‘Vlaamsche Arbeid’ jubileert
Een zilveren jubileum.
Dat een literair tijdschrift zich vijf en twintig jaar lang kon handhaven, is niet gering; noch in Holland noch in Vlaanderen. Wel werd vorig jaar beweerd, dat meester Jozef Muls, die zoo niet altijd de leidende dan toch altijd op 't gepaste moment de reddende hand boven het tijdschrift heeft gehouden, de kunstmatige ademhaling heeft moeten toepassen om de vreugde van dezen dag te beleven. Maar in dezen tijd van economische crisis en depressie is het geen oneer een beetje op krediet te moeten leven.
Het is een feit dat ‘Vlaamsche Arbeid’ een kwart eeuw zijn taak heeft kunnen vervullen. Jozef Muls heeft in de eerste plaats aan de jongere katholieke generatie van voor den oorlog en aan de naoorlogsche generatie een tribuun bezorgd waarop hun onder haast ongemerkte controle de vrijheid van het woord werd verleend.
Jozef Muls heeft niet als een hovenier met een snoeimes en bijl gestaan naast de jonge letterkundigen, maar hij heeft hun gelegenheid gegeven te groeien. En dit is geen geringe verdienste.
Dit te bedenken moge hem al de onvriendelijke ervaringen doen vergeten, waaraan zijn vijf en twintigjarig leiderschap rijk is geweest.
Op het terrein van ‘Vlaamsche Arbeid’ hebben voor den oorlog haast alle toenmalige katholieke jongeren gearbeid. Zij waardeerden het ongetwijfeld dat hunne eerste verzen of verhalen in de gedaagdere Dietsche Warande te zien verschijnen: maar in Vlaamsche Arbeid voelden ze zich ongedwongener, als gelijke kameraden ondereen.
Velen zijn gekomen en velen zijn gegaan. Maar allen hebben in hun hart behouden dezelfde warme vriendschap voor Jozef Muls onder wiens leiding of gezag deze vlaamsche arbeid vijf en twintig jaar lang kon worden voortgezet.
De Redactie.