hij het zelf betitelde: ‘under a cloud’. Tol van zijne grootheid, van de uitgestrektheid van zijne gaven, van de fijngevoeligheid van zijn hart. Hoe grooter de liefde, hoe dieper de smart. Dat hebben al de echt-grooten ondervonden: een Beethoven, een H. Augustinus, een Lacordaire met wien Newman zoo grondig sympathiseerde.
Dezelfde wolk die over Newman, als Katholiek, hing, omnevelde ook Lacordaire - wantrouwen van eigen geloofsgenooten, van kerkelijke overheid. En verwekt in beide gevallen, door vroegere vrienden; voor Newman door degenen die hij zelf in de Kerk had gebracht: Faber, de anders zoo begaafden, zoo devoten bekeerling, Manning, die als Aartsbisschop van Westminster, zooveel goed moest doen aan de arbeidersklas. - Bewijs van de complexiteit van de menschelijke natuur, van de verwikkelingen van het aardsche leven, en toonend hoe Gods gratie alles gebruikt, spel van de hartstochten zelfs, om tot éen doel te komen.
Die botsingen van Ultramontanen tegen zoogezegde Liberaal-Katholieken, die ons zoo noodlottig schijnen, waren in Gods oog wellicht vruchtbaar en nuttig.
Newman sympathiseerde met Lacordaire's gedachten, heb ik gezeid. Er was echter dit verschil: Lacordaire was grondig de vrijheid toegedaan, verwachtte van haar spel in de zaken dezer wereld, de overwinning der waarheid. Newman integendeel had, van zijn Anglicaansche dagen af, gewezen naar 't gevaar van 't liberalisme, verwittigd dat het tot rationalisme, tot totale negatie zou voeren.
Dat zag hij, met prophetischen blik. Daar tegen was zijn actie te Oxford, als pastoor van St. Mary's, waren zijne preeken in die kerk tot de ‘undergraduates’, zijn University Sermons, gericht. Het redmiddel volgens hem was het in handen nemen door de geestelijke overheid van de groote problemen van den tijd, de harmonie aantoonen tusschen natuur en bovennatuur, tusschen rede en geloof. Zijn gaven bewust, wilde hij zich aan die grootsche taak wijden, en, katholiek geworden, hoopte hij nog vruchtbaarder te kunnen werken dan in zijn protestantschen tijd.
't Was hier dat God hem een uitgelezen kruis had bereid,