M.E. Belpaire 80 Jaar
‘Middel om lang te leven: goed leven. Er zijn twee dingen die het leven verkorten: de dwaasheid en de boosaardigheid.’
Met deze woorden zet Baltasar Gracian, de meest cynische discipel van Machiavel, zijn wijsheid over den hoogen ouderdom uiteen. Naar zijn oordeel wordt het lichaam deelachtig van het evenwicht des geestes en een goed leven schijnt hem altijd lang, niet alleen in zijn bedoeling maar ook in zijn werkelijken duur. Men schroomt Jufvrouw M.E. Belpaire op den drempel van deze, hare eigen warande, in zulk bedenkelijk gezelschap voor te stellen ware het niet dat haar vruchtbare, rijke en schoone levensloop de wijsheid van den cynicus zoo volkomen juist bewees. Zij is haar levensdagen noch dwaas noch boosaardig geweest, maar wijs en goedhartig. Haar stevig en rechtvaardig oordeel heeft zij onbeschroomd uitgesproken in hare critiek. Zij was niet zoo dwaas te willen leven in vrede met iedereen. Men moet zijn vijanden weten te kiezen. Dit is haar prachtig gelukt: zij kon onafhankelijk van denken en zeggen blijven. Maar zij is ook goed geweest, van een ontwapenende goedheid, van een daadwerkelijke generositeit die nog geslachten zullen gedenken na ons. En daarom loven haar niet alleen de christenen maar ook de ‘heidenen’ noemen haar een ‘heilige vrouw’ en een ware moeder voor wie haar zorgen en genegenheid genieten mochten.
Wat zij voor dit tijdschrift heeft gedaan hoeft thans, bij haar tachtigsten verjaardag, niet meer gezegd. Het is haar werk en haar eer, indien zij nog eer behoeft. Mocht het haar ook een genoegen en een vreugde zijn; dat wenschen hare medewerkers, hare lezers en al die niet dat