| |
| |
| |
Boekbespreking
Max Hermaut: Les Paradoxes économiques de l'Allemagne moderne (1918-1931). Préface de M. Henri Lichtenberger. Un vol. in-8o avec 11 graphiques. - Armand Colin. Paris. - 20 fr.
Nergens zijn de economische toestanden zoo paradoxaal als in Duitschland. Na den oorlog, en trots de geldcrisissen, die malkander opvolgden, wist het de bijna mirakuleuze herleving van zijne nijverheid te verwezenlijken, het oog gericht op, en gehypnotiseerd door de Amerikaansche methodes. Zoo heeft het, door eene krachtige inspanning, eene buitengewone positie op nijverheidsgebied weten te bemachtigen; dank aan een algeheele vernieuwing van zijn materiaal beschikt het over een complex van middelen en werktuigen, uitgebreider en volmaakter dan 't zij welk ander Europeesch land. Niettegenstaande dat alles, overtreft de huidige crisis in omvang alle voorafgaande crisissen, en komt zwaar op Europa te wegen. Duitschland, het voorbeeld van Amerika volgend, heeft zijn toevlucht genomen tot strenge rationalisatie van zijn nijverheid bij middel van ‘trusts’ en ‘cartels’, en algeheel moderniseeren zijner fabrieken; maar het leeft op geleend geld; en dat is zijn kwetsbare plek, de klip waarop het gevaar loopt te stranden.
Uiterst interessant en leerrijk is het in dit boek uitgelegd te zien, duidelijk en bondig, hoe Duitschland door zijn economische politiek de huidige crisis heeft verwekt.
T.
| |
Pierre Viénot: Incertitudes allemandes. La crise de la civilisation bourgeoise en Allemagne. - Librairie Valois. Paris. - 10 fr.
Schrijver heeft zes jaren, van 1923 tot 1931, in Duitschland doorgebracht. Een paar voordrachten waarin hij zijne meening over zekere toestanden, welke hij van dicht bij had kunnen nagaan, uiteen deed, geeft hij ons hier in vorm van essays terug. Beknopt analyseert hij de erge crisis die het Duitsch maatschappelijk leven in de war heeft gebracht en tot in zijn diepste grondvesten geschokt, en de psychologie van het Duitsche volk tegenover de menigvuldige naoorlogsche levensproblemen, met haren invloed op binnenlandsche en buitenlandsche politiek. Treffend toont hij hoe Duitschland al zijne vroegere, traditionneele idealen, zoowel als zijn vroegere opvatting der moraal heeft laten varen in deze ‘Kulturkrise’ die ten gronde ligt van al de moeilijkheden waartegen het sedert jaren zulken bitteren strijd voert. De ‘civilisation bourgeoise’, die de XIXe eeuw vulde, heeft uitgedaan; ze antwoordt noch aan de mentaliteit van het volk, noch aan 't streven der jeugd. Het vroegere evenwicht is verstoord, de traditionneele waarden worden in twijfel getrokken. Met een merkwaardig begrijpen der Duitsche ziel, onderzoekt schrijver er de oorzaken van. Zijn boek is zeer belangrijk, al is het soms wat al te beknopt, al blijft het wat al te veel bij algemeene bespiegelingen.
T.
| |
André Siegfried: La Crise britannique au XXe Siècle. Un vol. in-16o avec 2 cartes et 2 graphiques. - Armand Colin. Paris. - Rel. 12 fr.; br. 10.50 fr.
Sedert den oorlog is het economisch evenwicht in heel Europa gestoord; doch nergens misschien zoo diep en onrustwekkend als in Engeland. Welke zijn de redenen van dien hachelijken toestand? Engeland, verblind door zijne vroegere wereldheerschappij, heeft niet snel genoeg de algemeene omwenteling door den oorlog in de economische toestanden teweeggebracht, noch zijn zoo veranderde betrekkingen met de Dominions en de andere landen ingezien. Het heeft de vooroorlogsche handelsen nijverheidsvoorwaarden na den oorlog willen voortzetten; zijn geldwezen op zijn vroeger peil houden, al was het dan ook op artificieele wijze, en vooral voor heel het Britsche volk, den gewonen ‘standard of living’ van den arbeider ophouden. Maar
| |
| |
het spartelt wanhopig tegen het enorm verminderen van haar export, eenerzijds, tegen het vreeselijk toenemen der werkloosheid anderzijds. Welk is het deel van Engeland zelf, en dat van anderen in de huidige crisis, en kan deze nog overwonnen worden? Wat mag Engeland van de toekomst verwachten? Al die problemen maken het onderwerp uit van dit allerbelangrijkst boekje, door schrijver, de welbekende professor aan de ‘École libre des Sciences politiques’ te Parijs, met bondige klaarheid uiteengezet.
L.D.
| |
G. Dansaert: Frédéric de Mérode en 1830. D'après des documents inédits. Préface de M. Valentin Brifaut. - Albert Dewit. Bruxelles. - 30 fr.
Frédéric de Mérode is wel een der meest populaire helden van onze omwenteling van 1830: de eenige onder de leiders, die de bevrijding van zijn land met zijn bloed bezegeld heeft. Hij was 38 jaren oud, toen hij sneuvelde, en had tot dan toe, alhoewel zeer bekommerd met de toekomst van België, een stil en gelukkig leven geleid, ver van de politiek. Om welke redenen wordt niet juist geweten, vroeg hij in 1828 de Fransche naturalisatie aan. Daarom vergat hij echter niet dat hij Belg was. Ook, bij 't eerste gerucht der omwenteling, aarzelde hij geen oogenblik, zich ten dienste van zijn echt vaderland te komen stellen. Enkele weken slechts van geestdriftig strijden, van heldhaftige zelfovergave, toen sneuvelde hij, in blijde onderworpenheid aan Gods wil. Anderen hebben zijn taak voltooid, hunne krachten heel hun leven lang gewijd aan het opbouwen van België, maar Frédéric de Mérode, door het prestige van zijn vergoten bloed, is ‘de’ held van 's lands bevrijding gebleven. Hij was een hoogstaand mensch, een oprechte christen, vol nederige offervaardigheid en edel zelfvergeten, een der zuiverste figuren van ons land.
Interessant is dit boek van zijn leven, al wordt het wat te zeer verzwaard door al te veel detailleeren van geslachtboomen.
L.D.
| |
Dr Herman Werner Siemens: Hoofdlijnen der Erfelijkheidsleer, Rashygiëne en Bevolkingspolitiek.
Er zijn wel meer nederlandsche boeken verschenen die aan intellectueelen de erfelijkheidsleer pogen bekend te maken. Ik ken er echter geen die in zoo weinige (138) bldz. erfelijkheidsleer, en hare verhouding tot rashygiëne en bevolkingspolitiek zoo alomvattend en algemeen inleiden. Het is daarbij geen saaie wetenschap; het leert met belangstelling.
Wie dus wat wetenschappelijks wil vernemen over de grondwetten der erfelijkheid, selectie, degeneratie, volkerenondergang, eugenetica, enz., gunne dat boekje eenige avonden.
Hij is er daarom nog niet toe verplicht alles zoo maar zonder critiek te aanvaarden, b.v. de beoordeeling van het standpunt der R.K. moraal tegenover de wettelijke steriliseering; noch als besluit van zijn lezing àlles erfelijk te heeten en de erfelijkheid in alle hare uitingen maar te laten begaan als een onafwendbare fataliteit, een indruk dien het boek soms wel neiging heeft om op te wekken. Maar welk zelfs wetenschappelijk boek geeft geen aanleiding tot bespreking of wat tegenspraak?
D.J.L.
| |
Charles Journet: La Juridiction de l'Eglise sur la Cité. (‘Questions disputées’). - Desclee-De Brouwer et Cie. Bruges. Paris.
Schrijver bestudeert in zijn werk aard en uitoefening der twee machten, Kerk en Staat. Zijn doel is het uiteen te zetten ‘avec clarté, exactitude et solidité, la formule catholique gouvernant les rapports de la puissance spirituelle et la puissance temporelle: ni confusion, ni séparation, mais distinction et union par subordination de l'inférieur au supérieur...’ Te bewonderen zijn de wijze beginsels der Kerk aangaande het welzijn en de vrijheid der volkeren, zoowel als de voorzichtigheid en gematigdheid van hare actie op de wereldlijke macht, voor het oplossen van kwesties die gedeeltelijk of bij uitzondering van geestelijken aard zijn.
Dit boek is een kostbaar vade-mecum voor katholieken die aan sociale of politieke actie doen. Het zal licht werpen en daardoor veel dienst bewijzen, op de leidende beginsels der laatste pausen, alsook een klaar begrip der christenheid in haar huidig voorkomen geven.
J.B.
| |
| |
| |
René Jeanne et Pierre Mariel: La Griffe du Lion. (Les romans mystérieux) Editions Tallandier. Paris. - 12 fr.
Meryam, een Armeniaansch meisje heeft aan haar stervende moeder gezworen dat zij alles in 't werk zou stellen om den man die haar vader vermoord en haar zuster onteerd heeft, terug te vinden en te dooden. Later, opgenomen in de troep van een rondreizend cirkus, meent zij - na allerlei dramatische gebeurtenissen - hem te herkennen in dengene die haar tot een onverschrokken leeuwentemster heeft opgeleid, en dien zij bemint. Wat zal ze doen om haar belofte te houden, en zich los te maken uit het ingewikkeld net van liefde en haat, jaloezie en bedrog dat haar omgeeft?
Een roman dat niet veel met letterkunde te doen heeft: niets anders dan lichte uitspanningslectuur.
L.D.
| |
Paul Dottin: Samuel Richardson 1689-1761. Imprimeur de Londres. Auteur de Pamela, Clarisse, Grandison. - Librairie académique Perrin et Cie. Paris. - 45 fr.
Een boek van ongeveer 500 blz. dat men niet gemakkelijk loslaat, eens dat men het in handen neemt. Het is een zeer volledige, soms te nauwkeurige, maar altijd pittige studie over den eenvoudigen drukker die, op reeds gevorderden leeftijd, zich op eens als door een soort mirakel, als een groote schrijver ontpopte, stormenderhand plaats nam tusschen de grootste romanciers van Engeland en van elders, beurt om beurt drie lange romans uitgaf, die een diepe verandering in de letterkunde teweeg brachten. Richardson heeft stichtende boeken willen schrijven, om de wraakroepende corruptie der hoogere kringen te keer te gaan. In ‘Pamela’ verheerlijkt hij de deugd van een nederig dienstmeisje, blootgesteld aan de schaamtelooze vervolgingen van een edelman. ‘Clarisse Harlowe’ is de tragedie van een allerdeugdzaamst meisje uit de burgerij snoodelijk ten val gebracht door een verdorveling; terwijl ‘Sir Charles Grandison’ ons het leven beschrijft van een jongeling, model van alle deugden, toonbeeld van alle edellieden. Deze stichtende boeken geven evenwel de werkelijkheid met zulke levendige kleuren terug, dat het ruwste realisme niets te reclameeren heeft: maar Richardson heeft terzelfdertijd onsterfelijke figuren geschapen, al zijn zijne boeken nu wat al te veel misschien in den vergetelhoek geraakt. Wie heeft er nog tijd om zulke romans die geen einde nemen, te lezen? Doch interessant is het ze te kennen, dank aan den korten inhoud dien schrijver, met zijn fransch scepticisme, er ons van geeft, alsook hun ongelooflijken invloed en hunne wereldberoemdheid na te gaan. Een degelijk boek, dat graag gelezen zal worden door dezen die zich met letterkunde bezig houden.
L.D.
| |
Ferdinand Ossendowski: Esclaves du Soleil. Traduction de Robert Renard. (Coll. der Maîtres de la Littérature Étrangère). - Albin Michel. Paris. - 15 fr.
Na zijne interessante boeken over de geheimzinnige landen van het verre Oosten, geeft schrijver ons ditmaal zijne indrukken over de Fransche colonies van West-Afrika, die hij onlangs bezocht. Daar de wetenschappelijke beweringen van zijn vroegere boeken door zekere geleerden soms aangevallen en in twijfel gebracht werden, neemt schrijver nu de voorzorg, ons bij voorbaat in zijn voorwoord over de bronnen zijner documentatie in te lichten: zijn boy, talrijke negers van alle slach en kunne, en voorts al de blanken - gouverneurs, ambtenaars, planters, kooplieden, geneesheeren, officiers - die hem rondleidden en te woord stonden. Aldus uit eerster hand gedocumenteerd, licht hij ons in over het zieleleven der zwarten, helpt ons wezen en karakter begrijpen der menigvuldige negerstammen, zoo diep verschillend van streek tot streek, en brengt ons in aanraking met die geweldige natuur waar de zon heer en meester is, en soms een wreede, geducht dwingeland.
Dit boek bevat menige belangrijke bladzijde en zal graag gelezen worden door al wie behagen schept in reisverhalen.
L.D.
| |
Paul Lesourd: L'année missionnaire 1931. 667 p. Desclée-De Brouwer. Paris. - Prijs: 10 fr.
Een schat van inlichtingen. Ie deel, Algemeene organisatie der Missiën; IIe, een overzicht van elke Missie; IIIe, Lijst van al de Missie-orders; IVe, de werken die hulp
| |
| |
brengen aan missionarissen en de wetenschappen die door hen bevorderd worden: Ve, ethnologie en geneeskunde; Ve, leven en missievraagstukken; VIe, volledige lijst der Fransche en Belgische missionarissen.
Het belangrijkste voor ons, is wel de plaats welke België in het missiewerk inneemt, te bestatigen: overal komt ons land op de tweede plaats, wel is waar verre achter Frankrijk, maar toch een heele stap vooruit op Italië, een groot land met 38 millioenen inwoners.
Bijna al de kaarten, als illustratie gegeven, zijn ook het werk van een Belg, Pater J. Verschueren, gekend door zijn ‘Algemeene Atlas voor Belgie’ en zijn Woordenboek.
Al wie belang stelt in Missie-Werk, - en wie van onze katholieke Belgen stelt er geen belang in? - moet zich dat handig handboek aanschaffen.
B.
| |
Kees Van Bruggen: De Droge Koetjes. C.A.J. Van Dishoek; 1931.
Het gegeven: hoe twee bejaarde stadsmenschen op den buiten rentenieren, gaf aan den schrijver gelegenheid, om gepast en ongepast allerlei personen en toestanden te hekelen. Soms op een scherpe en oorspronkelijke manier, soms min knap ook. Dit boek mist den gloed en de verbeeldingskracht van den kunstenaar, om veelal bij het gewoon belachelijk maken van den zich meerderwaardigachtenden burger te blijven.
A.D.
| |
Maria Algoet: Regendrup. Gedichten. - Steenlandt, Kortrijk. - 1931.
Verzen, die wel getuigen van een vroom en edel gemoed, maar met kunst geen uitstaans hebben.
A.D.
| |
Marie Van Dessel-Poot: De Uittocht. C.A.J. Van Dishoek, Bussum. - 1931.
Een roman, die den strijd tegen de stad en den ondergang der boeren uit de Brusselsche omgeving verhaalt, doorweven met een liefdegeschiedenis, die het boek aan rijpe lezers voorbehouden maakt. Het is eerbiedig tegenover het katholicisme geschreven en misschien het werk van een geloovige, maar in alle geval, mist het den katholieken geest. Het behoort overigens tot de goede middelmaat, al zijn de karakters die de schrijfster teekent wel wat gewoon sedert Streuvels en al blijkt zij nog te veel belang te hechten aan het beschrijvende element in den roman.
A.D.
| |
Dr E. De Roos: Het Essayistisch Werk van Jacques Rivière. H.J. Paris, Amsterdam.
De beste manier om een schrijver te leeren kennen, zal wel altijd blijven, zijn werk zelf lezen. Een uitgebreid essay over een essayist schijnt me steeds een min of meer overbodig werk. Dr De Roos heeft dit echter over Jacques Rivière als academisch proefschrift toch aangegaan - maar na zijn boek gelezen te hebben, vind ik het betwijfelbaar dat de figuur van de oud-directeur der Nouvelle Revue Française er klaarder door geworden is. De studie is ten andere op die academische manier geschreven, die buitengewoon veel moed vraagt, om tot het einde toe gevolgd te kunnen worden. Uit de literatuuropgave en het gebruikte materiaal blijkt dat Dr De Roos zich nochtans geen inspanning heeft gespaard. Voor wien niet op de hoogte is der Fransche letterkunde, kan dit werk eenig inzicht geven, maar dan dient er op gelet, dat de schrijver sommige personen, den katholiek Massis o.a. beneden waarde schat, en niet geaard schijnt om hun geestelijke houding te begrijpen.
A.D.
| |
Richard Dewachter: Polieneken Denkel. De Standaard, Brussel. 12 fr.
Pol Denkel, wordt om zijn drinken, door zijn vader het huis ontzegd. De jongen geraakt heelemaal aan lager wal; zelfs de dood van zijn vader brengt daar geen verandering aan. Jaren later op een kerstavond, als Pol met zijn maten voor Drie Koningen speelt, belanden zij in het gasthuis, waar zijn moeder te sterven ligt. Het wederzien beteekent verzoening en inkeer. Alhoewel Dewachter niet geloofd moet worden om de oorspronkelijkheid van onderwerp of karakterteekening, dient toch te worden erkend dat hij enkele bladzijden hier en daar boeiend kan schrijven, en dat alles samen genomen zijn werk toch wel tot de goede middelmaat behoort. Maar het mist steeds den gloed en de spanning die noodig is om het gewoonste gegeven met den glans der schoonheid te doorstralen.
A.D.
| |
| |
| |
Dr. Oswald Everaert: Tineke. Davidsfonds, Leuven. - 1931.
In honderd bladzijden druk schrijft Dr. Everaert een leven dat zoo rijk aan gebeurtenissen is, dat het niet in een kleine bespreking samen te vatten valt. Zijn boek is ontroerend geschreven en het is goed verhaald. Maar het week-romantische van opzet en karakteruitbeelding schaadt den indruk dien het nalaten zou. De schrijver heeft ons in de waarschijnlijkheid van zijn werk niet kunnen doen gelooven: er bestaat een verhouding tusschen werkelijkheid en verbeelding die niet straffeloos verbroken kan worden. Als Dr. Everaert dit in een volgend werk inziet, bestaat er kans dat hij ooit een prozaschrijver van naam zal worden.
A.D.
| |
Dr. Jul. Persyn: Albertine Steenhoff-Smulders en Marie Koenen. Davidsfonds, Leuven. - 1931.
De kritikus geeft hier een inwijdende en kritische studie over het werk van twee der belangrijkste schrijfsters uit het Noorden. Dr. Persyn verveelt nooit door houterigheid of geleerddoenerij, en nochtans straalt zijn geweldige belezenheid op elke bladzijde door. Zooals gewoonlijk velt de kritikus een mild, een al te mild oordeel over het besproken werk. Het Davidsfonds deed wel dit werk in het bereik van velen te brengen.
A.D.
| |
Jan Van Ruusbroec-viering.
Dit jaar op den 2en December is het 550 jaar geleden dat de Grootmeester der Nederlandsche mystiek ter Godsschouwing werd geroepen. Een hooggetijde onzer religieuze en letterkundige beschaving dat waardig moet gevierd worden. Naast de comités die zich hebben gevormd om Jan van Ruusbroec als Nederlander en Gelukzalige te verheerlijken, en in verstandhouding met hen, zal het uitgeversbedrijf ‘Het Kompas’ te Mechelen het zijne bijdragen om deze herdenking te bestendigen. Het Kompas heeft daarom besloten een tweevoudige uitgave van 's Meesters werken te bezorgen. Deze zijn in de meeste boekerijen niet te vinden, want de volledige uitgave door David en de gedeeltelijke door Ph. Muller zijn reeds lang uitverkocht, en slechts in handen van geleerden en bibliophielen.
Eerst en vooral verschijnt, in 4 deelen, de middelnederlandsche tekst naar het standaard-handschrift van Groenendael, verbeterd of uitgelegd, waar het noodig is, door andere handschriften of latijnsche vertalingen, en voorzien van de gewenschte inleidingen en woordenlijsten. Aldus kan op korten tijd, aan de breedere schaar van Nederlandsche intellectueelen en letterkunigen het volledig werk van Ruusbroeck opnieuw worden aangeboden in een tekst die vertrouwbaar is en zijn belang bewaart, ook al moest het, bij de critische uitgave, voor eenig afzonderlijk tractaat verkieselijker blijken een anderen codex tot ligger te nemen.
Daarnaast, om aan den wensch der wetenschappelijke kringen te voldoen en in een noodzakelijk langzamer tempo, de critisch uitgave van elk der tractaten afzonderlijk, waarbij, om het kort te vatten, niets verwaarloosd zal worden van wat, met het oog op den tekst, zijn geschiedenis en inhoud, tegenwoordig wordt vereischt.
Als geestelijk monument der eigenlijke feestviering, zal een gedenkboek, in een twaalftal monographiën door tal van vakgeleerden, een algemeen overzicht geven over den huidigen stand der Ruusbroec-studie. Door de nieuwe synthese van de vele over reeds talrijke uitgaven en tijdschriften verspreide gegevens, zal dit overzicht ook aan het verdere wetenschappelijk onderzoek een welkome hulp bieden.
Van de tekstuitgave verschijnt het eerste deel voor December. Het zal Ruusbroec's twee eerste werken, Dat Rike der Ghelieve en Die Chierheit der Gheesteliker Brulocht bevatten. Het Gedenbkoek, getiteld: ‘Jan van Ruusbroec, Leven en Werken’ zal op 2 December verschijnen.
Van de critische uitgave verschijnt in het voorjaar 1932 als eerste tractaat het meesterwerk onzer mystiek, Die Chierheit der Gheesteliker Brulocht.
De wetenschappelijke verzorging dezer uitgaven heeft het Ruusbroec-genootschap, te Antwerpen gevestigd, op zich genomen, terwijl voor de technische zijde het Mechelsche Kompas zal instaan.
| |
| |
| |
J.K.A. Musaus: De drie Gezusters. Davidsfonds, Leuven. - 1931.
Dit kinderboek leest vlot en het boeit, maar er schuilt weinig opvoedende kracht voor de lezertjes in. Een enkele alinea op bladzijde 35 staat er zelfs te veel; als de kinderen de zin begrijpen is het volstrekt verkeerd, en begrijpen zij niet, dan wekt het een ongezonde nieuwsgierigheid.
A.D.
| |
Colette Yver: Vincent ou la Solitude. - Calmann-Lévy. Paris. - 12 Fr.
Vincent, een droomer, een aristocraat der gedachte, is verliefd op de rijke Denise, die juist haar diploma van dokter in de medicijnen verworven heeft. Om haar een breed bestaan te kunnen verzekeren - want hij is arm - blokt hij met onvermoeibare wilskracht om zijne ‘agrégation’ te halen. Een plaats wordt hem aangeboden, het leven lacht hem toe in schitterenden glans. En dan, schielijk, worden al zijn duurbare levensplannen verbrijzeld. Door tuberculose aangetast, moet hij naar een sanatorium. Na lange maanden verbeterd zijn toestand, doch heelemaal genezen zal hij niet. Hij moet van t' huwelijk afzien, vaarwel zeggen aan Denise, aan al zijn liefdedroomen. Zijn ziekte, waaraan hij niet zal sterven, doemt hem tot eenzaamheid. En nu komt de bittere strijd, die van dezen droomer, een man zal maken, die hem na de eerste bange tijden van wanhoop en opstand, de grootheid en den zegen van smart en sacrificie zal leeren inzien, en doen begrijpen hoe vruchtbaar zijn eenzaamheid worden kan, door offervaardige liefde en algeheele overgave aan Gods wil. Zoodra zijne krachten het hem toelaten, en op aanraden van Denise, onderneemt hij de studie der geneeskunde, en wijdt zijn leven aan de tuberculeuzen, zijn broeders.
Een schoon, diep christelijk boek dat ten zeerste mag worden aangeprezen.
L.D.
Boeken uitgegeven bij: Wolters-Groningen.
Drs. H.R.S. Vander Veen: Een honderdtal examenopgaven Engelsch-Nederlandsch. |
L. Goemans. P. Larochette et Sondervorst: Exercices adaptés au Précis de Grammaire Française. |
Dr. Ph. A. Van Lansberg. (2e uitgave): Lyceum-Herdrukken II Vondel's Gysbreght van Aemstel en Leeuwendalers. |
E. Slyper: Vormleer voor Homerus en Herodotus met Woordenlijst. |
J.J.C. Starkenbrug: Uit onze omgeving. |
C.G. Kaakebeen en Dr. R. Verdeyen: Esmoret: (Abelspel uit de veertiende eeuw). |
Albert Dory en A. Wepster: Twee jaar Fransch. |
C.R.C. Herckenrath en Albert Dory: Fransch taalgebruik verhelderd. |
|
Uitgegeven bij: N.V. Van Loghum-Slaterus' uitgeversmaatschappij Arnhem. |
Dr. J.A. de Koning: Rathenau's denkbeelden over onze samenleving. |
Dr. E. Slyper: Vormleer voor Homerus en Herodotus, met woordenlijsten. |
J.G. Kramer en J. Vander Klei: Feiten en Verhalen. |
Aug. A. Boudens: Onze Moedertaal. Taalboek voor de R.K. Muloschool. |
Aug. A. Boudens: Inleiding tot onze Moedertaal. Taalboek voor de R.K. Muloschool. |
Drs. H.R.S. Vander Veen: Een Honderdtal Examenopgaven-Engelsch Nederlandsch. |
L. Goemans: Exercices adaptés au précis de grammaire française. |
Bruno Frank: Zwölftausend. |
A. Conan Boyle: The Maracot Deep: Lost World under the Sea. |
L. Bot: Die Ewige Quelle. |
Dr. Ph. A. Lansberg: Vondel's Lucifer en Adam in Ballingschap. |
C.R.C. Herckenrath en Albert Dory: Fransch Taalgebruik Verhelderd. Spraakleer voor school en eigen voorbereiding. |
|
|