwer et Cie. Paris.Een uiterst nuttig boek voor moeders en opvoedsters die hun sublieme taak dag aan dag kwijten, en christene kinderen willen opvoeden. De waarheid en het leven; de beteekenis en de waarde van het leven; het leven en de wil; de familie en het aardsche midden; het sociale leven en de sociale plicht ten opzichte van het leven; ziedaar de voornaamste hoofdstukken. Een krachtige adem van gezonde filosofie bezielt deze scherpzinnige, verstandige bladzijden. J.B. | |||||||||||||||||||||||||||
Marguerite d'Arbouze, abbesse du Val de Grâce: Traité de l'oraison mentale. (Coll. ‘Pax’), - Desclée de Brouwer et Cie. Paris.Dit boek is een herdruk van documenten over het innerlijk gebed, geschreven door kloosterzusters in de 17e eeuw. De vulgarisatie van hun gedachte valt niet meer te doen, sedert Mr. Henri Brémond zijn ‘Geschiedenis van het godsdienstig gevoel in Frankrijk’ uitgaf. Doch specialisten zullen deze bladzijden, zoo rijk aan kostelijken raad, met genoegen lezen. J.B. | |||||||||||||||||||||||||||
René Gaëll: Carillons de Lourdes. Lettre-préface de Mgr. Gerbet. - P. Téqui. Paris. 10 fr.Een bundel korte schetsen, waarin schrijver - een specialist van Lourdes - een aantal geestelijke mirakelen, door hem te Lourdes bijgewoond, verhaalt: plotse werking der genade, schielijk zegevieren van O.L. Vr. over weerbarstige harten, haat en verachting in dankbare liefde veranderd, enz. Levendig en opgeruimd verteld, spontaan uit het hart opgeweld, lezen die verhaaltjes aangenaam en gemakkelijk. T. | |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 797]
| |||||||||||||||||||||||||||
W. Malgaud: De l'action à la Pensée. Ed. Alcan, Paris. - 1 vol., 8e, 331 p.De heer Malgaud, rechter in de rechtbank van Eersten Aanleg te Antwerpen, heeft zich beijverd om het ontologisch probleem der kennis op te lossen: ‘Comment pensons-nous?’ en de oplossing die hij daaraan geeft, laat hem bovendien toe het kritische probleem der waarde van ons oordeel op te lossen. Het werk is verdeeld in drie deelen; de twee eerste behandelen het psychologisch aspect onzer kennis; terwijl het derde deze metaphysisch beschouwt. De fundamenteele thesis van den schrijver schijnt ons de volgende te zijn: de mensch kent slechts de dingen buiten hemzelf, in betrekking tot de onmiddellijke en intuitive kennis die hij van zichzelf heeft verworven. Nadat we onszelf hebben leeren kennen door onze actie, uitgedrukt door gewaarwordingen die primaire en synthetische, psychologische toestanden zijn, verdubbelen we ons in de dingen buiten ons, waaraan wij onbewust de enkele kennissen leenen die wij geldig bezitten: de kennissen van ons eigen wezen in onze daad. Het rationeele ligt in de wereld onzer daad. Dank aan onze ontdubbeling, laat deze daad ons toe de dingen buiten ons te kennen, alhoewel deze uit zichzelf stom zijn. De auteur heeft naar onze meening een krachtige poging naar synthese beproefd. Dat is, voor ons, de groote verdienste van dit werk dat een logisch en stevig gebouwd geheel vormt. Het getuigt bovendien van eene groote intellectueele loyauteit, die uitstekend gediend wordt door een zeer preciesen en merkwaardig eenvoudigen stijl. Het schijnt me nochtans dat de heer Malgaud niet geheel klaar heeft gezien welk voordeel men halen kan uit de transendantale notie van het zijn. De gewaarwording is niets anders dan een afgeleide gedachte: het karakter van aanhoorigheid aan het ‘ik’ die sommige gewoorwordingen kenmerkt, is niet eerste te zijn; evenmin als het idee van aanhoorigheid aan de buitenwereld, die andere gewaarwordingen vergezelt, en daar af vermindert de waarde van de ontdubbeling in sterke mate, vermits de kennis die wij hebben van onze eigen beweging, juist dezelfde representatieve waarde heeft, noch min noch meer, als die welke we hebben van de dingen. Maar anderzijds vestigt de schrijver met nadruk, en terecht, de aandacht op het synthetisch karakter van de bewustheid en hare eenheid. Tevens wijst hij, op gelukkige wijze, op de rol der beweging. Dit boek van den heer Malgaud is een werk van groote waarde.
ROBERT MAISTRIAUX. | |||||||||||||||||||||||||||
Jacques Maritain: Lettre sur l'Indépendance. (Coll. ‘Courrier des Iles’). - Desclée de Brouwer. Paris. Bruxelles.Een innerlijk conflict belet vele Christenen zich heelemaal aan den dienst Gods te wijden: eenerzijds het instinct de aardsche collectiviteit die ze in een gesloten wereld wil vestigen, waaruit ze tegen het kwaad zullen strijden; en anderzijds het geestelijk instinct, dat van God komt, en ze aanspoort de wereld te gemoet te gaan, om getuigenis te geven en leven te brengen. Het terugbrengen tot het geloof van de massa, die door de schuld vooral van een christelijke wereld ontrouw geworden aan zijn roeping, gescheiden werd, is heden het centraal probleem. De christenen alleen bezitten een leerstelsel stevig genoeg om de argumenten der atheïsten te niet te doen. Niet alleen door het apostolaat moeten ze hun plicht kwijten, maar ook door een christelijke wijsbegeerte, die eene diepere revolutie eischt dan al hetgeen de revolutionnaire letterkunde onder dien naam bedoelt. De | |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 798]
| |||||||||||||||||||||||||||
christen moet getuigenis geven voor God en het eeuwige leven, en om het tijdelijk leven der wereld naar God te doen vorderen. Daarom moet hij een dubbele onafhankelijkheid behouden: 1) die van het geloof, gericht naar het eeuwig leven; 2) die van zijn tijdelijke werkzaamheid van christen mensch, d.i. de politieke deugden - in den breeden zin door Aristoteles aan dat woord gegeven - naar het tijdelijk leven en het goed der menschelijke beschaving in christelijken zin gericht. Aldus het algemeen thema van deze interessante brochuur, die zeer schoone bladzijden behelst. T. | |||||||||||||||||||||||||||
Verschenen:Uitgaven van het N.I.R., Bolwerkstraat, Brussel. Prijs 2 fr.
|
|