[1935/9-10]
Rouw om koningin Astrid
Geen Koningin heeft in zoo korte spanne tijds meer liefde van haar volk verworven en verdiend.
Zij is tot ons gekomen en zij is reeds van ons heengegaan; maar aan de schoonheid van haar beeld in onze herinnering en vereering hoeft niets meer worden toegevoegd.
Zij had begrepen dat, naast haar man, in wiens handen 's lands beleid berust, een vorstelijke bescheidenheid haar voegde, met een goedheid en een minzaamheid, waaraan geen hart kon wederstaan. En boven alles trof ons volksgemoed de adel van haar moederschap.
Wij voelen als de rouw in eigen huis, het leed dat ons Vorstenhuis opnieuw getroffen heeft.
Aan den Koning, die zijn land in deze dagen een voorbeeld heeft gegeven van hoogen, smartelijken moed, moge de Heer troost verleenen en kracht in de mate der beproeving.
de redactie.