Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1933(1933)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 437] [p. 437] [Louis de Bourbon] De Geliefde. (naar Rilke). Roep mij, mijn jongen, roep mij luid Laat nu je bruid niet zoo lang aan 't venster staan in de oude cypressenlaan gaat de avond niet meer heen en weer. En kom je mij niet in het huis, bij nacht, met je woorden omsluiten: dan vloei ik uit mijn handen, ademloos zacht, door de blauwe tuinen van den nacht naar buiten. Louis de Bourbon. [pagina 438] [p. 438] Het gesloten huis. Ik sta voor het gesloten huis en daar is niemand die mij binnenlaat, maar toch is dit het bleeke vaderhuis dat in den kouden, kouden herfstwind staat. Ik sta voor het gesloten huis, moet ik hier wachten tot mij iemand vindt, die mij zal bergen voor den guren wind diep in het bleeke, bleeke vaderhuis? Ik sta voor het gesloten huis en droom: daar rijst een man aan 't raam die heeft in iedre hand een wonde staan - o, daar is Iemand in het vaderhuis. Louis de Bourbon. Vorige Volgende