Boekbespreking
Elizabeth Zernike. - David Drenth. - Het Kompas, Mechelen. Ing. 40 fr.; Geb. 55 fr.
Die David Drenth is een dominé van het soort dat aan den historischen Christus niet gelooft, en wiens werk vooral tot de voorbereiding van de zondagspreek schijnt beperkt. Drenth is een goed predikant en heeft de hoop ooit een groot man te zullen worden, hetgeen hij meent te zullen bereiken als hij naar een belangrijke stad beroepen wordt. Ondertusschen studeert hij, reist, en verveelt zich, hij weet een tijd lang niet zoo hij ja of neen verliefd is en op wie, totdat hij eindelijk in 't huwelijk treedt. In dien staat vindt hij rust en vrede genoeg om de grootheid in een andere zin te gaan verstaan, zoodat hij bedankt voor de eervoller plaats die hem na jaren aangeboden wordt.
Elizabeth Zernike heeft dit gegeven eenvoudig verhaald, met veel kleine feitjes een geheel gemaakt, dat schoon noch grootsch is. Er zijn geen verwikkelingen in haar roman, er is zelfs geen spanning in, het valt te verwonderen hoe meer dan twee honderd bladzijden lang, dit eer schamele onderwerp kan uitgesponnen worden, zonder dat het er alle belangstelling bij inboet. Dat het boek toch lezenswaard is, danken wij aan de eenvoudige verhaaltrant en het edele inzicht van de schrijfster, die haar helden steeds ziet van uit de vergevende, vrouwelijke kant. Hun karakters verschillen dan ook zoo weinig, dat zij slechts de verschillende zijden van één karakter toonen. Het ontbreekt E. Zernike aan kennis der menschelijke ziel.
A.O.
Alex Frank: Dwalenden. - Van Kampen, Amsterdam.
Het verhaal speelt in de ellende-buurten van Amsterdam, onder een bevolking van dieven, verhelers en meisjes van de straat, allemaal lieden, wien ook maar het minste moreel besef vreemd schijnt. Het eerste deel is veel beter dan het tweede en werk van een knap romancier. Doch omwille van zijn levenshouding, van de toestanden en feiten die hij beschrijft, dient de lezing van zijn boek aan gelijk wien ten strengste afgekeurd.
A.D.
Prof. Dr. Willem De Vreese: Jan van Ruusbroec de Wonderbare. - Uitgave van de Volksuniversiteit Herman Van den Reeck. Bouwhandelstr. 83, Antwerpen, 40 blz., 4 fr.
Aan prof. Dr. W. De Vreese is de wetenschappelijke studie van Ruusbroec zeer tot dank verplicht om zijn opzoekingen omtrent de handschriftelijke overlevering van onzen grooten mysticus. Wat door hem op dit gebied ontdekt werd zal eenieders hulde en bewondering afdwingen. Ook is het beste in deze brochure wat daarover wordt meegedeeld en wat daaruit voor de verspreiding van Ruusbroec wordt afgeleid.
Maar in zijn voordracht heeft de geleerde prof. alles willen samenvatten wat over Ruusbroec kon gezegd worden. Zoo komt hij ook meermaals te spreken over zaken, waarin hij - 't is 't lot van alle stervelingen - minder thuis is. Wat hem mag genoopt hebben, om alleen te vermelden wat in de laatste twintig à vijf en twintig jaar in het buitenland over Ruusbroec verschenen is, ontgaat ons, of 't zou moeten zijn dat er in een voordracht geen ruimte was, om alles aan te halen en te bespreken wat de nederlandsche Ruusbroecstudie der laatste jaren heeft voortgebracht. Jammer echter dat hij hiermee niet meer rekening heeft gehouden en hij nog steeds bij kanunnik Auger is gebleven; al mag hij toch wel meer dan een wetenswaardigheid uit de latere Ruusbroecwetenschap hebben overgenomen.
Broeder Gheraert is nog steeds Broeder Gheraert van Delft. Over de Bloemardenne is nog niet meer geweten dan wat Pomerius er over zegt. De bewijzen tegen de echtheid der XII Dogheden lijken hem nog steeds niet overtuigend. Dit komt hierdoor, dat prof. De Vreese eens een verklaring gegeven heeft van het schrift van den