kritiek herlezen die ik erover schreef in dit tijdschrift, enkele jaren geleden; en ik zie geen reden om deze kritiek af te zweren. ‘Deze bundel - schreef ik toen - verdient noch Feber's triomfantelijke bazuinstoot, noch Kuyle's nijdige geringschatting.’ De bundel begon met acht krachtelooze, vormzwakke Moensiaden zonder Moens' kinderlijke opgetogenheid, zonder dwingende bewogenheid; maar ter wille van Lof der Zeevaarders, Processie, Envoi en enkele andere gedichten konden we ons gaarne over deze onpersoonlijke verzen heenzetten, en ons verheugen om de milde menschelijkheid en gulle liefde voor de eenvoudigen van zijn Brabantsche platteland, die tot de orde der schoonheid werden verheven.
Het dichterschap van Van Duinkerke is nog steeds op zoek naar een uitweg. Maar dit beteekent geen verwijt. Dien uitweg vindt ge niet op bevel, noch door een krachttoer van uw wil. Dien kunt ge vinden na jaren van gestadigen arbeid, zooals bij Vondel; dien vinden de meesten door den dwang van het leven zelf. Zulk een moment komt er voor een dichter of... het komt er niet. Maar als het komt, stuwt het zijn persoonlijkheid ineens naar buiten. Dan schrijft hij 't werk dat het merk van zijn naam zal dragen. Dat moment is voor Van Duinkerke nog niet gekomen; maar de lijn van zijn dichterschap heeft zich niettemin, verrijkend, verder ontwikkeld. Deze verrijking ligt in een gedicht als St. Jehanne d'Arc; prachtig van accent. Van Duinkerke is een strijdbaar polemist; en het is voorloopig nog onzeker of de polemist zich niet ten schade van het dichterschap ontvouwen zal. Maar in St. Jehanne d'Arc heeft zijn verbeten strijdbaarheid zich omgezet in dichterlijken vorm. Daar ligt de verrijking van dit dichterschap sedert 't verschijnen van ‘Onder Gods Ogen’.
Van Duinkerke moge zich waakzamer hoeden voor zijn dichterlijke vaardigheid en voor het rethorische gebaar. Haast elk gedicht uit dezen verzamelbundel bevat regels en strophen die een gemis aan innerlijken dwang camoufleeren, maar het dichterschap van Van Duinkerke blijkt niettemin in langzaam tempo te stijgen:
***
Wanneer ge denkt aan het werk van Van Duinkerke, denkt ge aan bepaalde gedichten: aan Volk in de Processie, aan Charlie verliefd, aan St. Jehanne d'Arc; het is het gedicht zelf dat zich ten koste van andere, vastgezet heeft in uw geest en uw gemoed. Heel anders