Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1933
(1933)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 400]
| |
BoekbesprekingStephanie Claes-Vetter: Miete. - Uitg. Leeslust. Antwerpen.Ik heb enkele jaren geleden bij het verschijnen van Stil Leven in dit tijdschrift het werk van Mw. Claes-Vetter gekarakteriseerd en de beteekenis ervan aangegeven voor de vlaamsche literatuur. Deze karakteriseering geldt onverminderd voor Miete. Miete is het vervolg op of het verlengstuk van ‘Stil Leven’. Dit boek had evengoed Alice Dumoulin kunnen heeten als Miete; wat doet het ertoe? Miete is de steeds aanwezige vriendin, - 't zij ze 't bureau afstoft van Dr. Dehaeze en in de plaats van Alice op de kinderen past, 't zij het heele gezin aan die goede, een beetje luchthartige, maar meevoelende ‘tante’ Miete denkt. Miete is niet de kern waaruit het verhaal groeit en zich vertakt; zij is de draad die loopt doorheen en om het wisselende en genuanceerde spel der verhoudingen en gebeurtenissen. Het werk van Mw. Claes-Vetter is van een fijne raakheid, een vlotte knapheid, gevoelig en geestig, met daaronder de trilling van het diepere. Onder de bedrieglijkluchtige, schijnbaar onbezorgde uitbundigheid van St. Claes-Vetter loopen de snerpende draden van ironie en bittere levenservaring, van verdeemoediging en vertrouwend geloof. Dat luchtige is wellicht het element in het werk van deze schrijfster dat ik het meest waardeer, omdat we daaraan in Vlaanderen het meest behoefte hadden. Ik schreef het reeds bij vroegere gelegenheden: onze vlaamsche literatuur heeft hart genoeg; ons gemoed is echt en goed als voedzaam brood; we hebben zelfs humor in betrekkelijke mate, - al is die niet steeds van zuiver gehalte, want te zeer neigend naar boert; maar we missen nog haast geheel het losse, vlotte, vonkelende, plagerige spel van den geest. Van dezen geest sprankelt het werk van St. Claes-Vetter. En daarom is me ieder nieuw werk van haar een bizondere gave. ‘Miete’ is geschreven in den toon die groeit uit het wezen zelf van het verhaal en de atmosfeer waarin het beweegt. Onder het wisselende, soms schijnbaar-uiterlijke spel der nuances, de bedriegelijke losheid van het woord, bewegen, zoeken, kwetsen en beminnen deze menschenlevens elkander. Dat is de diepere tragiek van dit boek; die soms geborgen ligt achter een broze schaal van woorden. Een bekorting van zekere gesprekken en het weglaten van zekere uitwendige details zouden deze spanning van de ondergrondsche draden nog hebben versterkt. Aldus is er in de aandacht van de schrijfster voor de uiterlijkheid van Miete terwijl hare vriendin den dood zoo nabij is, iets hinderend voor ons gevoel; maar dit bezwaar raakt niet het wezen van het werk, noch den toon waarin het werd geschreven. Toen H. Teirlinck zijn Ivoren Aapje schreef, heeft hij een taal moeten scheppen die noch de zijne was, noch die van de omgeving die hij wilde uitbeelden; de taal van St. Claes-Vetter is evenmin de taal van Miete en hare omgeving, maar het is ten minste hare eigen natuurlijke taal, die ze hoorde uit moeders mond. A.V.C. | |
Filip de Pillecyn: Blauwbaard. Met illustraties van Jan Fr. Cantré. - Uitg. Het Kompas, Mechelen; De Spieghel, Amsterdam.Blauwbaard gaat tegelijk de Hollandsche en de Duitsche grenzen over. Het verheugt me diep. Het had trouwens reeds moeten geschieden met zijn Pieter Fardé. Maar Nederland heeft geen kennis gehad van het verschijnen van dit boek of er geen notitie van genomen. Deels draagt daarvan de schuld de uitgeverij die 't boek niet keuriger de wereld inzond; deels de minderwaardigheid van een paar Nederlandsche kritieken, die hoe goed ook bedoeld, dit boek onrecht deden. P. Fardé werd daar geprezen als... verdienstelijke missieliteratuur. Maar indien dit boek moet worden gerangschikt onder de missieliteratuur, kunnen we evengoed De Wilde Jager van Marie Koenen rangschikken onder de rubriek Jacht en Vischvangst. Maar Blauwbaard werd gedrukt en uitgegeven op een wijze, die tegelijk dit werk en de uitgeverij eert; en Nederland heeft gereageerd. | |
[pagina 401]
| |
Blauwbaard is geen roman. Evenmin als P. Fardé. Hier is geen spel van verhoudingen, geen wisselwerking van mensch tot mensch. Blauwbaard is een type, zooals Pieter Fardé een type is. Alles gebeurt om of door of voor Blauwbaard; Blauwbaard zuigt alle krachten op, en alle belangstelling. Blauwbaard is het type van den soldenier die geen verzadiging meer vindt dan in het bloed. Bloed was de tol van het goud; bloed roept nu om bloed, zooals de afgrond den afgrond wakker roept. Lust riep om liefde en liefde drijft hem naar den lust van het bloed: ‘In haar doodsangst was ze van bovenmenschelijke schoonheid; heur haar was weggewoeld over het blauwe kleed, het witte nachtgewaad bedekte schaars de liefelijkheid van schouders en borst en haar oogen vol geglim van de kaarsvlam waren zoo heerlijk dat Blauwbaard nooit zooiets gezien had. Hij rukte den fijnen degen uit den planken vloer en bezag hem. En als een schicht was het die boorde door het licht in de borst van de vrouw’. Zoo ging de eerste geliefde; zoo gaan de volgende. Tot de storm en de stroom op een nacht Blauwbaard naar de diepte halen. Vermeylen heeft jaren geleden een van zijn sterkste bladzijden geschreven over de taal die met onze gedachten zelf geboren is; over het woord dat dezelfde ontastbare lucht om zich uitademt als onze polders en bosschen; het woord dat, terwijl de kunstenaar het uitspreekt of neerschrijft, hem inniger verbindt met de vlaamsche aarde. Sedert Streuvels heeft geen Vlaming meer een taal geschreven, die inniger en gezonder verbonden is met de aarde en met het volk waaruit wij geboren zijn. De taal van de Pillecyn is van een sobere kracht, geurig en gespannen van voedend sap. Elke zin is een kern van voelen en denken. Dat is de groote vreugde die ik beleefde aan dit boek. Vooral aan de eerste helft van het boek. Hier heeft die verbondenheid niet alleen aan de taal maar zelfs aan het verhaal, een vastheid en een klaarheid gegeven, die hij later niet meer zonder weifelingen handhaven kon. Ik zet Blauwbaard in gezelschap van Pieter Fardé in mijn boekenrek en wacht op den eersten roman van F. de Pillecyn. A.V.C. | |
Jaak Langens: ‘De Kermis van Rosse Lei.’ - Davidsfonds, Leuven. 1932.Deze Rosse is een broeder van Claes' ‘De Witte’. Slecht geschreven is Langens' boek daardoor niet en bij lezing geeft het twee uren prettige verpoozing. Het heeft alleen het nadeel na zijn beroemden voorganger weinig oorspronkelijk aan te doen. Ook heb ik iets tegen de manier waarop de schrijver zijn menschen voorstelt, moeten wij zijn eenzijdigheid gelooven, de Vlamingen zouden niet anders dan een volkje van kermisvierders, gulzigaards en zonnekloppers zijn. Het wordt tijd dat er met de Pallieter-uitbating opgehouden worde: onze goede naam is mee gemoeid. A.D. | |
Hendrik Prijs: ‘Nistelken.’ - Davidsfonds Leuven 1932.Een kinderboek dat beter noch slechter is dan de groote hoop. Het is tamelijk onsamenhangend geschreven en sommige gewestelijke uitdrukkingen die allerminst mooier dan het algemeen Nederlandsch zijn zullen de opvoedende waarde van het werk niet verhoogen. Overigens zijn strekking en geest onberispelijk. A.D. | |
Jan van Bellinghen: ‘Roep.’ - Verzen. - Uitg. Van Reckhoven. Mol.Deze bundel ware beter nooit verschenen. Wansmaak, taalfouten, woorden die niet bestaan in onze taal en de meest ontstellende afwezigheid van zelfs de minste potentie tot het dichterschap, maken van dit werk de grootste mislukking van het jaar. A.D. | |
Ludo van de Wygaert: ‘Het Angelus van Wee.’ - Verzen. Lino's van Frans van Immerseel.Als de beste inzichten van de wereld een mensch tot dichter konden maken, ware 't hier gebeurd. Spijtig viel het anders uit. A.D. | |
P. Chrysostomus Horbach, o.p.m. - ‘Uit hooge Tuinen.’ - St-Franciscus drukkerij, Mechelen 1932. | |
[pagina 402]
| |
Deze schetsen over het Indianenleven in Chili brengen een frissche en aangename verpoozing. Zij zijn niet slecht geschreven, zij boeien en staan vol fijne zetten. Aanbevolen voor wie een paar uren lang, veel zwaarder kommer vergeten wil. A.D. | |
Dr. Oswald Everaert: ‘De striemende Zweep.’ - St-Norbertus Boekhandel. Tongerloo.Een roman over hen die den oorlog overleefden, maar aan zijn gevolgen toch ten onder zijn gegaan. De stof die Dr. Everaert behandelt is zeker niet te arm, wel integendeel, zij lijkt te machtig en laat hem niet toe het betere werk te scheppen dat hij met een beperkter onderwerp had gekund. De schrijver staat eenigszins onder den invloed van Walschap, doch hij mist diens verbondenheid met het leven - zoodat zijn boek onwerkelijk aandoet en soms weeïg is van een slechte romantiek. A.D. | |
Piet van Veen: ‘De ontwakende Stad.’ - Roman.Van Veen is niet van talent verstoken. De ontwakende stad is Rotterdam, wiens groei en uitbreiding op het einde der vorige eeuw, hij als onderwerp voor zijn boek heeft gekozen. Hij schetst menschen en toestanden, het leven en de hooge burgerij en bij de zakenlieden, het leven in de sloppen en bij het havendiet. Daar er geen strakke lijn door loopt, valt het echter in brokken en stukken uiteen. Geen der verwikkelingen die hij inleidt, brengt hij tot een ontknooping. Zijn roman is geen volgroeid geheel, hij is eer een fragment, een deel van een film, waar het slot aan ontbreekt. A.D. | |
La Cour de Belgique et la Cour de France de 1832 à 1850. Lettres intimes de Louise-Marie d'Orléans, première Reine des Belges, au Roi Louis-Philippe et à la Reine Marie-Amélie, publiées par le Comte Hippolite d'Ursel. - Librairie Plon. 1933. - 20 fr.We wisten allen dat onze eerste Koningin een zeer hoogstaand wezen was op gebied van godsvrucht, liefdadigheid, toewijding en deugd. Doch deze brieven toonen dat ze insgelijks eene zeer schrandere vrouw was, die met een klaren blik de politieke verwikkelingen naging, waartegen nu eens België, dan weer Frankrijk te worstelen hadden. Meer dan eens gaf zij blijk van een dieperen kijk in de zaken dan haar vader, en gaf hem wijzen raad - die niet immer gevolgd werd. Ze was trouwens in een goede leerschool bij Leopold I, den ‘raadgever’ der gekroonde hoofden. Het is echter treffend hoe zij zelfs den schijn vermijdt zich in 't openbaar met politiek bezig te houden, om zich slechts te houden aan hare plichten van Koningin, van echtgenoote en moeder. Een schoon boek, waarin eene prachtige, echt vrouwelijke ziel tot volle uiting komt. L.D. | |
Nicolas Berdiaeff: Le Christianisme et la lutte des classes. Traduit du russe par I.P. et H.M. - Editions ‘Demain’, rue du Four, 15, Paris.Een werk van Nicolas Berdiaeff is altijd interessant, en zaakrijk. Dit boekje van 166 blz. opgedragen ‘à la mémoire de Karl Marx, le maître social de ma jeunesse, dont je suis devenu actuellement l'adversaire idéologique,’ geeft ons de meest afdoende kritiek van het marxisme. Buitengewoon klaar toont schrijver de gewilde eenzijdigheid, de in 't oog springende leemten, het gemis aan menschelijke waarheid, het grof materialisme, de opvallende tegenstrijdigheden van een systeem alleen op klassenstrijd gebouwd. Heel fijn is zijn analyse van het marxisme met zijne onjuiste opvattingen benevens juiste gedachten, zijn meer mystiek dan wetenschappelijk begrip van proletariaat en burgerstand, tegen malkander opgericht als het goed en het kwaad, het licht en de duisternis. Tegenover deze theorie staat de Kerk, die geene politieke of economische dogma's doceert. ‘Mais les relations d'homme à homme sont soumises au jugement chrétien et en exigent une appréciation active.’ Een degelijk boek. T. | |
Victor Forbin: Le Mystère de l'Ile Z. (Collection Benjamin). Illustrations de Jean Routier. - F. Alcan. Paris. 1932. - 8 fr.Een pleizierig boek voor kinderen van 10 tot 16 jaar. Zal Jacques Nouville het mysterie ophelderen, en meteen de hand verwerven van de lieve Kate Aitkins? Tot het einde blijft de nieuwsgierigheid gespannen. L.D. | |
[pagina 403]
| |
Marian Hurd Mac Neely: Le Saut dans la Brousse (Les belles Aventures). Traduit de l'anglais par Hélène Hunt. - Albin Michel. Paris. - 15 fr.De vier verweesde kinderen Linville verlaten hun geboortestad, na 't afsterven van oom Jim, die als een vader voor hen gezorgd heeft, en gaan zich op een stuk land vestigen, dat hij voor hen in de Prairie heeft aangeworven. Het land moet ontgonnen worden; het is een zware taak, want de oudste is pas 17 jaar oud, de jongste 9. Ze hebben te kampen tegen alle hinderpalen van natuur en klimaat en tegen den haat van slechte geburen. Maar ze hebben ook goede vrienden, en daarbij moed en volharding. Aangename lectuur voor kinderen van 9 tot 14 jaar. L.D. | |
Jôn Svensson: Die Feuerinsel im Nordmeer. Nonnis Fahrt zum Althing. Verlag Herder u. Co. Freiburg.Jôn Svensson blijft al maar door verhalen van het land zijner geboorte en kinderjaren en, met spanning, blijft onze jeugd steeds luisteren. Het is boeiend en het is sterkend. Het werkt op onze jongens en meisjes in als zoute zeelucht. Door de Yslandsche Regeering was J. Svensson uitgenoodigd om de feestelijkheden bij te wonen ter herdenking van het duizendjarig bestaan van het Yslandsche parlement; het oudste van west-Europa. Met een jongen gezel is Svensson er heen gestevend en hij heeft deze gereede gelegenheid te baat genomen om zijn geboorteland te doorkruisen. We bevelen dit boek aan het bestuur van het Davidsfonds ter vertaling aan. Dr L.v.d.V. | |
L. Dosfel: Verzameld Werk, 7 deelen, samen 2100 blz. colombier-formaat, verzameld door Mw. Dosfel onder toezicht van Dr J. Persijn, met omslagteekening van Joz. en verscheidene portretten. Afzonderlijke deelen worden niet geleverd. Inschrijvingsprijs: Ing. 130. -; gekartonneerd 186. - Na 1 Mei 1933: Ing. 150. -; gebonden 186. -Zijn thans verschenen, de twee laatste deelen. - Deel VI: Bijdragen van Godsdienstigen Aard als: De Glimlach van God, Pinkstergeest in Vlaanderen, Kerk en Kinema, Jeugd-houding, Pius X en de Communie der Kinderen, Winfried-Bonifacius, E.H. Poppe, Brieven aan een Doode (E.H. Poppe), het Menschelijk Bestanddeel in de R.K. Kerk, enz. - Deel VII: Varia voor het tweede deel van de Geschiedenis der VI. Studentenbeweging; Kruis- en Mariabeelden; Rede uitgesproken voor de Studentenvereeniging St-Vergilius te Delft (1923); Celgedichten; enz., alsook het naamregister voor het heele werk. Wij hebben van den aanvang af betreurd dat dit werk niet met een grootere kieskeurigheid werd saamgelezen. Aldus worden weer in deel VII verzen afgedrukt die noch de poezie, noch Dosfels naam als letterkundige eeren kunnen. Deze dingen kunnen natuurlijk den adel en de zielegrootheid van dezen katholieken idealist niet verkleinen; maar ze voegen er niets aan toe. V. | |
Docteur Maistriaux: 1. Que se passe-t-il à Beauraing? (2 fr.) - 2. Les dernières apparitions de Beauraing (3 fr.). - 3. Wat gebeurt er te Beauraing? (2 fr.). - Uitgaven Rex. Leuven.De eerste brochure, reeds vertaald, geeft de opvolging der verschijnselen van af 29 November tot 20 December l.l., alsmede de portretten der kinderen en eenige gegevens over de families Voisin en Degeimbre. De tweede beschrijft de verdere verschijningen tot de laatste op 3 Januari, en geeft eenige zichten van grot, boom waar O.L. Vrouw verscheen, alsook een portret van den schrijver, die wel wat overbodig schijnt. Deze brochures hebben dit voordeel, dat ze een kort verslag der gebeurtenissen geven, zonder er onnoodige commentaars bij te voegen. T. | |
Dr. Maria de Langhe: De Bedrijfsraden in Duitschland. Uitgave ‘Excelsior’, 1932, bl. 261, pr. 30 fr.Met dit merkwaardig proefschrift promoveerde Mej. De Langhe tot doctor in de politieke en sociale wetenschappen. In het eerste deel krijgen wij, een overzicht van de ontwikkeling der bedrijfsradengedachte in Duitschland vôôr 1920. Het tweede deel geeft een bondig commentaar van de wet van 4 Februari 1920 die de bedrijfsraden | |
[pagina 404]
| |
instelde. Het derde bestudeert de ontwikkeling der bedrijfsraden na 1920 onder den invloed van vakvereenigingen, ondernemers en bedrijfspersoneel. Het laatste en veruit meest interessante deel behandelt het radenstelsel zooals het zich thans in Duitschland practisch voordoet. Gedurende haar verblijf aldaar heeft schrijfster persoonlijk kunnen nagaan hoe de wet in de voornaamste takken der nijverheid wordt toegepast en verzamelde daarover eene indrukwekkende documentatie. Twee derden der bedrijven bezitten eene bedrijfsorganisatie. De uitslagen zijn bemoedigend: de medezeggingschap in zake arbeidsvoorwaarden heeft de verzoening tusschen werknemer en werkgever een eind vooruitgebracht; de arbeiders worden met meer rechtvaardigheid behandeld en zien hunne stoffelijke levensvoorwaarden aanzienlijk verbeterd; de positie der vakvereenigingen werd merkelijk versterkt. Tot eene economische medezeggingschap in de leiding der onderneming is het evenwel niet gekomen, daar de vakvereenigingen overwegend op het standpunt van den klassenstrijd blijven staan. De bedrijfsraden hebben ook niet meer arbeidsvreugde geschapen en geen grooter gevoel van bedrijfsverbondenheid doen ontstaan. De wet heeft niets veranderd aan de materialistische en individualistische gezindheid. Niettemin kan zij geheeten worden een der voornaamste pogingen, in de laatste tijden gedaan, om het maatschappelijk vraagstuk op te lossen. Het werk van Dr. De Langhe is eene groote aanwinst voor onze sociaal-economische vakliteratuur. De stijl is ietwat opgeschroefd. Excelsior zorgde voor eene keurige uitgave. Dr. Cr. | |
Dr. L. Bender o.p.: Huwelijk en Huwelijksbeletselen in de Katholieke Kerk. Romen en Zonen, Roermond-Maeseyck, bl. 109, pr. 15 fr.Ten einde de groote, soms ietwat ongezonde nieuwsgierigheid omtrent deze kwesties te bevredigen, heeft schrijver de artikelen die hij in het veelgelezen apologetisch tijdschrift ‘Het Schild’ vroeger publiceerde, ten gerieve der ontwikkelde leeken, aanzienlijk bijgewerkt in boekvorm uitgegeven. Ook de zielezorgers zullen er baat bij vinden door de lezing van deze heldere uiteenzettingen een gedeelte der moraal-theologie in eigen taal te herzien. Wij kunnen dan ook het werkje van P. Bender zonder eenig voorbehoud aanbevelen. Dr. Cr. | |
Mazo de la Roche: Finch's Fortune. - Tauchnitz Edition. Leipzig. Paris. - M. 1.80.Deze roman speelt in Canada. Al de Whiteoaks, twee oude ooms, hun twee getrouwde neven en twee jonge broers van deze laatsten, wonen samen op een groot landgoed. De ouderen slijten er hun laatste jaren in vrede, de getrouwden werken voor den broode, de jongeren zijn op studie. De groote aantrekkelijkheid van dit boek ligt in de karakterontleding van die Whiteoak's, mannen, vrouwen, kinderen, met wie en wat rond hen leeft en beweegt. Heelemaal verschillend van karakter, aanleg, neigingen, prikkelen ze, of hekelen malkander onder het minste voorwendsel. Maar ze hangen aan malkaar gelijk druiven aan een tros, en kunnen zonder malkander niet leven. Ze gedoogen ook niet dat een hunner, zij het dan nog door eigen schuld, ten gronde zou gaan: dan slaan ze allen de handen ineen, zoowel ouden als jongen. Een mooie roman, vol kleur en sappigheid; geen zweem echter van godsdienstig gevoel of hooger ideaal, maar wel een diep bewustzijn van de familie-banden. L.D. | |
Knut Hamsun: I De Nieuwe Aarde; II De Vrouwen bij de Pomp. - Beide vertaald door S. Van Praag, met band en omslag van Joh. Dijkstra. Prijs per uitgave ing. 3.90 fl,. geb. 4.90 fl.Iemand heeft Knut Hamsun geheeten: een geniale kwaadspreker. Hij is een geest die loochent en die lacht. Maar het is de lach van den ironist. Er is niets ter wereld dat het hart en den geest van Hamsun binden kan. De wereld is te klein en de mensch is te klein. Maar als Hamsun daarover vertelt: over zijn stadjes aan de fjorden en het volkje dat daar beweegt, worstelt en ten ondergaat, wordt het telkens een ongemeen sterk stuk leven en schoonheid. Dr. L. | |
G.A. Lutterbeek s.j.: Die Jagd über den Inseln. Verlag Herder u. Co, Freiburg in Breslau. Pr. 2,80 Mark. | |
[pagina 405]
| |
Dit is nr 38 van de reeks: Aus fernen Landen; geïllustreerde verhalen voor de jeugd van 9 tot 14 jaar, onder leiding der paters Jesuieten. Goede lectuur; levendig en van een gezonde vroomheid. X. | |
F.M. Dostojewskie: I De Zachtmoedige; II De half Volwassene. Beide vertaald door S. Van Praag en met houtsneden van Joh. Dyksta. 2 Deelen. - Uitg. De gulden Ster. Amsterdam.Ieder nieuwe vertaling van Dostojewskie - althans wanneer ze, zooals deze, uit het Russisch werden vertaald - is een welkom en een duurzaam bezit. D. Warande heeft enkele jaren geleden een uitvoerige en diepgaande studie over het leven en het werk van Dostojewskie gepubliceerd. Zij werd geschreven door Dirk Vansina en verscheen nadien bij de uitgeverij Leeslust. Wij verwijzen er dus heen. H. | |
Iwan Goll: Stervend Europa. Vert, door Evert Straat, N.V. De Gulden Ster, Amsterdam. Pr. 1,75 fl., geb. 2,50 fl.Knap geschreven, maar een beetje verbluffend, zooals veel werk van zijn rasgenooten. V. | |
Ruusbroec de Wonderbare, door EE. PP. Stracke, J. Van Mierlo en L. Reypens. Uitg. Davidsfonds. Een inleiding en een inwijding; in Ruusbroec's leven door E.P.Stracke, in zijn kunst door E.P. Van Mierlo, in zijn leer door E.P. Reypens. Met een keur uit het werk van deze zuivere glorie vàn Vlaanderen. Het Davidsfonds heeft met deze rijke uitgave Ruusbroec en zichzelf geëerd. Dr. V. | |
Franz Herwig: De heilige Proletariër. Met een inleiding van Co Hesseling en teekeningen van Schoonbrood. Uitg. N.V. Het Nederlandsche Boekhuis, Tilburg.De roep over dit boek gaat o.i. een beetje te hoog. Het is ongetwijfeld een verdienstelijk verhaal, maar het lijdt aan de ziekte waaraan zooveel Duitsch werk reeds is ten onder gegaan: de rethoriek. Dr. V. | |
N.G. Ljeskow: De Priesters. Vert. van S. Van Praag. Pr. ing. 3.90 fl., geb. 4.90 fl. Uitg. De Gulden Ster, Amsterdam.In een korte inleiding vraagt de vertaler aandacht voor het werk van deze te weinig bekende figuur uit de russische literatuur. Onlangs werd reeds het eeuwfeest van Ljewkow herdacht, maar zijn naam en zijn werk is slechts sporadisch de grenzen overgegaan. In ‘De Priesters’ wordt de wereld der russische priesters geschilderd: het leven en de opvattingen der popen, hunne verhouding tot het volk, hun streven naar bezit en macht, en hun speciaal russische deemoed, de lossere geest der jongeren en de gestadige invloed der staatsambtenaren. Het werk is geschreven met een eerlijken eenvoud en een kostelijken zin voor humor. V. | |
Grazzia Deledda: In de Woestijn. Vert. van Dr. Annie van Wallinga. Pr. 2 fl., geb. 2,90 fl. Uitg. De Gulden Ster, Amsterdam.We hebben reeds het verschijnen van een reeks vertalingen uit het werk van Gr. Deledda aangekondigd. Dit is, zoo we ons niet vergissen, reeds het zevende deel. V. | |
Anton van de Velde: Kop. Een mooie geschiedenis voor de jeugd, met prentjes van Christiane van de Plas. Pr. 18 fr. Uitg. Leeslust, Antwerpen.Pas heeft Dr. De Ronde in één aflevering vier nieuwe uitgaven van A. Van de Velde besproken, of hier is een nieuw verhaal voor de jeugd. De schrijver heet het ‘een mooie geschiedenis,’ en ik zal hem niet tegenspreken. V. | |
Alfredo Panzini: Xantippe. Kleine roman tusschen het antieke en het moderne. Vert. door Dr. A. Van Wallinga. Uitg. De Gulden Ster, Amsterdam.Dit boek werd reeds door Guido Piovene besproken en gekarakteriseerd in het | |
[pagina 406]
| |
Italië-nummer van dit tijdschrift. (April 1930). Het is een der eerste maar tevens een der beste werken van Panzini en het behoort, naar Piovene's meening, tot de meest typische van dezen tijd. D.W.B. | |
Stijn Streuvels: De Vlaschaard. Jubileumuitgave. Negende druk. Pr. ing. 20 fr., geb. 34 fr. Uitg. Lannoo, Thielt.Indien ik drie boeken had te kiezen uit het werk van Streuvels, ik koos: Lenteleven - De Vlaschaard en De Teleurgang van den Waterhoek. Lenteleven heeft in de dertig jaren die voorbijgegaan zijn, niets verloren van zijn frissche kracht en gave schoonheid; - De Teleurgang is een merkwaardig stadium in de evolutie van Streuvels kunst, die langzaam het centrale punt verschuift naar de psychologie van den mensch in de natuur; - De Vlaschaard schijnt me het werk waaraan Streuvels schrijvende zijn hoogste scheppende vreugde heeft beleefd. Dit werk is geboren uit het bewustzijn en het feestelijke gevoel van een kracht die haar meesterschap verworven heeft. Dr. L.D.S. | |
W. Jos. de Gruyter: Het werk van Käthe Kollwitz. Met 61 reproducties. Pr. 50 fr. Uitg. N.V. Servire, Den Haag.Op den omslag het beeld van: Moeder en kind. Liefde, geluk en bloeiende verwachting. Maar daarbinnen staat een andere moeder: zij draagt een kind op haar rug; een ander heeft zich wanhopig aan haar vastgeklampt, maar de ellende heeft haar met radeloosheid geslagen; zij ijlt naar de donkere diepten van het water; naar de eindelijke rust en bevrijding. Het thema van moeder en kind keert telkens weer terug in Käthe Kollwitz werk, maar in de eerste plaats is deze de stem geworden van de geslagenen en verworpelingen, ‘les forçats de la faim’, ‘les damnés de la terre’. En zij heeft deze beelden geteekend en gegrifd met de sterke, bedwongen-verbetenheid en liefde met dewelke H. Roland-Holst haar deernis, afschuw en hoop heeft neergeschreven. Dr. V. | |
Olav Duun: Juvikingen. Uit het Noorsch vertaald door M.A. Zeeman. Uitg. Van Loghum Slaterus en Visser, Arnhem.Alle tooneeldirecteuren zijn het erover eens dat het onmogelijk is iets te voorspellen over een stuk dat voor het voetlicht komt. Het publiek reageert op de meest verrassende manier of... reageert niet. En deze ervaring geldt ook, zij het in mindere mate voor de uitgevers. Hier hebt ge bv. het eerste deel van Olav Duun's Juvikingen. Het is haast tien jaar geleden verschenen; maar het tweede deel is nog steeds niet ter perse. Geen belangstelling. Wat Vlaanderen betreft heeft G. Walschap nochtans voor dit werk de aandacht gevergd, met een nadruk die geen aarzeling meer duldde en ook in D. Warande werd (zie het Skandinavië nr) op de beteekenis gewezen van Olav Duun. ‘Ich bin kein Representant von norwegischer Literatur, das dürfen Sie nicht von Duun schreiben’ verklaarde Olav Duun aan Juliana von StockhausenGa naar voetnoot(1). Duun vertegenwoordigt zichzelf. En dat is genoeg. Dit moge volstaan. Wie dit boek niet leest heeft niets aan een resumé; wie het wel leest kan het missen. Dr. L.D.S. | |
Anna Seghers: Het oproer der Visschers van Sint Barbara. Vert. van Nico Rost. Ill. van Henk Melgers. Pr. Ing. 1.90 fl., geb. 2,75 fl. Uitg. N.V. Servire, Den Haag.Roman of novelle? Wat doet het er toe! Maar een boek dat u aangrijpt, geklemd houdt tot het einde en niet meer weg wil uit uw herinnering. Een werk om door Kathe Kollwitz te worden in beeld gesneden of gegrift. Dat boek verwierf den Kleist-prijs; en het was verdiend. Dr. V. | |
Ruth Schaumann: Der Krippenweg. Verlag Kösel u. Püstet, München.'t Zij de klokken uit Rome komen of de kerstboom wordt geplant, Ruth Schaumann is daar met haar verrassende gave voor het jonge volk. Dit is weer een bundeltje versjes en gekleurde houtsneden voor de kinderen die de ster willen volgen naar den stal en de kribbe waar het Kerstkindeke ligt. V. |