Jeanne Ancelet-Hustache: Ceux que le monde oublie. (Coll. ‘Ars et Fides’. - Bloud et Gay. Paris.
Een reeks novellen die ons in aanraking brengen met al die beklagenswaarde wrakken, die we eiken dag voorbijgaan, die neven ons leven en lijden, dikwijls buiten ons weten, al te dikwijls ver van onze belangstelling, en voor wier ellende wij, christenen, toch eenigszins verantwoordelijk zijn; zoodat we onszelf kunnen verwijten, volgens het juiste woord van schrijfster, allen min of meer ‘de slechte rijken van deze Lazarussen’ te zijn: Armen, zieken, nederigen van alle slag, deerniswaardige slachtoffers van 't leven komen te voorschijn in deze novellen, waarvan sommige echte kleine drama's weergeven. Doch schrijfster rijdt niet met de zware kar, ze weet die tafereeltjes van lichamelijk of moreel lijden met een glimlach te verlichten, omdat zij al die arme menschen kent en lief heeft.
T.
Louis Arraou: Un Martien sur la Terre. Roman cosmique.- Eugène Figuière. Paris. 12 fr.
Geen banaal onderwerp! Een bewoner der planeet Mars komt een bezoek aan onze Aarde brengen, om de toestanden hier te bestudeeren, en te vernemen waaraan het ligt, dat Mars er nog niet in gelukte met onzen aardbol in betrekking te komen, zooals met de meeste der andere planeten. Schrijver maakt kennis met hem, gedurende de laatste uren van zijn verblijf op aarde, en verneemt zijn oordeel over den mensch. Oordeel dat waarlijk niet gunstig is. De bewoner van Mars vindt dat we op elk gebied ongelooflijk lager staan dat zijn eigen natuurgenoten, die reeds van alle stoffelijke banden verlost zijn. In zijne oogen staat Mars hemelhoog boven de nederige, achterlijke aarde. Wanneer hij eindelijk met 't krieken van den dag verdwijnt, weet schrijver zelf niet meer of hij ja of niet gedroomd heeft...
Zijn roman is luimig geschreven, en toont dat hij op de hoogte is der geheime, psychische en metaphysische wetenschappen.
T.
Ludwig Lewisohn: Les derniers jours de Shylock. (Coll. ‘Judaïsme’). Traduit de l'anglais avec une introduction par Maxime Piha. Illustrations de Arthur Szyk-Rieder. Paris. 15 fr.
Schrijver neemt Shylock, wanneer hij het tribunaal verlaat na zijne veroordeeling. Hij is overwonnen, vernederd, gedwongen het doopsel te ontvangen, geruïneerd, en het hart vol haat. Heel het verleden leeft weer in zijne verbeelding op, heel dat harde leven van verdrukking, navolging, verachting, onrechtvaardigheid waaronder zijn geloofsgenoten gebukt gaan, sedert zooveel eeuwen. Hij vlucht, maar waar hij ook gaat, overal, zoowel bij de Christenen als bij de Mahomedanen vindt hij niets dan haat en verachting voor zijn ras, Er blijft hem niets meer over dan ‘zijn wijsheid en zijn droomen en de gezegden zijner wijzen.’
Het boek is met dien gloed geschreven, die de Joodsche schrijvers kenmerkt. Het geeft op treffende wijze het grondig misverstand aan tusschen christene en joodsche mentaliteit, het breede misverstand tusschen hen, in vroeger eeuwen. Is de afgrond tusschen hen nu overbrugd? Geenszins, en schrijver zelf kan er het bewijs van leveren. Opgegroeid in Amerika buiten allen godsdienst, heelemaal Engelsch van opvoeding was hij hoogleeraar toen de oorlog uitbrak. Hij voelde op eens argwaan, verdenking en vijandschap tegen hem oprijzen, niet alleen omdat hij van duitsche afkomst was, maar vooral omdat hij een Jood was. Zoo kwam het dat hij het verleden van het Joodsche volk ging bestudeeren, de stem zijner voorvaderen schielijk in zijne ziel hoorde spreken, en die miskenden van het Ghetto wilde verrechtvaardigen. Van daar dit boek, dat trouwens als roman niet bijzonder gelukt is.
T.
Marguerite Bourcet: Miroirs du temps. Psychologie de 80 ans d'expositions. (Coll. ‘Ars et Fides’). - Bloud et Gay. Paris.
Schrijver beschrijft Frankrijk's psychologie in de laatste 80 jaren, zooals deze weerspiegeld wordt in de internationale tentoonstellingen te Parijs: in 1855 de neiging tot stoffelijk genot; in 1867, lichtzinnigheid en ‘parisianisme’; in 1878, een trachten naar ernstigheid; in 1889, de afgoderij der wetenschap; in 1900, exotisme, lokale kleur, vul-