| |
| |
| |
Boekbespreking
Stijn Streuvels: Zeelieden en Zeevisscherij. Verluchtingen van René De Pauw. Uitg. Desclée De Brouwer
‘Onze welbekende vlaamsche schrijver, Stijn Streuvels, aldus het bericht van den uitgever, komt hiermee voor onze kinderen uit Vlaanderen vertellen over onze grijsgrauwe Noordzee, en onze stoere visschers. Hij beschrijft door de vier jaargetijden heen hun zwoegen en tobben, wanneer zij ter vischvangst in volle zee zijn uitgevaren’, en hun leven te huis
Het is een uitstekend kerst- en nieuwjaargeschenk. Streuvels verhaalt er van het haven- en visschersleven of boeienden toon, eenvoudig en leerrijk.
Dr. V.
| |
Stijn Streuvels: Vijf kerstvertellingen, naar het fransch van Camille Melloy. Ill. van Jeanne Hebbelynck.
De gekleurde platen van Jeanne Hebbelynck, alleen reeds maken dit boek tot een schattig geschenk voor onze kinderen. Maar bovendien zullen deze door Streuvels bewerkte kerstvertellingen de kinderen boeien en verblijden.
Dr. V.
| |
Contribution à l'histoire de la guerre mondiale 1914-1918 par le lieutenant général De Selliers de Moranville. (1933. - Goemaere, imprimeur du Roi, éditeur, 21 rue de la Limite, à Bruxelles et Charles Lavouzelle et Cle, éditeurs militaires. - Paris, Bd. St Germain 124. - Limoges, 62, av. Baudin. - Nançy, 53 rue Stanislas).
Met spanning heb ik dit lijvig boek gelezen, waarin luitenant-generaal de Selliers de Moranville, achtereenvolgens behandelt: Het opperbevelhebberschap van leger en militaire vloot volgens de belgische grondwet, - De algemeene legerstaf in België, van 1830 tot de mobilisatie van het leger in 1914 en ten slotte: Het Groot Hoofdkwartier en het belgische leger gedurende de mobilisatie en de twee eerste oorlogsmaanden.
De schrijver van dit belangrijk werk heeft zich, naar hij verklaart, ten doel gesteld: de waarachtige geschiedenis te schrijven van de gebeurtenissen waarin hij persoonlijk was betrokken. En ten bewijze drukt hij talrijke officieele dokumenten af, die alvast niet gekend zijn door het groot publiek maar ongetwijfeld van groot belang zijn voor wie zich, voor de toekomst, bekommert om de verdediging van ons vaderlandsch erf. Generaal de Selliers de Moranville heeft ongetwijfeld, met de publicatie dezer bescheiden, nuttig werk verricht, waarvoor hij onzen dank verdient.
Van groot belang acht ik ook de beschouwingen in het inleidend stuk en het eerste deel van het boek ontwikkeld, alhoewel deze zich meer tot vaklieden dan tot buitenstaanders richten. Als leek in deze aangelegenheid wensch ik geen oordeel uit te spreken, maar ik verberg niet dat ik bij het lezen dezer beschouwingen een zeer onbehaaglijk gevoel heb gehad. Want onweerstaanbaar dringt zich in onzen geest dit dilemma op: ofwel heeft generaal Selliers de Moranville dit boek werkelijk geschreven, zooals hij verklaarde te zullen doen ‘dans la plénitude de l'indépendance de son jugement’ ofwel is zijn streven naar objectiviteit, onbewust, vertroebeld geworden door andere drijfveeren. In het eerste geval is het onaanneembaar dat geen rekening zou worden gehouden met de ervaring van een eerlijk man die de hoogste plaatsen heeft bekleed in de militaire hierarchie; en dan is het ook vereischt dat generaal de Selliers ons zegge of de talrijke gebreken en gevaren waarvan hij gewaagt, nog steeds het opperbevel bedreigen en vergiftigen; in het andere geval zal de lezer generaal de Selliers, dankbaar zijn voor het tweede deel van het boek, waarin schrijver zijn persoonlijk aandeel bijbrengt tot de geschiedenis van den wereldoorlog. Deze bladzijden zijn van zeer bijzondere beteekenis, maar het is niet uitgesloten dat de vroegere algemeene stafoverste van het belgisch leger, die, naar zijn eigen verklaring, ‘n'a contracté aucune dette de gratitude envers les
| |
| |
hautes autorités de son pays’ getracht heeft te bewijzen - en we kunnen hem dit inzicht niet euvel duiden - dat zijn houding en leiding een betere waardeering had verdiend. In dit opzicht is er in dit boek wel meer te lezen dan er neergeschreven staat. Het beeld van generaal De Ryckel ‘ce pelé, ce galeux, dont vient tout le mal’ is niet van aard om sympathie voor deze figuur, van wien men zich het wedervaren na den slag van Haelen herinneren zal, op te wekken, maar bevreemdender zijn de verwijten tot generaal Gallet gericht. Generaal Gallet heeft ongetwijfeld, door de wijze op dewelke hij zijn taak vervuld heeft, recht op de dankbaarheid van het land. In elk geval had generaal de Selliers de figuur van den koning buiten het debat moeten laten. Verschillende passages van zijn werk geven in dit opzicht een onbehaaglijk gevoel. De figuur van hem die ons leger aan den Yzer heeft aangevoerd en zegevierend teruggeleid staat te zuiver en te hoog om in dergelijke debatten te worden betrokken. De opdracht van het boek ‘à la dynastie belge seul obstacle insurmontable s'opposant au morcellement en deux fragments dont notre patrie est menacée par la rivalité et l'antagonisme des flamands et des wallons’ vermindert dit verwijt in geenen deele. Het is trouwens bevreemdend en ongegrond de taalkwestie in deze aangelegenheid te betrekken.
E.V.C.
| |
W. Somerset Maugham: Plays. Vol. IV. The Circle. The Constant Wife. The Bread Winner. - Bernhard Tauchnitz, Leipzig. - Librairie Gaulon et Fils. Paris. - M. 1.80.
W. Somerset-Maugham is een geboren tooneelschrijver. Hij weet een intrige ineen te steken, karakters te teekenen, de nieuwsgierigheid te doen stijgen van scene tot scene; en zijn taal is keurig, zijn dialoog pittig en levendig. Uitmuntend kan hij ze schilderen, die genotzoekers vol egoïsme en amoralisme onder het aanlokkelijke van hun fijne manieren en schitterende geestigheid. In dezen 4o bundel geeft hij ons weer dezelfde typen, maar onmeedoogender geteekend, scherper belicht. En finaal walgt men van die mannen die geen enkel edel gevoel of verheven gedachte hebben; van die ultra-verfijnde vrouwen, die zich geen oogenblik stooren aan hun plichten van echtgenoote of moeder, en geen ander richtsnoer kennen dan hun willekeur; van al die wezens, die hun ziele-dorheid, hun cynisme, hun volstrekt gemis aan ideaal, schaamteloos blootleggen.
L.D.
| |
R.E. Spencer: The Incompetents. - Bernhard Tauchnitz. Leipzig. - Librairie Gaulon et Fils. Paris. - 12,50 fr.
Een interessant boek van een jongen begaafden Amerikaanschen romanschrijver. Mrs. Barret's huwelijk bracht haar niets dan teleurstelling; haar man is een egoïst en een leegaard, dien zij veracht. Wanneer hun dochter Angela zelf trouwt neemt Mrs. Barret de gelegenheid te baat om van haar man te scheiden. Ze is nog jong, ze mag nog geluk verwachten. Doch, wanneer ze na enkele maanden, van een reis naar Europa terugkomt, vindt ze haar man bij Angela gehuisvest, en beseft algauw dat het echtelijk geluk van de jonge vrouw, door zijne tegenwoordigheid ernstig bedreigd wordt. Te vergeefs tracht Mrs. Barrett door alle middelen dien toestand te verhelpen; overal stuit ze tegen onbegrijpen en lijdelijk verzet. Tot ze eindelijk inziet, dat zij zelve de schuld draagt van al die droefheid. Was zij niet gescheiden, haar dochter zou gelukkig zijn. Zij zal dus het offer brengen, aan eigen geluk verzaken, en den levensweg eens te meer volgen naast den man dien ze veracht.
Zeer goed zijn de karakters geteekend, en het boek leest gemakkelijk al is er niet veel handeling in, maar vooral soms al te lang uitgesponnen gesprekken.
L.D.
| |
P.G. Wodehouse: The little Nugget. - Bernhard Tauchnitz. Leipzig. - Librairie Gaulon et Fils, Paris. - M. 1.80.
Mr. en Mrs. Ford divorceeren. Hun eenig kind, een onbeschaamde rakker van elf jaar, wordt aan den vader toegekend; maar de moeder wil hem niet opgeven. Cynthia, haar jonge vriendin, zet haar verloofde Peter Burns aan om het kind te schaken.
| |
| |
En dit verwekt de meest onverwachte verwikkelingen. Want niet alleen Peter Burns, maar ook nog twee benden gangsters, die uit Amerika gekomen zijn om een hoog losgeld uit den schatrijken Mr. Ford te trekken, hebben het op den knaap Ogden gemunt. Ondanks zich zelf, moet men hartelijk lachen bij het lezen van dit grappig verhaal. Die brutale jongen, Ogden, is kostelijk; en tusschen al het geharrewar van zijn avontuurs, wonen we nog de verschillende wendingen van Peter Burns' liefderoman bij. Echte ontspanningslectuur.
L.D.
| |
Helene Schen-Riesz: Gretchen discovers America. - Bernhard Tauchnitz. Leipzig. - Librairie Gaulon et Fils, Paris. - M. 1.80.
Gretchen, de dochter van een Weenschen hoogleeraar, is een der Oostenrijksche kinderen, die na den oorlog door het Amerikaansch philantropisch Fonds werd gevoed. Nu gaat ze kennis maken met haar Amerikaansche vrienden. Al wat ze ziet en hoort en beleeft, al haar menigvuldige ondervindingen schrijft ze geestig en levendig aan een vriendin. Amerika, en vooral de Quakers, bevallen haar zoo goed, dat zij er blijven wil, zich bij de Quakers met haar verloofde aansluit, en dat beiden op z'n Quakers trouwen... De roman heeft niet veel om het lijf; maar leest gemakkelijk en is onderhoudend.
L.D.
| |
A. O'Flanders: De vuurtoren van Erin. Uitg. Lannoo, Thielt. Pr. 16 fr.
Een bundel korte schetsen en verhaaltjes over de vereering van Ierland of Ieren voor het H. Sakrament. De bedoeling van den schrijver is ongetwijfeld prijzenswaardig; maar het geheel is een nogal bont allegaartje geworden in vrij onbeholpen stijl.
| |
Bertus Meyer: Arbeiders gevraagd. Tijdgedichten. Uitg. de Korenaar, Aalst.
Een volslagen prul.
V.
| |
Dr. H.H. Knippenberg: Pro Pace. Uitg. N.V. Helmond, te Helmond.
We zouden graag zooveel goed kunnen zeggen van de inhoud van dezen bundel als van de voorbeeldige typographische verzorging ervan. Deze proeven reiken echter niet tot het vlak waar de poëzie aanvangt.
Dr. V.
| |
Naoshi Tokoenaga: Straat zonder zon. Japansche arbeidersroman uit het Duitsch vertaald door Eduard Coenraads. - (301 blz.), Wereldbibliotheek-Amsterdam 1934. Prijs: gebonden fl. 2,50.
Straat zonder zon is een Japansche arbeidersroman uit Tokio. Hij geeft een plastisch beeld van het moderne Japan met zijn op Westersche schaal opgebouwde economie en civilisatie, met dezelfde problemen die onze kapitalistische structuur verontrusten: de strijd van het proletariaat tegen het kapitaal. Deze strijd is het episch bestek van dezen roman. Tokoemaga beschrijft met hartstocht en geestdrift de groote staking aan de Kyodo-drukkerij - hier in het boek Daido-drukkerij genoemd - van het jaar 1926. De exacte historische feiten verschuift hij wel een beetje uit artistieke redenen. Desniettemin is het den schrijver niet gelukt de handeling te centraliseeren. Hij heeft zelf aan die staking zeer actief deelgenomen en daarom voelt hij de neiging alle kanten van dien reuzenstrijd te beschrijven, maar daaronder lijdt het geheel omdat het uiteenbrokkelt in vele tafereelen. Nochtans zijn die tafereelen proeven van degelijke woordkunst en van levendige beschrijving. Het verhaal groeit door tot echte poëzie, waar de schrijver de lotgevallen van het arme arbeidersmeisje Okazo schildert.
Spijtig genoeg berust de Nederlandsche tekst op een Duitsche vertaling; aan het bestuur van WB was het niet mogelijk een Japansch exemplaar in handen te krijgen.
L. Drees.
| |
E.M. Lajeunie: Annie de Guigne. Vert. door P. Burchard Hansen. Uitg. H. Franciscus Drukkerij, Mechelen.
Slechts enkele jaren heeft A. De Guigne op deze aarde vertoefd, maar daar was een wonderlijke geestelijke rijpheid in dit kind, dat wellicht eenmaal als een voorspreekster bij God zal worden vereerd.
P.v.L.
| |
| |
| |
Dr. Leo Breckx: Het heerlijk leven van Koning Albert de jeugd opgedragen. Uitg. Desclée De Brouwer en Co Brugge.
Een verdienstelijk boekje, waaruit onze jeugd moge leeren den ongekreukten adel van Koning Albert's karakter en zijn.
| |
Camille Melloy: L'Offrande filiale. Collection Durendal, Bruxelles.
‘Bij de moeder begint de wereld’ heeft H. Roland Holst gedicht; en heel ons leven blijft dwalen rondom deze kern. Het is ook de kern van deze herinneringen van Cam. Melloy, aan zijn ouderlijk huis en het door den dood vergeestelijkte beeld der moeder.
Deze bladzijden zijn geschreven met ontroerden schroom en liefde.
V.
| |
Anton Zischka: Wereldverdwazen. Uitg. Het Nederlandsche Boekhuis, Tilburg.
De schrijver heeft aan zijn titel een toelichting toegevoegd die zijn boek karakteriseert, in zijn kwaliteiten en in zijn tekortkoming. Dit boek, schrijft hij, werd ‘geschreven in vliegmachines, in expresstreinen, in expeditie-autos, in oerwouden, in woestijnen, in poolzeeën, in hotelpaleizen, in pestholen.’ Het zou misschien niet meer hebben volstaan te berichten dat het werd geschreven in vliegmachines, nu we niet eens meer opkijken wanneer een vliegtuig boven ons hoofd voorbijronkt; maar Zischka heeft de wereld doorkruist en doorsneden met een razende drift en snelheid die alvast niet alledaagsch zijn. Grootere bezinning en meer synthese zouden het boek ten goede zijn gekomen; maar er komen ontstellende bladzijden in voor over de verdwazing van het menschdom en de gruwelijkheden tot dewelke deze verdwazing heeft geleid.
V.
| |
Dr. H.Th. Fischer: Priestertalen. Een ethnologiese studie. - Wolters-Groningen 1934; prijs fl. 1,25.
Dr. Fischer bestudeert uit ethnologisch - niet uit linguistisch of psychologisch - standpunt de priestertalen, d.w.z. de van de gewone omgangstaal afwijkende talen door priesters, toovenaars, enz. gebezigd, met het doel een systematiek der priestertalen te ontwikkelen. Na een rijk feitenmateriaal over de priestertalen uit Oceanië, Australië, Indonesië, Azië, Amerika en Afrika verzameld te hebben, onderscheidt hij drie groepen van talen: 1o) De Priestertalen of de taal van den priesterstand.
2o) De Geestentalen die door den priester of toovenaar in trance worden gesproken en waartoe hij in normale omstandigheden niet in staat zou zijn.
3o) De ceremonieele talen ‘die in de religiomagiese ceremonieën worden gebruikt en afwijken van de gewone spreektaal, doch niettemin een meer of minder vaststaand, bij de ingewijden (en soms ook bij de buitenstaanders) bekend, zij het dan ook niet steeds begrepen, woordenschat bezitten.’ (blz. 47.)
Op grond van die natuurlijke en degelijke indeeling geeft hij ook een geloofwaardige verklaring van die drie taalsoorten. De priestervaktalen zijn ontstaan door de behoeften van het priesterambt en zijn te vergelijken met de talen van andere beroepen (sociale taalkringen). De geestentalen verklaart hij door glossolalie die voortkomt uit het onderbewuste en als zoodanig te vergelijken is met automatisch spreken in slaap, onder hypnose, onder narcose, of wel in dronkenschap. De ceremonieeële talen wijken van de gewone omgangstalen door archaistische, vreemde ontleende en kunstmatig gevormde woorden af. Die talen zijn noch geheim, noch met opzet door kunstzinnige lieden gevormd, maar verschillen van de omgangstaal omdat ze door hun verband met den godsdienst onveranderlijk zijn en blijven.
Het eenig bezwaar tegen dit uitstekend boek is het relativisme in godsdienstgedingen.
L. Drees.
| |
Claude Taveau: Le Cardinal de Bérulle, maître de vie spirituelle. - Desclée de Brouwer et C1e. Paris. - 5 fr.
Schrijver heeft voor doel gehad, een keuze der beste bladzijden van Kard. de Bérulle te geven, deze op uitstekende wijze te commenteeren, er de echte beteekenis van te laten uitschijnen, en ze aldus begrijpelijk voor iedereen te maken. Terzelfdertijd
| |
| |
wil hij het plan van Kard. de Bérulle's gedachtengang vast stellen. Dit plan kan tot drie punten herleid worden: Adoration, Action, Adhérence, die respectievelijk God, den Mensch en Jezus-Christus beoogen. Een bijvoegsel ‘l'année liturgique’ neemt in overzicht 1) ‘Cycle temporel et Fêtes de Notre-Seigneur’, 2) Cycle sanctoral.
Dit boek bevat buitengewone schoone bladzijden, getuigende van uitnemende hooge zielevlucht, en diepte van gedachten. Onder de schijnbare stroefheid, geven zij den klank weer van een vurige ziel, die heelemaal opging in God, en slechts in haar liefde belijdenis tot haar Schepper en Verlosser een uiting vond.
Een boek voor mediteerende menschen.
T.
| |
L'abbé Perreyve, raconté par lui-même, par M. l'abbé Cl. Peyroux, édition Spes, Paris.
Onze tijdgenooten lezen zelden de werken van abbé Perreyve. Ze hebben ongelijk, want in zijn veel te kort leven, heeft de jonge student, later de ijverige priester, aan zijn tijdgenooten en vrienden, een schat van gedachten, een rijkdom van fijne gevoelens gelaten. Door zijn werk, en door zijne briefwisseling straalt eene zuivere, edele en aantrekkelijke zielsgrootheid. Schrijver dezer lijvige levensbeschrijving, volgt, bijna dag voor dag, met lange uittreksels uit de brieven van Perreyve, het steigen eener roeping langs de wegen eener rijke natuur, naar den glans der genadevruchten.
Van Perreyve leeren wij hier alles kennen. Voor haastige lezers, had een kortere keus van citaten, beter geweest, maar niemand zal het berouwen het boek te openen en even te doorbladeren.
Er is een oogst van troost, opbeuring en geestdrift voor eenieder in dit boek verborgen.
J.B.
| |
Le solfège du travail industriel, par E. Boutry, ingénieur. - Parijs. Desclée-De Brouwer.
Een klein boekje vol beroepsgeweten.
Schrijver beschrijft met fijn ontledingsvermogen de physische en psychologische elementen, die voorhanden zijn bij de faktors eener voortbrenging: patroons, meestergasten en arbeiders: hunne respectievelijke hoedanigheden; de in werkstelling, de controol, het rendement.
Met de vermoedelijke uitslag, eene harmonie daar te stellen, in de collectieve taak.
De leiders van menschen in de nijverheid, zullen er de groote lijnen eener plichtenleer in vinden.
J.B.
| |
Sagesse du chef d'entreprise, door Georges Cazin, uitgave van Questions disputées, onder leiding van J. Maritain. - Parijs, Desclée-De Brouwer.
Dit boek is voor specialisten geschreven: voor oningewijden moeilijker te verstaan, want men dient vertrouwd en met de industrieele techniek, en met de wijsbegeerte.
Voor ingenieurs, leiders van ondernemingen, bevat het nochtans een massa nuttige wenken: met behulp van vele schematische inhoudstafels, laat schrijver gevoelen, hoe men boven de schepping van stoffelijke voortbrenging, de geestelijke krachten der medewerkers ontvoogden vermag, naar het ware levensdoel: God kennen en beminnen.
Het boek is geen utopie, maar een bereikbaar ideaal. Dit mag wel soms worden gezegd.
J.B.
| |
Anthologie mystique, door P. de Jaegher, S.J., uitgegeven door Desclée-De Brouwer, Parijs.
De zoo fijne schrijver van la vie d'identification au Christ Jésus, de jesuiten pater P. de Jagher, geeft ons in dit boek, eene reeks documenten uit mystieke schrijvers van alle tijden en uit alle landen: van Hadewijck in de XIIe eeuw tot Gemma Galgani in de XXe eeuw. Alle groote namen vinden er hunne plaats, met typische uittreksels uit hun schriften.
Laat het gedacht aan God, bij onze tijdgenooten, een meer voorname plaats innemen in het dagelijksch leven. Dat zullen ons de mystiekers leeren, denkt schrijver. Hij heeft gelijk. Dat iedereen het eens beproeve, bij lezing van dit schoone boek.
J.B.
| |
| |
| |
Berta Ruck: Change here for happiness. - Bernhard Tauchnitz. Leipzig. - Librairie Gaulon et Fils. Paris. - M. 1.80.
Een pleizierig boek, vol fantaisie en levendigheid. Wie is die jonge Minnie Morris, die het zuiverst ‘Cockney’ spreekt, en zich als bovenmeisje in een Welsch huisgezin komt aanbieden? Hoe onervaren, en lomp en onbeschaafd toont zij zich, en tevens hoe sympathiek! Bij toeval wint zij het groot lot van den ‘Irish Sweep’. Nu is ze rijk, en blijft als ‘paying guest’ bij haar vroegere meesters. Maar weldra sleept zij ze allen mee naar Londen, en rukt ze uit den sleur van hun alledaagsch leven. Welk is haar geheim, en wat beoogt ze? Tot het einde wordt men geboeid, meermaals lacht men hartelijk en men zucht van verlichting als de lieve Morris eindelijk triomfeert, waar het zoowel hare kunst als hare liefde geldt.
Goede ontspanningslectuur.
L.D.
| |
Maurice Baring: ‘Sarah Bernhardt’; 162 bldz. 1934. Rm. 1,80. The Albatross.
Voor deze uitgave verlucht met een portret van S. Bernhardt in de rol van Adrienne Lecouvreur uit het door haar zelf geschreven tooneelstuk met den zelfden naam, verwijzen we naar het oordeel dat we reeds over de engelsche uitgave van dit boek schreven in dezen jaargang, bldz. 50. Het boek is op de zelfde handige manier uitgegeven als de andere deeltjes van deze interessante verzameling en eindigt met een volledige lijst van al de stukken waarin S. Bernhardt een rol speelde, alsmede met een alphabetische inhoudstafel die het naslaan vergemakkelijkt.
Dr. Raph. Kreemers.
| |
Charles Dickens: ‘The life of our Lord’. 140 bldz. 1934. Rm. 1,80. Albatross.
De familie van den grooten engelschen schrijver had tot nu toe de toelating geweigerd om dit werkje uit te geven. We mogen er ons om verheugen dat die toelating dan toch eindelijk verkregen is. En zoo zien we 64 jaar na zijn dood nog een werk van Dickens dat tusschen 1846 en 49 geschreven werd, uitsluitend voor het plezier van zijn kinderen. Al de persoonlijke aantrekkelijkheden van den stijl van den schr. der wereldberoemde romans vinden we terug in dit eenvoudige verhaal dat het leven van Christus weergeeft zooals we het uit het H. Evangelie kennen. Waar het pas geeft lascht de schr. zedelessen tusschen den tekst door. We wijzen er nog op dat er geen ‘imprimatur’ in het boekje staat en we het dus niet onverdeeld aan iedereen kunnen aanbevelen. In bepaalde middens denken we echter dat de naam van den schr. wellicht menschen aanzetten zal om iets over Christus te lezen. Wat ze anders misschien niet doen zouden. Daarom kan deze uitgave ondanks een bezwaar voor ons toch zijn nut hebben.
Dr. Raph. Kreemers.
| |
Bernh. Fehr: ‘Die englische Literatur der heutigen Stunde als Ausdruck der Zeitwende und der englischen Kulturgemeinschaft’. 22 × 14,5; 97 bldz. 1934; B. Tauchnitz, Leipzig. Kart. M. 2,50.
Om de twee jaar geeft ons de Zürichsche hoogleeraar het resultaat van zijn ijverige anglistische studies in een uiterst welgekomen boekje. In 1930 verscheen zijn ‘Die englische Literatur der Gegenwart’, in 1932 zijn ‘Das England von Heute’ en nu krijgen we het onderhavige dat zich bij de vorige aansluit en er een noodzakelijk aanhangsel van vormt. Heel bijzonder komt hier de periode 1920 tot 1930 aan de beurt waarin de strijd tusschen de ouderen en de jongeren vooral werd uitgevochten. Eerst komt natuurlijk het tegenwoordige en zoekt hij de bewijzen voor de kultuurlooze beschaving van nu, den omkeer de jeugd, der aanvallen op het verouderde systeem, de aanklacht van de jongeren en hun hoop op de toekomst. Dan wendt de schr. den blik achteruit en geeft een uitstekend overzicht van de cultuurbiographie bij en na Strachey, de letterkundige cultuurbiographie zooals we die vinden bij D. Cecil, en ten slotte den geschiedkundigen roman waarbij zelfs Harvey Allen te pas komt wiens ‘Little Madonna’ tegenwoordig bij ons zoo'n opgang maakt. In het tweede deel komen Ierland en Schotland aan de beurt, twee schrijfsters: St. Benson en R. Lehmann en wordt besloten met een behandeling van de bewustzijnskunst bij V. Woolf en de ‘parole
| |
| |
intérieure’ bij L. Britton. Het laatste deel geeft beschouwingen ver M. Webb en de twee Bowys en eindigt met Ch. Morgan. Ook dit boekje is weer uiterst nuttig al lijkt het ons dezen keer of de schr. vooral op die punten heeft willen terugkomen die hij niet voldoende belicht had in de twee vorige. Eén voordeel hebben we daar althans bij dat ook het allerjongste zoo een beurt krijgt. Fehr is niet bang zijn gedacht te zeggen over levende schrijvers. We zijn hem dankbaar om dien moed die bij zoovelen ontbreekt die deze zorg maar liefst aan het nageslacht overlaten. Schreef C. Mackenzie nog onlangs niet dat het over 20 jaar tijd genoeg is om over de menschen van vandaag te oordeelen. We kunnen het werkje van Fehr aan alle liefhebbers van engelsche letterkunde van harte aanbevelen. Het is kritiek van de bovenste plank.
Dr. Raph. Kreemers.
| |
Verschenen:
E. Claes: De Witte. Met penteekeningen van Felix Timmermans. Uitg. De Wereldbibliotheek.
Dit is het 40e duizendtal. En daarachter komen er nog. Vooral nu De Witte op het witte doek is verschenen.
V. |
Abbé Albert Rykmans: Le problème du mal. Ed. de la Cité chrétienne.
Schrijver behandelt den oorsprong en de beteekenis van het kwaad en het leed in de wereld en de wijze op de welke en de reden om dewelke wij als christenen het lijden dragen moeten dat de Heer ons overzendt.
V. |
Mgr Dr. Toth Tihamer: Zielzorg voor de jeugd. Uit het hongaarsch vertaald door E.H. Dr. A. Cardyn, N.V. Vlaamsche Drukkerij, Leuven. Pr. 20 fr. |
Dr. A. Nannenya-Bom: Het denken van het doofstomme kind. Uitg. J.B. Wolters, Groningen. Pr. 2,90 gl. |
André Didier de Roulx: Dans l'envol des Nuées. Poèmes mystiques. Ed. La Jeune école, Bruges. |
| |
| |
| |
Uitgaven van J.B. Wolters, Groningen
|
Prijs: |
Ing. |
Geb. |
Dr. C. de Baere: Beknopte Nederlandsche Spraakkunst, ten dienste van het Middelbaar en het Normaalonderwijs in Belgische Scholen, 8e druk |
frs. |
9.- |
|
Oefeningen bij de beknopte Nederlandsche spraakkunst, deel I, 7e druk |
frs. |
9.- |
|
Oefeningen bij de beknopte Nederlandsche spraakkunst, deel II, 6e druk |
frs. |
10.- |
|
L. Goemans, P. Larochette et V. Sondervorst, Exercices, adaptés au Précis de Grammaire française, à l'usage des Flamands, |
|
|
deel I, 5e herziene en verbeterde druk |
frs. |
9.- |
|
|
deel II, 3e herziene en verbeterde druk |
frs. |
9.- |
|
Eléments de Grammaire française, à l'usage des écoles primaires et moyennes flamandes, 2e druk. |
frs. |
9.- |
|
Dr. J.S. van Veen: Beknopt overzicht der Grieksche Mythologie, naar het Duitsch van Dr. S. Herrlich, voor Nederlandsche Gymnasia bewerkt, geïllustreerd, 15e druk |
|
f. 0.80 |
|
L. Bot en J. Houtepen: Beknopte Engelsche Spraakkunst voor Roomsch-Katholieke scholen, deel II, 3e druk. |
|
f 1.60 |
f 1.80 |
L. Bot en J. Houtepen: Oefenboek bij de beknopte Engelsche Spraakkunst voor Roomsch-Katholieke scholen, deel II, met woordenlijst, 3e druk |
|
f 1.60 |
f 1.80 |
Aug. A. Boudens: Onze Moedertaal, Taalboek voor de R.-K. Mulo-school. |
|
|
deel I, 3e druk |
|
f 1.50 |
f 1.75 |
|
deel II, 3e druk |
|
f 1.50 |
f 1.75 |
|
deel III, 4e druk |
|
f 1.20 |
f 1.40 |
Aug. A. Boudens: Onze Auteurs, Leesboek voor het R.K. Voortgezet Onderwijs, geïllustreerd, 2e druk |
|
f 2.40 |
f 2.75 |
J.H.F. Kohlbrugge: 's Menschen Religie, Deel II. Voorstellingen der volkeren betreffende de ziel, |
|
f 3.90 |
J. Verschueren, S.J., Dr. H. Balieus en L. Heylen: Algemeene Atlas voor België, met een alfabetisch register, 5e vermeerderde druk, gecartonn. frs. 35.- |
frs. |
30.- |
frs. 40.- |
Jac. van der Klei en J.B. Ubink: Het ruischende Woud, Leesboek voor de Lagere School |
|
|
deeltje V, geïllustreerd. |
|
f 0.80 |
|
|
deeltje VI, geïllustreerd |
|
f 0.80 |
|
W. Kramer: Literatuur- en Stijlstudie, Een oefenboek voor de hoogste klassen van scholen voor Middelbaar en voorbereidend Hooger Onderwijs, 2e herziene en vermeerderde druk |
|
f 1.70 |
f 1.90 |
W.L.M.E. van Leeuwen: Epiek en Lyriek, Een Leesboek voor H.B.S., Gymnasium, Lyceum en Kweekscholen, met korte aanteekeningen over inhoud en vorm van woordkunst, 3e druk, geïllustreerd |
|
f 3.50 |
f 3.90 |
M.A.P.C. Poelhekke, Prof. Dr. C.G.N. de Vooys en Prof. Dr. Gerard Brom: Platenatlas bij de Nederlandsche Literatuurgeschiedenis, 4e druk, gecartonneerd f 4.50 |
|
f 4.50 |
f 4.90 |
Dr. Marie H. van der Zeyde: Hadewijch. Een studie over de mens en de schrijfster. |
|
f 2.90 |
f 3.90 |
L. Goemans, P. Larochette et V. Sondervorst: Exercices adaptés aux Eléments de Grammaire Française, à l'usage des Flamands, 3e herziene en verbeterde druk |
frs. |
9.- |
|
L. Dorsman Czn. en Jac. van der Klei: Dierenvreugd en Leed. Voorlooper, deel II, geïllustreerd |
|
f 0.80 |
|
|
|