| |
| |
| |
Boekbespreking
I. Slauerhoff: Schuim en asch. - C.A.J. Van Dishoeck. - Bussum. - 1930.
Onder de jonge Hollanders zal deze dichter en prozaschrijver, die tevens scheepsdokter is, wel een der vruchtbaarste zijn. Van zijn hand verschijnen minstens drie boeken per jaar. Het beroep dat hij uitoefent zal er hem wel toe gebracht hebben zijn onderwerpen te vinden in het leven van de internationale bevolking, die havenplaatsen en booten bewoont. Ook de vijf novellen van dezen bundel, spelen meerendeels in die middens. Slauerhoff schrijft boeiend en krachtig. Hij zoekt zijn werk niet te versieren met schoone woorden en beschrijvingen; het verhaal is bij hem wat het wezen moet: een weergeven van gebeurtenissen. Het best slaagde hij in de novelle ‘Larrios’, het door een zeeman in Burgos ontmoete meisje, dat hij jaren later in Shanghaï uit een ontuchthuis verlost, om haar naar Manilla te doen vluchten, waar zij met een ander leven gaat! Ook de ‘Laatste reis van de Nyborg’ is goed, maar in de andere drie novellen is de draad van het verhaal niet strak genoeg gespannen, en de handeling blijft te veel over nevenpersonen en kleinigheden verbrokkeld. Voor volwassenen.
A.D.
| |
Ben Onie: Verzen aan God. - C.A.J. Van Dishoeck. - Bussum. - 1930.
Deze gedichten blijven onder de middelmaat. Soms belooft een aanhef iets beters, maar het gedicht valt steeds terug tot een weekelijke uitstalling van dezelfde gevoelens, die nooit diep en hevig genoeg zijn geweest, om de dichter toe te laten ze in schoonheid te verklanken.
A.D.
| |
Theo Bogaerts: De man, die het licht stal. - De Standaard. - Brussel.
Een hoogeschoolleeraar geraakt verliefd op één zijner leerlingen, die echter met een militair huwt, die den professor den toegang tot zijn huis ontzegt. Deze verdwijnt uit de stad, om na jaren als oogarts terug te keeren; hij veinst zich met zijn oude vrienden te verzoenen, om zijn haat tegen hen te kunnen uitwerken. Door hypnotisme gelukt het hem, den zoon van zijn vroegere leerlinge langzamerhand blind en krankzinnig te maken. Bij toeval, wordt dit echter ontdekt, de politie bevrijdt den jongen uit de kliniek van den dokter, waar hij verzorgd werd, of beter, stilaan vermoord. Als de ouders met hun zoon echter wegreizen, springt deze onder den invloed van den dokter onder een trein. Bogaerts heeft ons niet kunnen doen gelooven in de waarachtigheid van zijn werk, en hij schrijftmisschien is dit gewild? - op een manier die onhandig schijnt. Ook trekt zijn te nauwkeurig detailleeren de aandacht te ver van het hoofdgebeuren af.
A.D.
| |
Joris Caeymaex: Gloed. - Leeslust. - Antwerpen. - 1929. - 13,50 frs.
De schoonste en verhevenste gedachten en gevoelens, worden hier uitgesproken in prozagedichten, die helaas als proza, noch als poezie voldoen. De schrijver is er niet in gelukt dien vorm aan zijn stof te geven, die de eenheid in schoonheid, zou hebben mogelijk gemaakt.
A.D.
| |
Louis Reynaud: Français et Allemands. - Histoire de leurs relations intellectuelles et sentimentales. (Les grandes Etudes historiques). - A. Fayard et C1e Paris. - 16, 50 fr.
In een reeks vroeger verschenen boeken, heeft schrijver den wederzijdschen invloed van Frankrijk en Duitschland grondig bestudeerd, en zijn onderwerp langs alle kanten belicht. In dit nieuw werk geeft hij de besluiten voortvloeiend uit zijn opzoekingen en studies. En natuurlijk komen zekere verklaringen wel wat al te absoluut voor; zekere gematigdheid of nuancen zouden wenschelijk zijn. Alhoewel schrijver in de groote lijnen gelijk heeft, toch kan men al zijne beweeringen niet blindelings aannemen: ze zijn soms wat al te eenzijdig getint. Doch, in zijn geheel genomen, is dit boek uiterst belangrijk. Vooral de hoofdstukken gewijd aan Duitschlands noodlottigen invloed op Frankrijk, op gebied van gedachten, sedert de 18e eeuw, zijn boeiend, en al te waar! Op treffende wijze toont schrijver de inwerking der Duitsche wijsbegeerte, geboren uit de
| |
| |
hervorming, en bron van anarchie, op den al te logischen Franschen geest. Terwijl diezelfde wijsbegeerte in Duitschland en Engeland slechts speculatieve theorie bleef, werd ze in Frankrijk onweerstaanbaar in daden omgezet, en brachten chaos tot stand. Treffend ook toont hij de vat der Duitsche wetenschap op de Fransche intellectueele elite van verleden eeuw aan, op Michelet, Renan, Taine, enz. en al het kwaad dat er uit voortkwam voor het land en voor de Kerk.
L.D.
| |
Emile Lesueur: Le Prince de la Tour d' Auvergne et le secret de l' Impératrice Contribution à l'histoire diplomatique du second Empire. - Eugène Figuière. - Paris. - 15 fr.
Deze aanlokkelijke titel is wel wat bedriegelijk, want met het zoogezegd geheim der keizerin, waarop slechts terloops gezinspeeld wordt, heeft Prins de la Tour d'Auvergne feitelijk niets te stellen. Hij was echter een der meest verdienstvolle gezanten van Napoleon III, tusschen de jaren 1848-1870, en te Londen, Berlijn, Rome, Florence, Weimar, leefde hij de groote gebeurtenissen van die veel bewogen, uiterst interessante jaren mee, die het opkomen en verdwijnen van het tweede Keizerrijk, de stijgende macht van Duitschland, de voltrekking der Italiaansche eenheid, het einde van 's pausen wereldlijke macht zagen. Ongelukkig genoeg was Prins de la Tour d'Auvergne, trots al zijne gaven, geen man van aller eerste gehalte, en niet opgewassen tegen tegenstrevers als Cavour of Bismarck.
Dit boek, dat zijn leven beschrijft, is dus interessant niet zoo zeer door de persoonlijkheid van den keizerlijken gezant, als wel door de buitengewone gebeurtenissen waarin hij door zijn ambt betrokken werd.
L.D.
| |
Lucien Christophe: Aux lueurs du brasier. 1917-1920. - Albin Michel. Paris. - 15 fr.
Het oorlogsboek van onzen landgenoot heeft de verpletterende macht niet der boeken van Remarque of Barbusse; en toch staat het misschien hooger, juist omdat het niet beperkt blijft bij de realistische beschrijving van het gruwelijke van den oorlog, maar vorscht naar de hoogere beteekenis van den hachelijken strijd: schrijver heeft de groote les van lijden en smart begrepen ‘...On ne peut concevoir l'inutilité de la souffrance sans ébranler les fondements mêmes du monde...’, zegt hij ergens. En hij heeft insgelijks begrepen dat de gruwelen, het harde leven, de onrechtvaardigheden, de bittere ontgoocheling ook, die langzamerhand de plaats der eerste edele vervoering kwam innemen, al de duizend zaken die de ziel kwetsten en afstieten en walgen deden, toch van ondergeschikte waarde bleven tegenover de hoogere beginselen, die het aan millioenen mannen mogelijk maakten gedurende vier lange jaren een onmenschelijk leven in modder en bloed, onder de bestendige bedreiging van den dood, te aanvaarden en vol te houden. ‘On n'a jamais fini de faire son devoir.’ Die wreede slachting was een groote school van sacrificie en zelf-vervolmaking.
Het boek van Lucien Christophe is een edel en diep menschelijk boek, en zal een echo vinden in 't hart van dezen die de onvergetelijke oorlogsjaren indachtig blijven met hun hooge bedwelming, hun pijnlijke spanning, hun rijke afwisseling van vreugde en lijden, van wrange of grootsche herinneringen, en die weten dat ‘Dixmude et ses horreurs, Dixmude et ses désastres... C'est tout de même un des hauts moments de l'âme humaine. Il faut prier ici, méditer et se taire...’.
Het is het boek van een dichter, die uit de schamelste dingen schoonheid doet uitstralen, en de nietigste gebeurtenissen op een hooger plan weet te brengen.
L.D.
| |
R.P. Lecanuet: L'Eglise de France sous la troisième République. La Vie de l'Eglise sous Léon XIII. - Félix Alcan. - Paris. - 60 fr.
Dit lijvig boek van ongeveer 760 blz. volgt op ‘Les Signes avant-coureurs de la séparation’, enkele maanden geleden hier besproken, en omlijnt nauwkeuriger de richtingen door Leo XIII aan de Kerk van Frankrijk gegeven, gedurende de moeilijke jaren die de scheiding van Kerk en Staat voorafgingen. Waar het in het vorige boek meer ging over de politieke toestanden, is dit vooral aan de geestelijke stroomingen gewijd, aan den toestand waarin geestelijkheid en geloovigen verkeerden, aan den onderlingen strijd tusschen de Katholieken zelf, die hun krachten zoo jammerlijk verdeelden, en aldus in de kaarten van hun tegenstrevers speelden. Meesterlijk en zeer onpartijdig - al voelt men genoeg waar de sympathie van schrijver naar toe gaat - wordt dit alles uiteengelegd.
| |
| |
Een der interessantste hoofdstukken is wel dit gewijd aan Mère Marie du Sacré-Coeur, de hoogstaande vrouw, die klaar zag in de kwestie van 't hooger onderwijs voor vrouwen, maar onmeedoogend vervolgd en belasterd werd. Al te gauw moesten de gebeurtenissen haar gelijk geven! Nog boeiender misschien, zijn de volgende hoofdstukken over de verschillende anti-godsdienstige wijsgeerige stelsels van het einde der 19e eeuw: Personnalisme, Positivisme, Naturalisme, humanitarisme, met hun vertegenwoordigers Renouvier, Aug. Comte, Taine, stelsels die zoo diep ingrepen en zulke treurige gevolgen hadden. Maar daartegenover kwam weldra eene reactie tegen het atheïsme tot stand, een herleven van 't spiritualisme en van het christianisme, de terugkeer naar scholastische wijsbegeerte, en na het verschijnen van den wereldbrief ‘Aeterni Patris’, het teruggaan naar het Thomisme, het opbloeien van een heele schaar katholieke schrijvers, Leon Ollé Laprune, M. Blondel, E.P. Laberthonnière, G. Fonsegrive, H. Brémond, die een nieuwe impulsie gaven aan wijsbegeerte en geestelijk leven. Men zou over ieder hoofdstuk moeten uitwijden, en in 't bijzonder over deze gewijd aan het ‘Americanisme’, met zijne vertegenwoordigers Mgr. Ireland en P. Hecker; of aan het ontstaan van de ‘démocratie chrétienne’ en van den ‘Sillon’.
Boeiend is die lectuur, maar treurig ook, omdat het boek zoo klaar toont, dat de katholieken zelve grootendeels de schuld dragen van al het hachelijke dat ze te verdragen hadden van wege de regeering, en door hun onderlinge twisten de vervolging om zoo te zeggen uitlokten en in de hand werkten.
Het werk van P. Lecanuet hoort in alle bibliotheken, en bij al degenen die aan politiek of sociale beweging doen. Er is veel uit te leeren.
T.
| |
P. Antonin Eymieu: Thérèse de Lisieux. - Editions Publiroc. Marseille. - 2,50 fr.
Een uitstekende brochure die, in ongeveer 60 bladzijden, heel de boeiende figuur der kleine heilige van Lisieux samenvat. Slechts vier hoofdstukken: La petite voie; La voie héroïque; La voie royale; La voie triomphale. In enkele bladzijden, laat schrijver ons telkens verder doordringen in 't geheim van die heiligheid, die tot wonderbare hoogten steeg, en plots de heele wereld met verbazing sloeg.
Dit boekje verdient verspreid te worden; het zal veel goed doen.
L.D.
| |
Vérine: La Femme et l'Amour dans la Société de demain. - Editions Spes. Paris. 12 fr.
Mev. Vérine schreef reeds menig boek over den rol der vrouw in de maatschappij; o.m. ‘Le sens de l'Amour’, bekroond door de ‘Académie des Sciences Morales et Politiques’, en ‘La mère initiatrice’, boeken vol verheven en gezonde gedachten. Ze hielp ook de ‘Ecole des Parents’ in te richten, om aan de ouders hun plichten van opvoeders te leeren beseffen en uitoefenen. In haar nieuw boek verdedigt zij dezelfde princiepen, en strijdt ter bescherming van het gezin, van de familie, kern en steun der maatschappij, kracht van het land. Al wat de ontbinding der familie in de hand werkt, is noodlottig voor beschaving, maatschappij, vaderland. En niet het minst het noodlottig feminisme dat er naar streeft de vrouw op elk gebied op dezelfde wijze als de man te doen optreden, en haar te berooven van hare vrouwelijkheid, die eigenlijk hare grootste macht uitmaakt. Zeker Mev. Vérine is voorstandster van 't feminisme, doch ze verafschuwt, en met recht, de te ver gedreven princiepen, die de vrouw van haar echten rol willen afbrengen.
Een degelijk boek dat door velen met vrucht zal gelezen worden.
L.D.
| |
Piet Visser: ‘De zeven Fonteinen’. - Van Munster's Uitgeve-s Mij. - Amsterdam.
De bekeeringsroman, van een uit streng protestantsche ouders geboren jonge man, die langs het socialisme en communisme om, den weg naar de waarheid en de katholieke kerk vindt. Het boek is boeiend geschreven in een vlotte, journalistieke stijl. Maar meer dan dat, geeft het ook niet. Het werk is te eenzijdig opgevat en uitgewerkt om tot groote kunst te kunnen groeien: het toont ons niet genoeg den ganschen mensch; het beeld dat ervan geschapen wordt is aan een groot deel der werkelijkheid vreemd. Wel zien wij de verstandelijke evolutie van dezen jongen man, maar zijn gansche leven met zijn verbijsteringen, vreugden en smarten, met zijn verhouding, God en de menschen, blijft ons onbekend. Deze roman is goed gemaakt, maar slecht ‘geschapen’.
A.D.
| |
| |
| |
Richard Dewachter: ‘Gustje van Wannes den Toekker.’ - Het Kompas. - Mechelen, - 1930, - 20 Fr.
Zekeren nacht, dat hij met zijn zoon aan 't pensjagen is, schiet deze Wannes naar den jachtwachter, die terugvuurt en den zoon treft, welke na eenige dagen aan de gevolgen sterft. De vader zelf geraakt in 't gevang. Het Gustje, waarvan in den titel sprake, is zijn tweede zoon, maar blind en daardoor en om zijn vroomheid, in 't bijzonder door den pastoor beschermd. Als de toekker ziek uit het gevang terug komt, verwerft dat Gustje het dubbel wonder: hij krijgt het gezicht terug en zijn vader het geloof, eer hij sterft. Later is de jongen missionaris geworden, en het boek eindigt met de beschrijving van wat deze zendeling denkt en voelt, als hij naar het missieland afreist. In zijn geheel is het zeer onevenwichtig en de verschillige hoofdstukken zijn zeer ongelijk in waarde. Het eerste, dat nogal sterk aan Walschap's dood in het Dorp ‘herinnert’ is het beste; daar overwoekeren de zielkundige verklaringen en uitweidingen het verhaal nog niet zoo weelderig als in het tweede deel. Er valt ook wel iets te zeggen op het m.i. verkeerd gebruik van sommige werkwoorden, zoo, waar er sprake is van blikken die wandelen en soortgelijke gewaagdheden maar, die natuurlijk aan 't verhaal kernachtigheid en oorspronkelijkheid zouden moeten geven, doch veeleer zwakheid verraden.
A.D.
| |
Edmond Glesener: De Wijngaard en andere Novellen. Uit het Fransch vertaald door Leo Van Riel. Uitg. L.J. Krijn, Brussel.
Jef Last: Branding. Uitg. Van Loghum Slaterus, Arnhem.
Het is geen poezie en het is geen proza.
| |
Floris Prims: Het stadhuis te Antwerpen. Geschiedenis en Beschrijving. Uitg. n.v. De Standaard, Brussel. Pr. 18 fr.
Het is een raadsel waar de archivaris van het Antwerpsch raadhuis, materieel den tijd vindt om zooveel historisch werk persklaar te maken, laat staan: den tijd vindt om zich kritisch te bezinnen over zijn materiaal. Maar het is een feit dat E.H. Prims telkens weer verrassende feiten en dokumenten opdiept en aan het licht brengt, die, zooals zijn artikelen over de omwenteling van 1830 te Antwerpen, een nieuwen kijk geven op de gebeurtenissen.
Dit nieuwe boek is een veilige gids door de weidsche zalen en kostbaarheden van het Antwerpsch stadhuis.
| |
Gery Helderenberg: Spel van het Lam Gods. Uitg. Steenlandt, Kortrijk. Pr. 5 fr.
Voor het bekende Lam Gods-spel dat vorigen Zomer te Gent werd uitgevoerd, werd de muziek geschreven door Albert Hansen en het gedicht door Gery Helderenberg. Zoo hoort het: de muziek aan de componisten en het gedicht aan de dichters; en niet zooals in vele gevallen geschiedt het gedicht toevertrouwen aan officieele kantatenfabrikanten.
B.
UITGAVE WOLTERS (Groningen). - Vendreda Klubo: Floretoj. - G. De Baere: Beknopte Nederl. Spraakkunst. - De Vooys: Joost van Vondel's Gysbrecht van Aemstel. - H.E. Greve: Praktijk en Theorie der Titelbeschrijving. - H.R.S. Vander Veen: A Child without a Name. - D.P. Groeneboom: Aeschylus' Persae. - C. De Baere: Oefeningen bij de Beknopte spraakkunst. - L. Goemans: Précis de grammaire française.
| |
Herdrukte Schooluitgaven van J.M. Meulenhoff, Amsterdam.
W. Kramer, P.C. Boutens, een inleiding met bloemlezing. |
W. Kramer, Jan Luyken, een inleiding met bloemlezing, fl. 1.65. |
Six short stories bij Maarten Maartens, selected and annotated bij Dr. W. Van Maanen. |
Goldne Worte Deutscher Dichter, neu ausgewählt von Dr. G. Ras. |
| |
| |
Drs S. Braak: Anthologie de la Litterature Française des origines aux temps modernes. |
Het jongensjaarboek 7e jaar; het meisjesjaarboek, 5e jaar. Uitg. Leopold. Den Haag. Elk 3 gld. |
De jaarboeken van Leopold hebben telkens bijval. Ook deze weer zijn schoon uitgegeven, op ruim formaat en rijk geïllustreerd. De inhoud is voor elck wat wils en over 't algemeen geschikt om knapen en meisjes van 12 tot 16 jaar te boeien. Maar het boek is zoo hopeloos neutraal dat wij verzuchten: wanneer krijgen wij eens katholieke jongensen meisjesboeken van dit gehalte?
D.W.
Verschenen:
Emil Rasmussen: Poolsch Bloed. Roman van het Slot van den Dagestr. Vert. door L. Thomson-Thomson Uitg. Ph. Kruseman, den Haag. |
De aard van Rasmussen's werk is voldoende bekend. Het is niet geschikt voor onze volksbibliotheken.
|
|