Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1936(1936)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 279] [p. 279] Verzen I Het kwartet Een oude man, zijn dochter en zijn zoon Met 's meisjes liefste. Er is een blij en schoon Verwachten op hun waakzaam aangezicht, Dat luisterend ze neigen onder 't licht. De vingers reppen en de bogen strijken, Een vraag, een antwoord; naadren en ontwijken, Vier stemmen klinken hier in aandacht vroom, Eén in hun spel, gescheiden in hun droom. II De kerselaar Uit de donkre kamer waar de doode vrouw lag Trad de man, norsch en koel, naar het raam; Maar toen hij plots de blanke kerselaar zag, Sprak hij snikkend haar dierbaren naam. Frans de wilde. Vorige Volgende