Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1931
(1931)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 107]
| |
Een nieuw ‘Scientisme’
| |
[pagina 108]
| |
materialisme, te zien voor den dag treden als gewelddadig mystiek, al de uitwendige kenteekenen aannemen van een godsdienst en het eerst van al: de bevestiging van een oppermachtig iets, een algeheele devotie en een daarmee overeenkomende liturgie volkomen waardig. Ziehier, op een ander plan maar in een zelfden gang van zaken, een heel recent feit waarvan de draagwijdte (ik zeg niet onvermijdelijk het sukses) mij geenszins gering lijkt: de stichting - door een groep, ontegensprekelijk vooraanstaande Fransche geleerden, waarbij zich hebben aangesloten een eveneens niet te versmaden groep letterkundigen ‘frappés par l'importance d'une telle oeuvre’ - van een Union rationaliste. ‘ayant pour objet de répandre l'esprit et la méthode de la science’ ‘L'esprit positif’ zoo wordt ons uitgelegd, ‘a présidé à la naissance des sciences physiques; il préside à la naissance des sciences sociales. Un tel rationalisme - dans le sens précis que nous donnons à ce terme - est bienfaisant; il est seul capable de poser et de résoudre les grands poblèmes qui sollicitent l'esprit humain; il peut et doit donner naissance, non seulement à un système de connaissances, mais à une plus grande union des esprits, à des façons nouvelles de concevoir l'idéal.’Ga naar voetnoot(3) Er wordt dus beweerd dat, om nu maar enkel en alleen van het zedelijk vraagstuk te spreken, alleen dit zoogezegd wetenschappelijk rationalisme het kan ‘stellen’ en ‘oplossen’. Henri Poincaré, integraal agnostieker en wetenschapsmensch van de allerbovenste plank, heeft nochtans beweerd in zijn werk over de Waarde der Wetenschap, dat ‘la morale et la science ont leurs domaines propres qui se touchent, mais qui ne se pénètrent pas... Il ne peut - zoo zegt hij - y avoir de science immorale, pas plus qu'il ne peut y avoir de morale scientifique.’Ga naar voetnoot(4) Doch zetten we het onderzoek van dat hoogdravend programma verder. Ongelukkig voor hem, zijn er ‘des obstacles que l'on prévoit devoir surmonter’ en waarvan ik er enkel drie zal aanstippen: 1o Vooreerst de anthropomorphische vooroordeelen, in 't leven gehouden door een eeuwenoude traditie en volgens dewelke er, op de wereld, realiteiten zouden bestaan buiten het bereik der wetenschap. | |
[pagina 109]
| |
2o Het onrustbarend sukses der leerstellingen die, onder verschillende vormen, het anti-intellektualisme vertegenwoordigen. 3o Eindelijk het veel te algemeen verspreide geloof dat de wetenschappelijke geest niet kan samengaan met poesie en gevoel, dat hij enkel een koude en onvoldoende wijsheid kan schenken. Ieder spiritualisme dus, elken godsdienst wil men niet alleen doen verdwijnen, maar - en dat is de zonderlinge kant van de onderneming - verdringen. Een globale weltanschauung, een volledige opvatting van de wereld en van het menschelijk leven, afgeleid, streng en uitsluitend uit de positieve en wiskundige wetenschappen: ziedaar wat deze Union rationaliste besloten heeft te verkondigen en te verspreidenGa naar voetnoot(5). En om daarin te slagen, wordt de inrichting overwogen van ‘des séances d'études qui ne grouperont qu'un nombre restreint de savants’Ga naar voetnoot(6) waaronder we geen enkelen philosoof aantreffen: niets dan wiskundigen, natuurkundigen, chimisten, biologisten, sociologen (wat, wij herhalen het, geenszins wil zeggen philosofen). Het gestelde doel is bij uitstek maatschappelijk, demokratisch zelfs: ‘rendre accessible au peuple l'esprit scientifique, lui faire sentir la beauté et la poésie de la science, lui montrer l'idéal moral en train de naître sous l'action du rationalisme.’Ga naar voetnoot(7) Nog eens, deze ‘esprit scientifique’ wil zich opdringen als een surrogaat - en heel wat beter dan het origineel! - van den godsdienst. Zoo willen dus die geleerden tot het volk gaan als geleerden, als men toch weet wàt de wetenschap op onze dagen is, vooral de natuurwetenschappen, en welke slagboom, onoverkomelijk voor elken oningewijde, en niet alleen voor het volk, er wordt opgeworpen door de wijze van verklaring van die wetenschappen bij middel van de meest ingewikkelde wiskunde. Tot het volk, in een tijd waarin het gemiddeld intellektueel peil op iederen graad: lageren, middelbaren of hoogeren ellendig naar beneden zakt! | |
[pagina 110]
| |
Het weze mij toegelaten, tegenover deze geleerde dwaasheid dezen verstandigen zet te plaatsen dien Eckermann ons verhaalt van Goethe: ‘Verschillende genoodigden kwamen binnen. Goethe ging hun even een hand geven, en kwam naar mij terug. Ik ging door: “Carlyle heeft Wilhelm Meister bestudeerd, en overtuigd van de waarde van dat boek, zou hij willen dat ieder ontwikkeld mensch het zou lezen en er evenveel profijt en genot uit zou trekken als hij zelf.” Goethe trok me mee naar een venster, en antwoordde: Beste man, ik zal u eens iets zeggen dat u van nu af aan veel dingen zal doen begrijpen en U heel uw leven zal te pas komen: Mijn werken kunnen niet populair worden; wie het anders meent, en er op werkt om ze populair te maken, heeft het mis. Ze zijn niet geschreven voor de massa, maar alleen voor die menschen die, willend en zoekend wat ik gewild en gezocht heb, denzelfden weg bewandelen als ik...’ (Conversations) En letterkunde is geen wetenschap waar, voor de zooveelste keer, techniciteit en specialisatie een onvoorwaardelijk beletsel stellen voor de veruit grootste meerderheid van hersens! En zelfs als men beweert enkel ‘vulgarisatie’ op het oog te hebben, dan zouden de voorgaande opmerkingen nog zeer juist blijven en de hinderpaal zou daardoor niet zijn weggenomen. Daarentegen, welk misselijk gevaar van primarisme gaat men trotseeren, met de zekerheid, of liever nog met het proefondervindelijk geleverd bewijs, dat het niet zal kunnen ontloopen worden. Er is geen wetenschappelijk populisme mogelijk. Toch, logisch in hun dwaling, hebben de stichters van de Union rationaliste gewild dat niets ontbrak aan hun pseudo-godsdienst, zelfs het proselytisme niet: ‘La propagande sera le résultat des séances d'étude. Par la conférence, mais surtout par l'édition d'une bibliothèque rationaliste comprenant des brochures et des livres, ainsi que des manuels à l'usage de l'enfanceGa naar voetnoot(8), on s'efforcera de répandre les idées sur lesquelles l'accord se sera établi.’ En net alsof het over een kruistocht ging (en het gaat er inderdaad over), ‘la société fait appel à tous ceux qui croient à la valeur et à l'efficacité de l'esprit scientifique dans tous les domaines.’ Eindelijk, om de kroon te zetten op dit welsprekend geheel, verklaart de Union rationaliste dat ze zich wil houden aan den voorrang van het geestelijke (of van het verstandelijke: maar hier is dat net het- | |
[pagina 111]
| |
zelfde): ‘Elle n'a aucun caractère politique. Elle se vouera uniquement à la tâche intellectuelle définie plus haut.’ Goethe, hij weerom, verklaarde geen vriend te zijn van de volksphilosophie. Er ligt een geheim, zei hij, zoowel in de wijsbegeerte als in den godsdienst. Aan het volk moet men de kennis ervan besparen, en vooral moet men het zoogezegd niet dwingen zich te verdiepen in zulkdanig onderzoek. Epicurus heeft ergens gezegd: ‘dit is juist. want het volk vindt het slecht’. ‘Het gemiddeld gehalte van het menschelijk verstand’ zoo besloot Goethe is niet hoog genoeg om zich met zulk een geweldig vraagstuk te kunnen bezighouden.Ga naar voetnoot(9) En dat is even zoo goed waar van de wetenschap, en van de wijsbegeerte die men beweert er uit af te leiden.
***
Zooals men ziet, het is valsch te beweren dat het scientisme dood is. Wie zal, integendeel, ontkennen dat dit nieuw scientisme te werk gaat als een vurig geloof en dat het is tegen iets dat men goed kent! Er zijn eeuwen die maar niet willen sterven, die maar niet ophouden te beweren dat ze blijven bestaan ten koste van wie hen volgt: in dat geval bevindt zich een zekere 19e eeuw (ik zeg een zekere, want die eeuw was overigens een groote, authentiek godsdienstige tijd): ‘Sa vraie stupidité’ bestond onlangs volgens M. Julien Benda, voorbijgaand schrijver van een Fin de l'Eternel, in het feit, uitgevonden te hebben ‘des morales fondées sur l'experience’: comme si - zoo zei hij - des commandements moraux pouvaient être autre chose que des verdicts de la conscience, préexistants à l'expérience et décidés à lui faire la leçon’Ga naar voetnoot(10) of nog - altijd volgens M. Benda wiens agnosticisme, zooals men weet, uiterst kwaadaardig is - ‘dans sa brutale religion de la science, sa grossière proscription de la métaphysique, et par suite, sa prétention de faire présider les méthodes positives à des | |
[pagina 112]
| |
activités qui relèvent et ne peuvent relever que de la méthaphysique’Ga naar voetnoot(11). ‘Nous touchons là’ zoo stelde hij vast, ‘à ce qui aura été la grande faiblesse d'esprit du 19e siècle’. Het lijdt geen twijfel dat, in dit opzicht, de Union rationaliste ten achter blijft. We zijn heelemaal niet van plan - moet dit nog gezegd worden? - minachtend, hoe weinig dat ook zij, de schouders op te halen voor de kostelijke en onvervreemdbare waarde van de echte WetenschapGa naar voetnoot(12) noch voor de vruchtbare ‘joie de connaître’ noch zelfs voor hun dikwijls (maar niet altijd) wonderbare toepassingen, die men zich overigens zeer wel onderworpen denkt aan de meest verheven vlucht van het verstand, in een wijselijker geordende wereld, zooals Benson dien heeft opgevat in zijn pakkenden toekomstroman: La Nouvelle Aurore. Neen, we verliezen geen oogenblik uit het oog dat de verstandelijke en stoffelijke vooruitgang voorwaarden zijn voor den zedelijken en geestelijken vooruitgang der menschheid, zonder daarom evenmin te vergeten dat de eerste in rangorde ondergeschikt zij aan de tweede, die alleen hem kan en moet levend maken en richten, op straf van een rampvolle ontwikkeling zooals de hedendaagsche wereld er ons bijna dagelijks het schouwspel van biedt. We hebben het hier alleen tegen het rationalisme, tegen den aanslag op de Rede zelf en op God, de bestaande Rede, op het Leven en op diens Mysterie... Als de ongeloovige mensch niet zoekt logisch te zijn met zich zelf, dan kan hij, ook al meent hij godloochenaar te zijn, bewijzen geven van het helderste inzicht, en al leidt hij ook een onder veel opzichten betreurenswaardig leven, kan hij toch, op een gegeven oogenblik, zich plots openbaren als 'n held en alles vrijkoopen in een eenig mirakuleus plan. We hebben dat meer dan eens gezien aan het front, die plaats van groote beproevingen en van groote heropbeuringen. En zij die goed toezien, kunnen het ook op groote afstanden in het dagelijksch leven waarnemen. Maar als hij, vrijwillig en voorbedachtelijk, logisch wil zijn in zijn atheïsme en in zijn materialisme, dan vernietigt en vernielt de mensch zich zelf, logisch. En dat zeggen niet alleen de geloovigen, ook | |
[pagina 113]
| |
de klaar ziende of cynische ongeloovigen beweren het: ‘Dans une société où les membres seraient de purs athées, allant jusqu'au bout des conclusions logiques de leur athéisme, la conscience morale de chacun perdrait toute valeur en tant que sentiment social: chaque athée se soumettrait aux ordres de sa conscience pour le seul plaisir de sa satisfaction personnelle, mais les croyances de ses voisins ne lui imposeraient pas de devoirs; une telle société formée exclusivement d'athées, finirait naturellement par une épidémie de suicides anesthésiques.’ Zoo heeft Le Dantec geschreven.Ga naar voetnoot(13) ‘Se faire tuer est une grande naïveté, car rien ne vaut la vie pour l'individu. N'être plus est la pire chose qu'il y ait. La Victoire n'est pas une récompense pour le mort; celui qui est tué est le vrai vaincu... Si tous les hommes avaient de l'esprit, personne ne se sacrifierait, car chacun dirait: ma vie vaut celle d'un autre. On n'est heroïque, que par le fait de ne pas refléchir. Il faut donc entretenir une masse de sots.’ En dit, het is wel verlagend, maar toch waar (tenzij er een God bestaat!) wordt gezegd door Renan.Ga naar voetnoot(14) Als men niet wist dat het humanitarisme niet de spiritualiteit isGa naar voetnoot(15) zou het van de wijs brengend zijn den idealistischen schrijver van de Scènes de la Vie future, Georges Duhamel in persoon, te ontmoeten onder de letterkundige hulptroepen van dit herrijzend scientisme, dat niets anders is dan een schitterend vermomd antichristelijk materialisme. - |
|