Boekbespreking
Jaroslav Hasek: Le brave soldat Chaéik. Traduit du tchèque par Henri Horeysi. Préface de Jean-Richard Bloch. - Librairie Gallimard, Paris.
Schrijver, arm en bijna onbekend gestorven, werd door zijn roman onmiddellijk populair bij de volksmenschen van Praag. Hij had een type volgens hun haat geschapen, dien braven soldaat Chaéïk, die met zijn onnoozel gezicht, in alle omstandigheden zijn plan trekt, en zich uit de ergste knepen weet te redden. Het Tsjechsche volk ziet in dit boek een soort nationaal epos, een nieuwe ‘Don Quichotte’. Dat komt me vrij overdreven voor. Het boek heeft zeker groote hoedanigheden: soms moet men het onweerstaanbaar uitschateren, soms is het effenaf brutaal; bij voorbeeld, de episoden met den ‘Feldkurat’, den legeraalmoezenier, zijn walgelijk.
Heel het boek, en daarin ligt wel zijn bijval en grootendeels zijn belang, is een bittere satire van Oostenrijk, en al wat met Oostenrijk gepaard ging: regeering, Kerk, leger. Het geeft levendig de wederzijdsche vijandelijke gevoelens van Oostenrijkers en Tsjechen weer, en den algeheelen slechten wil waarmee deze laatsten den oorlog aangingen. Indien de helft slechts waar is van hetgeen er hier gezegd wordt over de wijze waarop Oostenrijk zijn heerschappij in Bohemen handhaafde, dan worden vele zaken klaar.
Geen boek voor jongeren.
L.D.
Stanislas andré Steeman: Le Mannequin assassiné. (Coll. ‘Le Masque’.) - Librairie des Champs Elysées,-Paris. - 6 fr.
Een detective-roman, vol verwikkelingen. Tot het laatste toe blijft de aandacht gespannen, en het mysterie ondoordringbaar. Werd er waarlijk een moord gepleegd, en door wie? En wie heeft de ‘mannequin’ doen verdwijnen? Beurt om beurt vallen de vermoedens op ieder der personen die op een of andere wijze in het drama betrokken zijn, en belang hadden in den dood van Léon Lecopte. De detective zelf raakt de kluts kwijt, en staat op 't punt alles op te geven, wanneer een onverwachte Oïdipous hem op 't goede spoor brengt.
Echte ontspanningslectuur.
L.D.
Romain Rolland: Het Universeele Evangelie van Vivekananda. Vertaling van Titia Jelgersma. - Uitgave van Loghum-Slaterus, Arnhem.
De titel bepaalt de strekking; het wil een broederschap vestigen tusschen de aanhangers van verschillende godsdiensten door de overtuiging dat alle evenzoovele vormen zijn van een enkelen eeuwigen godsdienst. ‘Individuën en volkeren voeren tot het beheerschen van hun innerlijk koninkrijk, langs hun eigen wegen, die hun het best passen, met de middelen die het best beantwoorden aan de gebreken waaronder zij het meest te lijden hebben.’ Elk langs eigen weg en langs eigen vorm, want elk proseliteisme is uit den booze, moet stijgen tot vereeniging en opgaan in het ééne, in God; men verlangt van de menschen dat ze worden zoo volledig mogelijk wat ze zijn - hun God. Alles is waarheid, want een vorm van het oneindige zijn’. En de titel van een hoofdstuk is niet minder klaar: ‘Civitas dei - de stad van den mensch’.
Pantheisme dus.
Rolland beschrijft de vier wegen van loutering die Vivekananda onderscheidde om te komen tot deze vereeniging met het ééne: arbeid, hart (mystiek), begrip, philosophie. Het Evangelie, zoo noemt schrijver de leering, dat ieder volk en iederen enkeling volkomen vrij laat, dat alle confessioneele of kerkelijke leering veroordeelt, zou het Westen en het Oosten verbinden, en het Westen, gesteld op actie, door diens terugkeer tot moeder Indië, en haar innerlijk leven, weer op krachten laten komen, om zoo noodig uit te trekken tot nieuwe veroveringen.